zaterdag 26 september 2015

Elvis Perkins | Ash Wednesday

Ash Wednesday is een hartverscheurend album. Ga maar na. Singer-songwriter Elvis Perkins verloor zijn vader Anthony Perkins - de hoofdrolspeler in Alfred Hitchcocks Psycho - in 1992 als gevolg van AIDS. Exact negen jaar later was zijn moeder een inzittende van het American Airlines-vliegtuig dat zich in de Twin Towers boorde. Een dag later, woensdag 12 september 2011, restte er niet meer dan as van zijn moeder: Ash Wednesday, een toepasselijke titel voor een debuutalbum.
Elvis Perkins groeide op in zowel Los Angeles als New York, speelde al op jonge leeftijd in bandjes en bekwaamde zich op piano en gitaar. In 2004 verhuisde hij van de west- naar de oostkust en richtte met muzikale vrienden Dearland op om ook met hen zijn solodebuut op te nemen. Perkins broedde al zeven jaar op zijn debuutalbum, maar aanvankelijk werd zijn droom verscheurd door zijn moeders dood. Gelukkig wordt Perkins’ fenomenale debuutplaat uiteindelijk in 2007 gerealiseerd. Ash Wednesday is een rijke plaat, met een rijk instrumentarium, in mineur getoonzette melodieën en bitterzoete teksten. Ash Wednesday is chronologisch opgebouwd: de eerste zes songs schreef Perkins voor Nine Eleven, de volgende vijf erna. Het zevende liedje, titelnummer ‘Ash Wednesday’, is dan ook zowel intriest als wonderschoon; gedragen door droge akoestische gitaren, strijkers en Perkins’ wanhopige zang. Dat geldt ook voor het veelzeggend getitelde ‘The Night & The Liquor’: deprimerende pracht. De eerste helft is een weinig lichter van toon, welk klankbeeld in combinatie met Perkins’ stem herinneringen oproept aan David Bowie’s Hunky Dory. Ook hier dringen weemoed en verlangen zich op; zowel in het dwingende ‘All The Night Without Love’ als in het desolate in strijkers gedrenkte ‘Moon Woman II’ en - vooral vanwege de jankende viool - in ‘Emile’s Vietnam In The Sky’. In het vol georkestreerde ‘Sleep Sandwich’ perst Perkins zich nog eens in de ziel van de luisteraar, om af te sluiten met het treurdicht ‘Good Friday’. Ash Wednesday is een urgente en bij de keel grijpende plaat; een emotionele rollercoaster; een muzikaal dagboek van een beschadigde ziel. Een nauwelijks te evenaren, maar niet erkend meesterwerk; only time will tell.


While You Were Sleeping / All The Night Without Love / May Day / Moon Woman II / It’s Only Me / Emile’s Vietnam In The Sky / Ash Wednesday / The Night & The Liquor / It’s A Sad World After All /  Sleep Sandwich / Good Friday

vrijdag 18 september 2015

Slade | Slade Alive!


