woensdag 17 juli 2013

American Flyer | American Flyer

Als muzikanten die hun sporen reeds verdiend hebben gaan samenwerken of een band oprichten, heet dat een supergroep. American Flyer is zo’n supergroep, althans werd tot supergroep gebombardeerd. Op basis van de credentials van vorige bands – Velvet Underground, Blood, Sweat & Tears, Pure Prairie League, Linda Ronstadt – is dat wellicht zo, maar de American Flyer-leden hebben niet echt een grote reputatie. Ze zijn bovendien bij elkaar gebracht door de gewiekste managers Dennis Katz en Bob Renge en kennen elkaar in het geheel niet als de band start; American Flyer – vernoemd naar treinlocomotief – is een geconstrueerd muzikaal project. Zang, gitaar en toetsen worden verdeeld onder de vier American Flyer-leden: Doug Yule, Steve Katz, Craig Fuller en Eric Kaz. Dennis Katz is de manager van Lou Reed en brengt Doug Yule – dan in Lou Reeds begeleidingsband – in contact met zijn broer Steve Katz. De laatste kent Eric Kaz nog van hun gezamelijke tijd bij Blood, Sweat & Tears, terwijl nieuwbakken American Flyer-manager Bob Renge, producer van Pure Prairie League, zanger Craig Fuller aantrekt. Bovendien wordt niemand minder dan George Martin bereid gevonden als producer te fungeren. American Flyer gaat – met toevoeging van bassist en drummer – opnemen in Los Angeles, maar George Martin is ontevreden over elke studio die het gezelschap bezoekt: Indigo Ranch, Sounds Lab, Cherokee Sound en Sound Factory. Naast het viertal en de ritmesectie doen vele sessiemuzikanten de diverse studio’s aan, zoals gitarist Larry Carlton, fiddler Byron Berline, bassist Leland Sklar en Rusty Young, pedal steel-speler bij Poco. En niet onbelangrijk in de American Flyer-sound zijn de orkestrale arrangementen van producer Martin. 
In het najaar van 1976 verschijnt American Flyer, begeleid door een uitgebreide reclamecampagne. Duidelijk is dat American Flyer beschikt over een sophisticated countryrock-geluid, typerend voor de Westcoast-rock van de midden jaren zeventig. Liedjes als ‘The Woman In Your Heart’, ‘Love Has No Pride’, ‘Drive Away’ en het broeierige ‘Lady Blue Eyes’ ontstijgen de middelmaat echter verre. De bandleden bezitten allen de gave om pakkende composities te schrijven; de zangharmonieën zijn hemels en steken Poco en The Eagles naar de kroon, en het spel van de studiomuzikanten is onberispelijk en clean. Maar ondanks de ondersteunende promotiecampagne wordt American Flyer geen groot succes, dit omdat Katz, Yule, Kaz en Fuller geen zin hebben om live-optredens te doen. Bovendien wonen Katz en Yule aan de Oostkust en Kaz en Fuller in Californië. En zo splijt de band die geen band was; de supergroep die geen supergroep was.

Light Of Your Love / Such A Beautiful Feeling / Back In ’57 / Lady Blue Eyes / Let Me Down Easy / M / The Woman In Your heart / Love Has No Pride / Queen Of All My Days / Drive Away / Call Me, Tell Me / End Of Love Song

dinsdag 16 juli 2013

Aztec Camera | High Land, Hard Rain

Nog maar een tiener is Roddy Frame als hij in Glasgow zijn eerste bandje opricht en met zelfgeschreven liedjes de aandacht trekt van het hippe Postcard Records. Frame's band, Aztec Camera, vormt met Orange Juice en Josef K The Sound of Young Schotland, en dat vindt ook John Peel na de release van debuutsingle in 1981. Roddy Frame komt via The Teardrop Explodes en Julian Cope in contact met de muziek van Love en Buffalo Springfield. Aztec Camera – in feite het particuliere eigendom van Frame – heeft vooral een Westcoast-sound van wuivende akoestische gitaren met een hipster jazz-accent, gegoten in romantische, bespiegelende liedjes met een twist. Bij Rough Trade komt in 1983 het debuutalbum High Land, Hard Rain uit dat een wat gepolijster geluid kent dan de eerste singles. Niettemin is het een fraai album met prachtige, weemoedige maar hoopvolle popliedjes, jubelende akoestische gitaren en aanstekelijke hits. 'We Could Send Letters' is het (opnieuw opgenomen) b-kantje van de debuutsingle, 'Pillar To Post' de Britse doorbraaksingle en album taster, gevolgd door 'Oblivious' en 'Walk Out To Winter.' Geweldige singles, een prachtig debuutalbum; Roddy Frame is dan nog maar net 19 jaar oud.

