woensdag 31 januari 2018

Jackie Greene | Giving Up The Ghost

De New York Times noemde hem ‘The Prince of Americana’ en al jarenlang geldt Greene als een grote belofte. Zijn platen, zoals Sweet Somewhere Bound (2005) en American Myth (2006), werden beter en beter en dat culmineert nu in het even als atmosferische Giving Up The Ghost. Dit album kent bovendien een fantastische bezetting, want Greene is vanwege zijn bovengemiddelde vaardigheden op orgel en piano een graag geziene gast(muzikant) bij San Francisco-bands als The Mother Hips en Grateful Dead’s Phil Lesh And Friends – en die betalen nu terug. Zo spelen mee: Greg Leisz, Phil Lesh (Grateful Dead), Tim Bluhm (The Mother Hips), Pete Thomas en Davey Farragher (Elvis Costello), Larry Campbell (Bob Dylan) en David Hidalgo (Los Lobos), terwijl Steve Berlin (Los Lobos) ook produceerde. Je zou hierdoor bijna vergeten dat Jackie Greene zelf de grote ster is van Giving Up The Ghost
Greene loodst de luisteraar langs twaalf afwisselende eigen composities, passeert en passant soul, rhythm & blues en aanstekelijke pop, maar houdt stevig koers richting chicano-rootsrock. Hoogtepunten? De relaxte swing van ‘Another Love Gone Bad’, de soul van ‘Downhearted’, de Stax-blazers van ‘Don’t Let The Devil Take You Mind’, de stuurse rock van ‘Animal’ (à la David & David), de Lanois-broei van ‘Prayer For Spanish Harlem’ en de schitterende, meeslepende midtempo-songs ‘Shaken’ en ‘When You Return’. Ja, het is hier alles goud wat er blinkt.
Dat mag dan in 2008 gelden voor Giving Up The Ghosts, voor Greene’s toekomstige carrière geldt dat zeker niet. Een mondiale doorbraak à la Ryan Adams of Jason Isbell zit er vooralsnog niet in; Jackie Greene lijkt veroordeeld tot de marge. 

‘Shaken’ | ‘Animal’ | ‘I Don’t Live In A Dream’ | Like A Ball & Chain’ | Uphill Mountain’ | ‘Don’t Let The Devil Take Your Mind’ | ‘Prayer For Spanish Harlem’ | ‘Downhearted’ | ‘Follow You’ | ‘Another Love Gone Bad’ | ‘When You Return’ | ‘Ghosts of Promised Lands’  

zaterdag 27 januari 2018

Once & Future Band | Once & Future Band

Once & Future Band van de gelijknamige band klinkt als een verloren gegaan album uit de tijd van de jarenzeventig progrockbombast: fraaie zangharmonieën, spacy synths, tinkelende Fender Rhodes en superieur gitaarwerk. Alleen: Once & Future Band is helemaal 2017. De band komt uit Oakland, Californië en brengt in januari 2017 zijn machtige debuutplaat uit op Castle Face Records, het indielabel van John Dwyer van Thee Oh Sees. Once & Future Band is echter met herkenbare invloeden van Yes, Pink Floyd, Queen, Steely Dan en The Beatles - in de meerstemmige zang - eerder symfonisch dan psychedelisch.
Once & Future Band is gegroepeerd rondom mastermind Joel Robinow (zang, toetsen, gitaar, bas), met daar omheen Eli Eckert (bas, gitaar, zang), Raze Regal (gitaar) en Raj Ojha (drums). Zij trappen hun debuutalbum af met ‘How Does It Make You Feel?’, een zinderend popmeesterwerkje dat zowel The Beatles als Electric Light Orchestra in herinnering roept. Een volgend hoogtepunt is ‘I’ll Be Fine’; majestueuze progpop, met voortreffelijke zang en priemende en vloeiende Brian May-gitaren. Er zijn ook uitstapjes naar meer jazzy, Steely Dan-terrein; ‘Rolanda’ is zelfs zo jazzy, funky en sexy als Gino Vanelli dat was. Mooi, sfeervol gitaarwerk van Regal en Robinows swingende, dwarrelende, spacy synthesizersolo’s tillen ‘Hide and Seek’, Magnetic Memory’ en ‘Standing in the Wake of Violence’ hoog op naar het retro-progrock-walhalla. Het is daarom ronduit fantastisch dat Once & Future Band heeft besloten de midden jaren zeventig rock-extravagenza te doen herleven. Once & Future Band is aldus een toekomstige retro-klassieker.

‘How Does It Make You Feel?’ | ‘I’ll Be Fine’ | ‘Hide and Seek’ | ‘Rolando’ | ‘Tell Me Those Are Tears of Joy’ | ‘Magnetic Memory’ | ‘Standing in the Wake of Violence’



zondag 21 januari 2018

Ness | You Can't Afford To Feel

Voor het gemak noemt gitarist Rick Ness zijn nieuw op te richten band maar naar zichzelf. Phil Young (keyboards), John San Juan (bas) en Bill Swartz hebben daar geen moeite mee. Ness, gestationeerd in Chicago, Illinois, laat in 2004 hun debuutalbum verschijnen, maar het is het zelf-gereleasde You Can't Afford To Feel dat Ness in 2008 op de – alternatieve – kaart zet. In de kern een klassieke powerpopband in de trant van Jellyfish, is Ness feitelijk veel, veel meer. 
You Can't Afford To Feel is een ware tour-de-force van muzikaliteit, waarbij het kwartet heel veel muziekhistorie overhoop haalt, maar vooral laveert tussen progressive rock en classic rock uit de seventies: The Lamb Lies Down On Broadway van Genesis; Meddle van Pink Floyd; Quadrophenia van The Who; Holland van The Beach Boys; en Something/Anything? van Todd Rundgren. De gitaarpartijen van Rick Ness op zijn Gibson met dubbele hals zijn inventief en spannend, maar wat Phil Young aan zijn toetsenarsenaal ontlokt is ronduit fenomenaal. Sfeervolle en pastorale tracks, met volop sprookjesachtige passages als 'Somewhere', 'Losing Track (Of All The Things I've Lost)' en 'Elena Margaret' – met fraaie pedal steel –; de prachtig gedreven powerpop van 'I Intend'; het psychedelische 'Weary By The Day'; en het zonnige Beach Boys/Jellyfish-achtige 'Pretty White'; alles is even fraai, maar het kan niet in de schaduw staan van de 25 minuten durende progrock-extravaganza van 'The Future Used To Be Cool'. 
Met zijn ruim 70 minuten heeft You Can't Afford To Feel niet alleen de speelduur van een klassieke dubbel-lp, maar met zijn kleurrijk gearrangeerde progrock ook de kwaliteit ervan.

Where's Guns? / I Intend / Somewhere / Weary By The Day / The Future Used To Be Cool / Losing Track (Of All The Things I've Lost) Pretty White / Elena Margaret / Goin' Home 