Vier working-class lads uit Wolverhampton vormen in 1966 The N' Betweens. Ze werken hard in het clubcircuit, maar hits scoren ze niet. The N' Betweens worden Ambrose Slade en als Jimi Hendrix' manager zich met hen gaat bemoeien wordt het kortweg Slade. Aanvankelijk vinden Noddy Holder (zang, gitaar), Dave Hill (gitaar), Jim Lea (bas) en Don Powell (drums) met hun skinhead-look niet de juiste toets, maar als de jongens hun haar weer laten groeien – en Noddy Holder zijn bakkebaarden – komen ook de plateauzolen, Schotse ruit-broeken en glitterpakken. In combinatie met een zinderende stage-act weet Slade dan toch de aandacht van de kids te trekken, wat in de zomer van '71 resulteert in Slade's eerste hit: een cover van Little Richards 'Get Down And Get With It'. Schrijversduo Holder/Lea borduren rap voort op dit succes met een onvoorstelbare serie elkaar snel opvolgende hits, die ook in Nederland steevast de top 10 halen: 'Coz I Luv You', 'Look Wot You Dun', Take Me Bak 'Ome', 'Mama Weer All Crazee Now' en Gudbuy T' Jane'. Intussen hebben Slade en manager Chandler al begin '72 het geniale idee bedacht om hun volgende album live voor een zaal vol fans op te nemen, tenslotte  is Slade een geoliede rock-'n-rollmachine – en explosief als nitroglycerine. En dus nemen Holder, Hill, Lea en Powell voor de kostprijs van £ 600 in de studio van het Londense Command Theatre voor een laaiend enthousiaste meute boys and girls zeven luidruchtige stampers op. De sfeer zit er gelijk goed in, want onder enthousiast handgeklap en gestampvoet trappen de lads af met een beukende cover van Ten Years Afters 'Hear Me Calling'. Voort gaat het met de Holder/Lea rocker 'In Like A Shot From My Gun', om dan tot relatieve rust te komen bij John Sebastians ballad 'Darling Be Home Soon'. Aanvankelijk lijken Holder en de jongens te kiezen voor een gevoelige interpretatie, maar scheurende gitaren brengen het lied op hol. Vervolgens neemt Slade gas terug, maar dan verscheurt de vileine Holder de intieme sfeer met een gigantische boer. Kant 1 sluit dan lekker luidruchtig en bot af me 'Know Who You Are'. Op kant 2 gaat de band vrolijk door met stampende rock-'n-roll-liedjes, eerst 'Keep On Rocking' en dan, hoewel cover, de ultieme Slade-song 'Get Down And Get With It'. Met een stem als een scheermes zweept Noddy Holder zijn kompanen en het publiek op naar grote hoogten, waar allen nog zo'n zeven minuten blijven vertoeven voor een zinderende, overdonderde versie van Mars Bonfire's ultieme roadsong 'Born To Be Wild'. Het uitbrengen van Slade Alive! in maart 1972 is een briljante zet. Niet alleen blijft Slade bij de kids scoren met kolossale hits, met het superieure live-album Slade Alive! snoert Slade criticasters subiet de mond. Slade Alive! zal later bovendien een grote inspiratiebron blijken te zijn voor pubrockers en punkers, zoals Dr. Feelgood en de Ramones.

Hear Me Calling / In Like A Shot From My Gun / Darling Be Home Soon / Know Who You Are / Keep On Rocking / Get Down And Get With It / Born To Be Wild 


maandag 7 september 2015

Phosphorescent | Live At The Music Hall

Matthew Houck heeft zich gestaag ontwikkeld van een aarzelende, bescheiden alt.singer-songwriter tot een zelfverzekerde rockartiest. Houck, die zich verstopt achter het Phosphorescent-alter ego, heeft in de loop der jaren echt geweldige albums geproduceerd: Pride (2007), Here’s To Talking it Easy (2010) en Muchacho (2013). En uit deze albums heeft hij geput voor een klassiek live-album. Verspreid over vier concerten opgenomen in The Music Hall in Wiliamsburg,  Brooklyn, New York, is Live At The Music Hall een prachtige live-registratie van Phosphorescent op de top van zijn kunnen. Houck heeft een ronduit geweldige band om zich heen verzameld. Piano, orgel en pedal steel - naast gitaar, bas en drums - zijn het royale muzikale kader waarbinnen Houck zich als een vis in het water voelt. In uitgesponnen rocknummers voorzien van fijne gitaarsolo’s laat Houck, met cowboyhoed en Nudie-suit, horen een classic performer te zijn van classic rocksongs: ‘A New Anhedonia’, ‘The Quotidian Beasts', ‘Dead Heart'. Af en toe neemt hij gas terug om solo fraaie songs neer te zetten, zoals het imposante ‘Wolves’. Uiteraard sluit Phosphorescent af met zijn eigen ‘Free Bird’: zo’n 10 minuten gitaarrock in de vorm van ‘Los Angeles’. Live At The Music Hall is niet zomaar vergelijkbaar met Dylans Before The Flood of Bob Segers Live Bullet, maar een klassieke live-dubbelaar is het wel. 

Sun Arise (An Invocation, An Introduction) / A New Anhedonia / Terror In The Canyons (The Wounded Master) / The Quotidian Beasts / Tell Me Baby (Have You Had Enough) / Nothing Was Stolen (Love Me Foolishly) / Dead Heart / Down To Go / Song For Zula / Ride On/Right On / A Picture Of Out Turn Up Praise / Muchacho’s Tune / Wolves / Joe Tex, The Taming Blues / Los Angeles