Oblivious / The Boy Wonders / Walk out To Winter / The Bugle Sounds Again / We Could Send Letters / Pillar To Post / Release / Lost Outside The Tunnel / Back On Board / Down The Dip


maandag 15 juli 2013

The Mother Hips | Kiss The Crystal Flake




Zelf zeggen The Mother Hips dat Kiss The Crystal Flake aanvoelt als een debuutalbum; ik zeg dat The Hips met hun zesde cd hun allerbeste plaat gemaakt hebben. Vanaf 1995 maken The Mother Hips – met in hun kern de zanger/gitaristen Tim Bluhm en Greg Loiacono – steeds betere cd’s, eerst onder de vleugels van het befaamde American-label, maar de laatste jaren min of meer in eigen beheer. The Mother Hips hebben nu volledig controle over hun muzikale output – brengen live-dvd’s uit en zelfs een integrale (download)versie van Neil Youngs Everybody Knows This Is Nowhere. Neil Young en zijn Crazy Horse zijn ook duidelijk het vertrekpunt van Kiss The Crystal Flake. Schitterende zangharmonieën, knallende gitaarriffs en stotende solo’s maken van deze Hips-cd een superieure en ouderwetse Westcoastrockplaat. Geweldige rocksongs als 'Mission In Vain', 'Time We Had' en 'Confirmation Of Love' getuigen daarvan. Daarbij biedt de bij de eerste persing gevoegde dvd een interessant kijkje achter de schermen, en maakt het 'Not So Independent' – hét topnummer – nog indrukwekkender.

Mission In Vain / Wicked Tree / Time We Had / No-name Darrell / Let Somebody / Confirmation Of Love / TGIM / White Hills / Not So Independent / White Headphones / Time-sick Son Of A Grizzly Bear / In This Bliss  

zondag 7 juli 2013

Fantasy | Paint A Picture

Eerst heet de band Chapel Farm, dan Firequeen en, in 1973, uiteindelijk Fantasy. Het vijftal uit Gravesend, Kent, in leeftijd variërend van 19 tot 23 jaar, komt dan onder contract bij Polydor. Het momentum is ideaal; progressive rock en avontuurlijke hardrock regeren in het Engeland van 1973 de albumlijsten; Tolkien-achtige sferen, lyrische gitaarsolo's en sfeervolle mellotron-partijen maken terecht de dienst uit. Het debuutalbum van Fantasy past perfect in dit plaatje en ook Polydor promoot Paint A Picture stevig. 
Het mag echter niet baten: niemand koopt het album. En dat is ronduit onvoorstelbaar want Paint A Picture is een van de beste lp’s in het genre van pastorale symfonische rock. Paint A Picture zit boordevol prachtige, uitgesponnen songs waarin mellotron, hammond en elektrische gitaren hoofdrollen vervullen. Het titel- en openingsnummer, 'Circus', 'Icy River' en 'The Gnome Song' kennen bovendien naast de voortreffelijke muzikale invulling prachtige melodieuze zang. Alle tien tracks van Paint A Picture zijn overigens uitzonderlijk sterk; majesteitelijk zweven de songs de hemel tegemoet, gedragen door ijle en sferische toetsen – en schitterende gitaarsolo’s. Een sprookjesachtig album, maar niet in de ogen van het platenkopende publiek. Als het vijftal in de studio zit voor de opvolger zet Polydor Fantasy rücksichtslos op straat. Vanzelfsprekend is Paint A Picture dus dat zeer bijzondere collector’s item.

Paint A Picture / Circus / The Award / Politely Insane / Widow / Icy River / Thank Christ / Young Man’s Fortune /Gnome Song / Silent Mine 

