De roots van Armageddon liggen op de prairie van Noord-Texas, in Amarillo. Daar beginnen Mark Creamer (zang, gitaar), James Parker (zang, gitaar), Dallas Smith (bas) en Jon Stark (drums, zang) als The Y’alls. Met z’n allen verkassen ze in 1996 naar Californië, naar Los Angeles. Onder de vleugels van Lee Hazlewood worden The Y’alls The Kitchen Cinq. Die ene lp – Everything But… The Kitchen Cinq – doet niet zoveel. En als de lieflijke sixties overgaan in de meer heavy seventies, waarvan de moord op het Altamont-festival een van de kantelpunten is, breken er nieuwe tijden aan. En nieuwe tijden vragen om een nieuw geluid; om een harder geluid. En dat heeft Armageddon, al raakt ze wel bassist Smith kwijt – maar die wordt vervangen door Skip Battin.
Armageddon krijgt een contract (voor één plaat) bij Jimmy Bowens Amos Records en bevindt zich daarmee in goed gezelschap van Longbranch Pennywhistle (met daarin Eagles-oprichter Glenn Frey) en Shiloh (met daarin Eagles-oprichter Don Henley). Met als producer hun manager Thom Thacker neemt Armageddon in 1969 een lp op, waarmee de band laat zien en horen de sixties-pop definitief verlaten te hebben en de regionen van de meer stevige rock te betreden. Armageddon is een rockalbum; Armageddon is een rockalbum dat de countryrock van The Byrds en The Band combineert met de heavier sounds van Iron Butterfly. Dat levert geen perfecte plaat op, maar wel een die beslist de moeite waard is. Want volgens wat ik beschouw als het Moby Grape-recept wordt de door elektrische en fuzz-gitaren aangedreven rocksound afgeremd en verzacht door meerstemmige zang en sterke melodielijnen. Zodoende zijn tracks als ‘Armageddon Theme’, ‘Water Lily’, ‘Cold Cold Tracks’, The Lamp’ en het schitterende ‘Cave of the Winds’ zowel duister-opzwepend als van een vreemd-harmonische schoonheid – maar nergens pretentieus. In een poging hun heavyness te benadrukken heeft Armageddon nog wel een cover toegevoegd van Creams ‘Tales of Brave Ulysses’. Allemaal tevergeefs natuurlijk.
Skip Battin verruilt al snel Armageddon voor The Byrds (gelijk heeft-ie) en wordt dan voor wat het waard is vervangen door Robert Ledger. Hij staat dan ook op de hoes, maar ik zei het al: tevergeefs. Armageddon sneeft en dus is Armageddon weer zo’n plaat die de liefhebber (ik) doet watertanden, maar de rest (bijna iedereen) totaal koud gelaten heeft.
Armageddon. Amos Records, 1969. ‘Armageddon Time’ | ‘Water Lily’ | ‘Another Part of Our Life’ | ‘Come Tomorrow’ | ‘Cold Cold Tracks’ | ‘Cave of the Winds’ | ‘The Lamp’ | ‘Bilbo Baggins’ | ‘Tales of Brave Ulysses’ | ‘The Magic Song’
Eerder gepubliceerd in Platenblad # 249
GREAT !! A restard of this excellent blog. A festival for me dear Wiebren . Thank you
BeantwoordenVerwijderenBy the way i don't know the band. A nice start.
BeantwoordenVerwijderenAs always a very informed and wise review. I don't normally like to read reviews of music if it should one interpret music if it should be more than i like and i don't like. With you it never turns into mere gossip, keeps the balance between information and analysis.