Ness, 2008

maandag 15 januari 2018

Blue Öyster Cult | Agents Of Fortune

Agents Of Fortune: een waterscheiding in het oeuvre van Blue Öyster Cult, een hardrockgroep van Long Island, New York met een hang naar het occulte. De scheidslijn loopt tussen obscure, sinistere heavy metal en radiovriendelijke, goed in het gehoor liggende maar niettemin stevige rock. Opgericht als Soft White Underbelly in 1967, geadopteerd door svengali's Sandy Pearlman en Richard Meltzer, neemt de band na een naamswijziging in Stalk-Forrest Group zijn debuut op, dat maar liefst veertig jaar op de plank blijft liggen. Een nieuwe start als Blue Öyster Cult bezorgt de bikerband een platendeal bij Columbia. 
Na drie studio-albums brengt de live-dubbelaar On Your Feet Or On Your Knees succes en aansprekende verkoopcijfers. Het nieuw verkregen elan valt samen met de nieuwste technologische ontwikkelingen, als de bandleden in 1975 thuis de beschikking krijgen over een portable meersporenrecorder. Passé is het langdurige, kostbare verblijf in de studio, want nu komen Donald 'Buck Dharma' Roeser (zang, gitaar, synthesizer), Eric Bloom (zang, gitaar), Allen Lanier (zang, keyboards, gitaar), Albert Bouchard (drums, gitaar) en Joe Bouchard (bas, piano) met kant en klare, thuis opgenomen demo's in de Record Plant-opnamestudio. Roeser is het goudhaantje als hij tevoorschijn komt met een atmosferische rocksong die opgetuigd is met een gitaarriff ontleend aan 'So You Want To Be A Rock 'N' Roll Star' van The Byrds en voorzien is van een tekst die reïncarnatie als thema heeft. Dit '(Don't Fear) The Reaper' wordt samen met negen broeierige, sc-fi-songs in een kleine zes weken tijd opgenomen, en in mei 1976 als Agents Of Fortune op de markt gebracht. Gelijktijdig komt '(Don't Fear) The Reaper' uit als single – en wordt een Amerikaanse hit. De hypnotiserende rocksong, met fluwelen gitaren, melodieuze zang en koebel, komt in Nederland in november '76 niet verder dan de tipparade, maar dat doet niks af aan de hemelse pracht. Prachtig zijn evenzeer ‘The Revenge Of Vera Gemini’ - met zang van Patti Smith - en de wat lichtere metalsongs 'E.T.I. (Extra Terrestrial Intelligence)', 'Sinful Love', 'Morning Final' en 'Debbie Denise', in het bijzonder vanwege de ruimtelijke en ietwat gepolijste sound én het warme, vloeiende gitaarwerk. 
Blue Öyster Cult heeft met Agents Of Fortune een klinkend hitalbum geproduceerd maar wordt wel enerzijds beticht van commerciële uitverkoop vanwege het glanzend gepolijste geluid en anderzijds verketterd door de christelijke gemeenschap om de verdachte, vermeend suïcidale tekst van '(Don't Fear) The Reaper'. Desondanks gaat Agents Of Fortune, een klassiek mid jaren zeventig hardrockalbum, meer dan een miljoen keer over de toonbank. '(Don't Fear) The Reaper' op zijn beurt, wordt in 2000 geëerd met een bijzonder geestige parodie in het satirische programma Saturday Night Live. Een klassiek album dus, en een nog klassiekere single die, religieuze verbrandingen ten spijt, een enorm publiek aanspreekt. 

This Ain't The Summer Of Love / True Confessions / (Don't Fear) The Reaper / E.T.I. (Extra Terrestrial Intelligence) / The Revenge Of Vera Gemini / Sinful Love / Tattoo Vampire / Morning Final / Tenderloin / Debbie Denise