vrijdag 5 juli 2013

Carole King | Tapestry

Vele, vele artiesten hebben succes en scoren hits met composities van Carole King: The Shirelles, Aretha Franklin, The Monkees, The Byrds en James Taylor. Taylor heeft zelfs in 1971 zijn grootste hit met Kings 'You've Got A Friend' net nadat zij haar versie heeft opgenomen op dat baanbrekende singer-songwritersalbum: Tapestry. Meer dan tien jaren daarvoor is de teenager Carole Klein al een professionele songschrijver, die samen met Gerry Goffin, met wie ze in 1960 trouwt, in het fameuze Brill Building tijdens kantooruren haar liedjes in elkaar knutselt. In 1961 hebben ze hun eerste hit met The Shirelles met 'Will You Love Me Tomorrow?', een serie die culmineert in de top 10-hit van Aretha Franklin in 1967: '(You Make Me Feel) A Natural Woman'. Inmiddels is Carole gescheiden van Goffin en hertrouwd met bassist Charles Larkey, met wie ze naar Los Angeles verhuist. Onder de hoede van de befaamde producer Lou Adler wordt gepoogd King met haar band The City – Larkey op bas en de geweldige Danny Kortchmar op gitaar – in de markt te zetten. Ondanks de prachtplaat Now That's Everything Been Said is The City een commerciële mislukking. 
Aangespoord door vriend en collega singer-singwriter James Taylor probeert King het als solo-artieste. In haar knusse huis in Laurel Canyon, Hollywood – het muzikale walhalla – werkt King aan de piano aan solomateriaal en schrijft nu ook haar eigen teksten die vooral naar binnen gericht zijn en handelen over relaties, liefde en seks. Haar eerste solo-album mislukt faliekant, maar King zet door – en zal triomferen. Voor de opnamen van Kings tweede plaat verankert producer Lou Adler King stevig aan haar piano en plaatst zang en piano op de voorgrond; erachter het ingehouden en subtiele spel van Kortchmar (gitaar), Larkey (bassist), de drummers Russ Kunkel en Joel O'Brien en op akoestische gitaar James Taylor. Tapestry, dat binnen een maand na de opnamen op 30 januari '71 in de winkels ligt, is de muzikale weerslag van de condition humaine; een horoscoop van de menselijke ziel. De schitterende liedjes in een perfecte pop- en soulsetting zijn sterkt verinnerlijkt, maar tonen ook een kwetsbare jonge vrouw met sterke familiewaarden. De eerste single, het groovy maar droevige 'It's Too Late', schiet naar de eerste plaats op de Amerikaanse hitlijsten, maar komt in Nederland in juli '71 niet verder dan de tipparade. 'You've Got A Friend' is in de zomer van '71 opnieuw een Amerikaanse nummer 1-hit, maar wel in de versie van James Taylor. In Carole Kings betoverende poëziealbum hebben ook de eerdere grote hits 'Will You Love Me Tomorrow?' en '(You Make Me Feel Like) A Natural Woman' een plaatsje gekregen, de laatste evenals het bonkende, jubelende 'I Feel The Earth Move' een metafoor voor het vrouwelijke orgasme. Schitterende weemoedig-sentimentele ballads als 'So Far Away', 'Home Again' en titelnummer 'Tapestry' weven met de overige klassieke popliedjes een kleurrijk, magisch wandkleed. 
Tapestry maakt van Carole King een levende legende; de ultieme vrouwelijke singer-songwriter. Het album zelf is die overweldigende klassieker, ongevoelig voor de tand des tijds, wat wel moge blijken uit het feit dat Tapestry inmiddels de harten van ruim 25 miljoen kopers heeft verwarmd.

I Feel The Earth Move / So Far Away / It's Too Late / Home Again / Beautiful / Way Over Yonder / You've Got A Friend / Where You Lead / Will You Love Me Tomorrow? / Smackwater Jack / Tapestry / (You Make Me Feel Like) A Natural Woman



donderdag 4 juli 2013

Be-Bop Deluxe | Axe Victim

Al in de jaren zestig is zanger-gitarist Bill Nelson actief in vele bands, zo’n 15 in getal, waarvan Astral Navigations de meest legendarische is. In het begin van de jaren zeventig laat Bill Nelson zich geheel volgens de Britse trend meevoeren op de golven van de uitdovende psychedelica en de opkomende progressive rock. Dit levert een solo-album op, Northern Dream, waarop Nelson zich laat horen als een vaardige gitarist. Maar Nelson wil een band tot zijn beschikking hebben en dus richt hij in augustus 1972 Be-Bop Deluxe op, dat met hulp van John Peel bij EMI/Harvest wordt ondergebracht. Het debuutalbum Axe Victim is gestoken in een morbide/arty hoes van fotograaf Mick Rock en klinkt als de spacy glamrock van Bowie en zijn Spiders From Mars. Ziggy Stardust is onontkoombaar de blauwdruk voor Axe Victim, maar desondanks heeft Nelson – uitgedost als een alternatieve Ziggy – een fraai album bij elkaar geschreven en gespeeld. De scherpe, arty rock past perfect in het tijdbeeld van androgyne pophelden, maar het is Nelsons expressieve gitaarsound die Be-Bop Deluxe onderscheidt van de rest. Gillende, jankende en om medelijden schreeuwende gitaren domineren Axe Victim, een glamrockalbum en gitaarplaat tegelijk.

Axe Victim / Love Is Swift Arrows / Jet Silver And The Dolls Of Venus / Third Floor Heaven / Night Creatures / Rocket Cathedrals / Adventures In A Yorkshire Landscape / Jets At dawn / No Trains To Heaven / Darkness (L’immoraliste) 

woensdag 3 juli 2013

Charlie Boyer and The Voyeurs | Clarietta


Hotly tipped! Weer een lekker bandje dat in Engeland al voor de nodige opwinding heeft gezorgd: Charlie Boyer and The Voyeurs. De fantastische debuutsingle 'I Watch You' trok in het spoor van de psychedelische krautrockers Toy vorig jaar de terechte aandacht. Boyer en zijn band gooien het wat over een andere boeg; zij trekken namelijk de lijn door van The Velvet Underground, Television en The Strokes. Vooral de nerveuze gitaarrock van Television klinkt duidelijk door op debuutalbum Clarietta. De plaat werd geproduceerd door Edwyn Collins, die Charlie Boyer van het juiste gruizige, punky geluid voorzag. Jengelende orgeltjes, stofzuigergitaren en Boyers jachtige zang zorgen voor een geweldige New York artpunk-sound, terwijl melodie en liedjesstructuur behouden blijven. Tweede single 'Things We Be' opent het bal en dan is het drie kwartier lang een rock-'n-rollfeest.

Things We Be / I've Got A River / Clarietta / Go Blow A Gale / You Haven't Got A Chance / A Lion's Way / Clarinet / I Watch / Be A Complete Dream / Be Glamorous / The Central Tonne

dinsdag 2 juli 2013

Richard Hell & The Voidoids | Blank Generation

De Blanco Generatie; leeg, oningevuld. Een liggende streep: vul zelf maar in. I belong to the — generation / But I can take it or leave it each time. En op de hoes van Blank Generation zet Richard Hell dit statement kracht bij met op zijn borst de tekst: you make me —. Vul maar in. Hells punkideologie is dat er geen ideologie is. En Richard Hell, punkpionier van het eerste uur, kan het weten. In 1968 ontvlucht Richard Myers zijn armoedige leefomgeving in Kentucky en de kostschool in Delaware en verruilt deze voor het New Yorkse stadsleven. Hij vindt een baantje in een winkel in tweedehands boeken en houdt zich bezig met drugs, de dichtkunst en het schrijven van songteksten. Een jaar later voegt kostschoolvriend Tom Miller zich bij hem. Na het zien van The New York Dolls besluit het duo een band op te richten met Myers op bas en Miller op gitaar: de Neon Boys. 
Twee jaar later, in 1974, wordt die band Television, Richard Myers Richard Hell en Tom Miller Tom Verlaine. En daar ergens, in CBGB in de New Yorkse Bowery, begint met Television, de Ramones en Patti Smith de punk en de new wave. Richard Hell is daarbij en is en passant de eerste punker in gescheurde, door veiligheidsspelden bijeengehouden shirts. Maar dan, voorjaar ’75, wordt dichter, junkie en non-muzikant Hell – althans volgens Verlaine – tot zijn woede uit Television gezet. Direct wordt Hell door collega-junkie Johnny Thunders gevraagd als bassist in The Heartbreakers, maar Richard Hell wil zijn eigen band. Na een paar maanden in The Heartbreakers richt Hell The Voidoids op, een competente band met drummer Marc Bell en slaggitarist Ivan Julian, en met een briljante gitarist: Robert Quine. Hell heeft voldoende ongebruikt materiaal op de plank liggen van zijn tijd met Television – ‘Love Comes In Spurts’, ‘Blank Generation’ – en met The Heartbreakers – ‘New Pleasure’, ‘The Plan’. Met producer Richard Gottehrer knallen Richard Hell & The Voidoids in de Plaza Sound-studio in no time tien nummers op de band. Blank Generation klokt krap aan 32 minuten; 32 intense punkrockminuten, dat wel. Hells met schelle stem uitgespuwde teksten zijn persoonlijk, expliciet en confronterend: Look out jerk / You ancient slut / I can’t endure / Your smirking smut, heet het in ‘Liars Beware’ en Your mind’s a wreck but that’s fine / It corresponds to mine in ‘New Pleasure’. In ‘Down At The Rock And Roll Club’ – But I rip up my shirt – viert Hell stoned zijn pogofeestje, terwijl hij in ‘The Plan’ een incestueuze verhouding heeft met zijn ingebeelde dochter. Rauw zijn niet alleen Hells teksten, rauw is ook de Voidoids-sound, aangevuurd door de striemende, staccato slaggitaar van Ivan Julian. De muzikale hoofdrol is echter voor Robert Quine die talloze spetterende gitaarsolo’s lanceert, zoals in het stroperig bluesy ‘Betrayal Takes Two’, de fantastische John en Tom Fogerty-cover ‘Walking On The Water’, de ontsporende finale van ‘Another World’ en natuurlijk in de weergaloze punkklassieker ‘Blank Generation’. 
Dat Richard Hell een van de initiators is van de punkbeweging is, met bijbehorend provocatief gedrag en drugsgebruik, is niets teveel gezegd. Lang blijft het bij één album, wat precies genoeg is om een punkheld te zijn.

Love Comes In Spurts / Liars Beware / New Pleasure / Betrayal Takes Two / Down At The Rock And Roll Club / Who Says? / Blank Generation / Walking On The Water / The Plan / Another World