Wellicht staat het niet in het geheugen van de muziekliefhebber gegrift, maar Ducks Deluxe was in 1972 een niet van importantie gespeende rock-’n-rollband, want wegbereiders van pubrock en punk. Sean Tyla (zang, gitaar), Martin Belmont (gitaar), Nick Garvey (bas) en Tim Roper (drums) zijn ex-roadies van bands als Man, Brinsley Schwarz en Help Yourself en gaan met hun aardse rock-’n-roll de straat op en de pub in. Getekend bij RCA is Ducks Deluxe’s eerste single in 1973 het fantastische ‘Coast to Coast’.
Het eerste album, Ducks Deluxe, laat in 1974 nog een sound horen die alle kanten opgaat, van Beatles-pop tot countrysoul, maar de opvolger moet anders - zo eisen ook de bobo’s van RCA. Onderwijl is pianist en organist Andy McMaster ingelijfd om een royalere en misschien wel commerciëlere sound te bewerkstelligen. Voor de opnamen van dit tweede album reist de band af naar de Rockfield Studios in Wales, alwaar Dave Edmunds de scepter zwaait. Het levert een coherentere sound op, maar af en toe ook een gladdere sound. Taxi to the Terminal Zone is Ducks Deluxe op zijn gepolijst - zeker in McMasters ‘Love’s Melody’, al heeft dit wel weer een enorme hitpotentie. Dave Edmunds heeft inderdaad voor een sound gezorgd waar de scherpe randjes wat af zijn, al dreint McMasters orgeltje erg lekker, maar het geheel is in 1975 niettemin een klassieke pubrockplaat, met lekker swingende pubrocksongs als ‘Cherry Pie’, ‘It Don’t Matter Tonite’, ‘Woman of the Man’ en ‘Teenage Head’, een cover van The Flamin’ Groovies. In een trager tempo - maar minstens zo fijn - voltrekken zich liedjes als ‘Rainy Night in Kilburn’, ‘I’m Crying’ en het countryeske ‘Rio Grande’ - met op pedalsteel Dave Edmunds. Ducks Deluxe is hier de gelijke van grotere broertje Brinsley Schwarz, waarmee Taxi to the Terminal Zone de vergelijking aankan met Silver Pistol of Nervous on the Road.
Grote kans dat de RCA-bonzen tevreden zijn over het resultaat, maar de bandleden nemen de titel van het album iets te serieus; zij snellen naar het einde van Ducks Deluxe. Het afscheidsconcert vindt dan ook al op 1 juli 1975 plaats in London’s 100 Club aan Oxford Street. Maar geen nood, want de bandleden duiken vervolgens weer op; in Tyla’s Gang, The Motors en Graham Parker and the Rumour.
‘Cherry Pie’ | ‘It Don’t Matter Tonite’ | ‘I’m Crying’ | ‘Love’s Melody’ | ‘Teenage Head’ | ‘Rio Grande’ | ‘My My Music’ | ‘Rainy Night in Kilburn’ | ‘Woman of the Man’ | ‘Paris 9’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten