zaterdag 30 december 2017

Ten Years After | Recorded Live

‘Und Jetzt, in die Festhalle in Frankfurt: Ten Years After!’ Zo begint Recorded Live, de live-dubbelaar van Alvin Lee’s heavy bluesrockband. Ten Years After bereikte een ongekende populariteit na een zinderende uitvoering van ‘I’m Going Home’ op Woodstock.  Op dat succes bouwt de band voort met eindeloze tournee’s over de hele wereld. Na een aantal sterke lp’s is na Undead uit 1969 de tijd in 1973 opnieuw rijp voor een live-album, dat met de Rolling Stones’ mobiele opname-truck niet alleen is opgenomen in Frankfurt, maar ook in Amsterdam, Rotterdam en Parijs. Het resulteert in een rauwe, levendige en opwindende dubbelelpee, waarop de elektrische blues, uitbundige drumsolo’s en razendsnelle gitaarsolo’s volop gevierd worden. Dat levert in ‘One Of These Days’, ‘You Give Me Loving’ en in de covers ‘Help Me’ (Willie Dixon) en ‘I Can’t Keep From Cryin’ Sometimes’ (Al Kooper) in ieder geval superieur stomende bluesrocksongs op, om natuurlijk niet te spreken van de icoon die ‘I’m Going Home’ is. Machtige dubbelaar.

One Of These Days / You Give Me Loving / Good Morning Little School Girl / Hobbit / Help Me / Classical Thing / Scat Thing / I Can’t Keep From Cryin’ Sometimes / Silly Thing / Slow Blues in ‘C’  / I’m Going Home / Choo Choo Mama

donderdag 28 december 2017

Holly and the Italians | The Right to Be Italian

Je bent geboren in Chicago, richt je band op in Los Angeles, begint met spelen in de pubs van Londen, neemt je debuutplaat met je band op in New York en gaat er prat op Italiaan te zijn. Jij heet Holly Beth Vincent, je band Holly and the Italians en de enige langspeler in 1981 The Right to Be Italian.
Ja, Holly Beth Vincent is me d’r eentje, eentje die haar eigen weg gaat en krijgt wat ze wil. In 1978 is Vincent met haar Italians in Londen, in het hart van de punk. Holly, zangeres en gitarist, en haar vriendjes Mark Sidgwick (bas) en Steve Young (drums) spelen de Londense pubs plat en trekken de aandacht van radiopresentator en rockschrijver Charlie Gillett (The Sound of the City: The Rise of rock and Roll). Dankzij hem mogen Holly c.s. een singletje opnemen: ‘Tell That Girl To Shut Up’; het brengt ze onder contract bij Virgin Records en in het Londense voorprogramma van Blondie. En vervolgens bij Blondie’s producer Richard Gottehrer, die met Holly and the Italians in de New Yorkse Record Plant Studios die debuutplaat opneemt. Naast de incidentele strijkers en blazers dragen ook muzikanten als Anton Fig (drums), Paul Schaffer (piano, orgel) en Talking Head Jerry Harrison (synthesizers) bij aan de punky new wave-sound van Holly and The Italians. 
The Right to Be Italian is in 1981 echt zo’n lp die net even te laat is voor de eerste punk-explosie en net als zovele new wave-bands met een frontvrouw (The Motels, Sue Saad and the Next, The Shirts) blijvend overschaduwd wordt door Blondie. Maar met catchy singles als ‘Tell That Girl To Shut Up’, ‘I Wanna Go Home’ en ‘Miles Away’, de spectoriaanse pracht van ‘Just For Tonight’ en het bijna epische ‘Rock Against Romance’ - ronduit de beste Holly and the Italians-song - is The Right to Be Italian in 1981 toch wel een tot de canon van de Amerikaanse new wave behorende plaat.
Maar ergens houdt het daar al op met Holly Beth Vincent; die tweede Holly and the Italians-plaat komt er niet; een solocarrière komt vervolgens niet van de grond; er voltrekt zich geen wonder. Al hoopte Holly Beth Vincent blijkens ‘Rock Against Romance’ daar wel op:

Someone told me once there really is a wonderland
Do you think so, could it be so, oh I hope so…
Wonderland
Wonderland
Wonderland
Wonderland


‘I Wanna Go Home’ | ‘Baby Gets It All’ | ‘Youth Group’ | ‘Just Young’ | ‘Miles Away’ | ‘Tell That Girl To Shut Up’ | ‘Just For Tonight’ | ‘Do You Say Love’ | ‘Means To A Den’ | ‘Rock Against Romance’

zondag 17 december 2017

The Vipers | Outta The Nest!