Columbia, 1976

woensdag 10 januari 2018

Hawkwind | Hall Of The Mountain Grill

In 1968 opgericht door straatmuzikanten, daklozen en lsd-slikkers, is Hawkwind de belichaming van de jaren zestig tegencultuur en het totaal doorgetripte hippiedom. Een losgeslagen bende die zich in de Londense hippiewijk Notting Hill Gate, een pendant van Haight-Ashbury in San Francisco, te buiten gaat aan marihuana, lsd, cocaïne, mescaline, dexedrine en mandrax. Het enige doel van Hawkwind is volgens oprichter Dave Brock om het visuele en muzikale equivalent van een acid trip te creëren. Met behulp van tape-loops, echokamers en geluidsgeneratoren brouwt de band – zes langharige weirdo's – een geluid van ellenlange solo's, pulserende elektronica en uitputtende, zich steeds herhalende ritmische patronen: de spacerock van Hawkwind is heftig, chaotisch en meedogenloos. 
Live is de band al snel een sensatie, want een multimedia-spektakel vanwege de rondtollende stroboscopen, de idiote uitdossingen, de medewerking van kunstenaars als science-fictionschrijver Michael Moorcock en de verknipte dichter Robert Calvert – en in het bijzonder de naakt-act van danseres Stacia. Grafisch kunstenaar Barney Bubbles tekent voor de schitterende hoezen, zo ook voor Hall Of The Mountain Grill, met een fascinerende hoes die het science fiction-karakter van de muziek benadrukt. Het is Hawkwinds vijfde album, live-trip Space Ritual meegerekend, en inmiddels is Ian 'Lemmy' Kilminster aan boord als zanger en bassist en heeft de band in 1972 een onverwachte hit gehad met 'Silver Machine'. 
De heavy riffs zijn teruggebracht naar een bescheidener niveau en akoestische gitaar, viool en mellotron doen hun intrede. Het Hawkwind-geluid is nog even spacey, maar zweeft nu majesteitelijk; melodie en harmonie zetten de toon. Hawkwind klinkt nu symfonisch vanwege de machtige mellotron-tapijten, de elektrische viool en de verrassend sterke zangharmonieën, dit alles superieur samengebald in het Pink Floyd-achtige 'D-Rider'. In het verlengde hiervan liggen atmosferische stukken als 'Web Weaver' en de prachtige instrumental 'Wind Of Change', op hun beurt ingeklemd tussen opener 'The Psychedelic Warriors (Disappear In Smoke)' en afsluiter 'Paradox', Beide zijn gefundeerd op een geslaagde combinatie van gekende riffs en geestverruimende mellotrons en synthesizers. Het vernieuwde Hawkwind, losgezongen van de totale gekte, levert in 1974 met Hall Of The Mountain Grill een onverwacht coherent werk af, dat mag gelden als een meesterwerk van psychedelische, symfonische spacerock.
Personele trubbels, psychoses, drugs-incidenten en wat al niet meer weerhouden kapitein Dave Brock er niet van Hawkwind decennialang in de vaart te houden. Een respectvol, maar niettemin marginaal bestaan voor dé pioniers van de spacerock. Hawkwind: psychedelische sci-fi-rockers in extremis, in ultimo extremis.

The Psychedelic Warriors (Disappear In Smoke) / Wind Of Change / D-Rider / Web Weaver / You'd Better Believe It / Hall Of The Mountain Grill / Lost Johnny / Goat Willow / Paradox

United Artists, 1974

zondag 7 januari 2018

Frost | Through The Eyes Of Love

In 1968 heet de band uit Detroit, Michigan nog Dick Wagner and the Frost, maar een jaar later is het gewoon Frost. Dick Wagner is de componist, zanger en gitarist van de heavy rockband die onder contract komt bij Vanguard en voor dat label drie albums produceert. De band is in het voetspoor van heavy rockgroepen als MC5 en The Stooges in Michigan behoorlijk populair, maar is beduidend melodieuzer dan voornoemde bands. 
De derde en laatste lp Through The Eyes Of Love is in 1970 Frosts meest evenwichtige plaat, vanwege de warme en organische sound en de topvorm van songschrijver en gitarist Wagner. Met zijn sublieme en lyrische gitaarspel tilt Wagner prachtige bluesy hardrocksongs als ‘Black As Night’, ‘Through The Eyes Of Love (God Help Us Please)’ en ‘It’s Hard’ naar een hoog niveau. De beste zanger is Wagner niet, maar zijn expressieve en warme gitaarsound maakt van Through The Eyes Of Love een uitstekend melodieus hardrockalbum. 
Als gitarist zal Dick Wagner later befaamd worden door een hoofdrol te vertolken op essentiële albums van zowel Lou Reed als Alice Cooper; een roemvolle carrière waarvan Frost een fraaie prelude vormt. 

Black As Night / Fiften Hundred Miles (Through The Eye Of A Beatle) / Through The Eyes Of Love (God Help Us Please) / Maybe Tomorrow / It’s So hard / A Long Way From Home / Big Time Spender

Vanguard, 1970