Outta The Nest! is een plaat om smoorverliefd op te worden. Een plaat die overbekende elementen bevat, maar met nét die vervreemdende twist. Rock, garage, psychedelica, maar dan wel met een tintelend popgevoel: The Vipers. Het openingsnummer, ‘Nothing’s From Today’, is ook te vinden op Battle Of The Garage Vol.II, deel 2 van een legendarische serie neo-psychedelica uitgebracht op het Voxx-label. Maar hier, als onderdeel van een langspeler, klinkt het nieuw, nooit gehoord. Echo, Rickenbackers, fuzz. Alleen al de klank van Outta The Nest! is klassieke garage. Zwaar leunend op de sound van The Yardbirds, The Electric Prunes en The Chocolate Watchband, maar ook overduidelijk beïnvloed door The Beatles en knipogend naar The Monkees. Pakkende composities, uiterst competent uitgevoerd en versierd met sitars, klavecimbel en agressieve fuzz-gitaren. Outta The Nest! is een wild feest.
The Vipers worden in 1981 opgericht door Jon Weiss die afkomstig is uit The Fleshtones. Het New Yorkse muzikale landschap in die tijd wordt onder anderen gevormd door Patti Smith, Television en Suicide. Zij zijn beïnvloed door punk, garage en psychedelica. Dit is de vruchtbare grond waarin het zaad van The Vipers kan kiemen. Door veel op te treden in lokale hangout The Dive onstaat een totaal eigen sound en groeit hun hun repertoire uit tot een mix van originals en covers zoals ‘Why Do I Cry?’ van The Remains en ‘Medication’ van The Standells. Na de debuutsingle ‘Never Alone’ nemen The Vipers in de zomer van ’84 hun debuutelpee op in de Sear Sound-studio, thuishaven van sixtieslegende Lothar And The Hand People. 
Outta The Nest! wordt direct herkend als een klassiek sixties garage/psych album, alleen is de plaat twintig jaar later opgenomen. Vertrekpunt is 1967, het scharniermoment tussen garagerock en Sgt. Pepper. The Vipers mengen beide fenomenen tot een adembenemende cocktail. Het jeugdige elan spat van het vinyl en bovendien klinkt de plaat als een klok. Galm, echo, reverb, The Vipers passen het op de enige juiste manier toe; alsof de plaat in een diepe, zompige kelder is opgenomen. Uitstekende, pakkende composities die klokken binnen drieëneenhalve minuut – een enkele iets langer. ‘Borrowed Time’, ‘Cheated And Lied’, ‘Dark As My Day’; binnen het pop/psych genre is het tot op de dag van vandaag zelden beter gedaan. Samen met uitgekiende covers als het al eerder genoemde ‘Medication’ behoren de nummers op deze lp tot de essentie van garage en psychedelica.
Maar zoals zo vaak komen er na de euforie ook mindere tijden. De band raakt ontregeld door de dood van hun manager en wordt slachtoffer van mismanagement. Ze maken singles, toeren door Europa en nemen een tweede lp op, getiteld How About Somemore? een waardige opvolger van Outta The Nest!, maar meer ook niet. De beatleboots en skinny ties zijn vervangen door leren vestjes en blote armen, de pagekapsels door golvende manen. De muziek is meer opgepompt; meer rock dan garage. En net als die andere legendarische neo-garageband, The Chesterfield Kings, lopen The Vipers in de val van de jaren negentig metal. De powerpop psychedelica is in rook opgelost, de magie verdampt. Er resten een handvol singles en twee lp’s, een goede en een briljante. De briljante bezit de zeldzame klasse die te vergelijken valt met de vermaarde Nuggets dubbel-lp (of de cd-box): voor Outta The Nest! geldt onverkort wat er in de liner notes op de lp-hoes vermeld staat: ‘classic album number one’. 

Nothing’s From Today / Now I Remember / Cheated And Lied / Dark As My Day / Tellin’ Those Lies / Medication / Surprise, Surprise / Tears (Only Dry) / Ain’t Nothin’ Like Her / Borrowed Time / Not To Be In Love / We’re Outta’ Here!

Eerder gepubliceerd in Platenblad.

zondag 10 december 2017

Nitzinger | Nitzinger

Toch wel uit het redelijke niets komt John Nitzinger in 1972 met een waanzinnige hardrockplaat, die zo niet alle, dan wel vele gebieden bestrijkt: heavy rock, southern rock en ook countryrock. En vergeet de rockballad niet. John Nitzinger, uit Forth Worth, Texas, heeft alles in huis. Hij is een wat maf persoon, die niet zomaar aansluiting vindt in de mainstream muziekindustrie - maar hij schrijft wel verdomd goeie liedjes en is bovendien een fantastische gitarist. De goden zij gedankt dat Capitol Records de brille van de bijzondere Nitzinger inziet en hem een lp laat opnemen met zijn band: Linda Waring op drums en Curly Benton op bas. De rest doet John Nitzinger zelf. En dat is niet niks want Nitzinger is een monster van een hardrock-album. Met beukende songs als ‘Ticklelick’ en ‘Witness to the Truth’; en midtempo rocksongs, in de sfeer van ZZ Top, als ‘Boogie Queen’ en het Lynyrd Skynyrd-achtige ‘The Nature of Your Taste’ en ook het prachtige door Nitzingers gitaar aangejaagde ‘My Last Goodbye’. Dan is er natuurlijk ook nog Nitzingers lijflied, het opzwepende ’Louisiana Cock Fight’. Maar er is op dit album niet alleen moordende hardrock; John Nitzinger zoekt, hoe wonderlijk ook, de nuance op in het fascinerende ‘Enigma’ en in de betoverende pianoballad ‘No Sun’. Dat is ook wat Nitzinger zo’n geweldig rockalbum maakt: de afwisseling tussen Nitzingers geile gitaarspel in de rocksongs en de akoestische ruimtelijkheid in de schitterende midtempo songs. Het album is ook nog eens prachtig uitgevoerd in een leerprint met een zilveren opdruk en op de binnenhoes de teksten in zilveren inkt geprint. Al met al is Nitzinger een soort enigma en is Nitzinger een enigmatisch hardockalbum; uniek in zijn soort.

‘L.A. Texas Boy’ | ‘Ticklelick’ | ‘No Sun’ | ‘Louisiana Cock Fight’ | ‘Boogie Queen’ | ‘Witness to the Truth’ ‘The Nature of Your Taste’ | ‘My Last Goodbye’ | ‘Enigma’ | ‘Hero of the War’

maandag 4 december 2017

Dog Soldier | Dog Soldier

The Keef Hartley Band speelde op Woodstock maar hun manager weigerde hen te laten filmen. Een tragische vergissing. Zodoende bleef eeuwige roem onthouden aan drummer Keef Hartley (ex-Artwoods, ex-John Mayall's Bluesbreakers) en zanger/gitarist Miller Anderson (ex-Savoy Brown). Als Hartley in 1971 met een big band gaat toeren is Anderson weg voor een solocarrière. Gek genoeg brengt een advertentie in de New Musical Express eind '74 de mannen weer bij elkaar. Met oude rot Derek Griffiths (ex-Artwoods) op gitaar en starten zij Dog Soldier, vernoemd naar Cheyenne-indianen op het oorlogspad. 
Het opportunistische Amerikaanse United Artists-label is ook op het oorlogspad, biedt Dog Soldier flinke voorschotten en eist een debuutplaat met een Amerikaanse sound. Dat gaat niet lukken: Dog Soldier is een lekker logge, Britse hardrockplaat met spacey accenten. Schitterend zijn 'You Are My Spark' en 'Long & Lonely Night', die toch, ja Westcoast-invloeden verraden. Stevige riffs, vloeiende gitaarsolo's en zoemende moogs kleuren het avontuurlijke rockgeluid van Dog Soldier, in het bijzonder de epische, elf minuten durende afsluiter 'Looks Like Rain'. Het blijft erbij, interne strubbelingen en de druk van UA maken al in 1975 Dog Soldier kapot. 

Pillar To Post / Several People / You Are My Spark / Long & Lonely Night / Giving As Good As You Get / Thieves & Robbers / Strangers In My Owm Time / Looks Like Rain