dinsdag 26 november 2013

The Jim Carroll Band | Catholic Boy

Met zijn dertien jaar schrijft Carroll beter proza dan negentachtig procent van de schrijvers die nu de dienst uitmaken,’ schrijft Jack Kerouac over Jim Carrolls prozadebuut The Basketball Diaries (vertaald als Dagboeken van een lijmsnuivertje) uit 1978. Tussen zijn dertiende en zestiende tekende Carroll zijn belevenissen op in de straten van New York; belevenissen in het teken van basketbal, straatroof, prostitutie en een verslaving aan heroïne. Carroll is ook degene die in 1970 met een cassetterecordertje opnamen maakt van de Velvet Underground die twee jaar later zullen worden uitgebracht als Live At Max’s Kansas City. In het begin van de jaren zeventig ontwikkelt de junkie Carroll zich als dichter van de zelfkant, weet dichtbundels te publiceren en raakt bevriend met Patti Smith en Richard Hell. Maar als de CBGB’s-scene midden jaren tot volle bloei komt, leeft Carroll, pogend aan de heroïne te ontkomen, als een kluizenaar in Californië. Inmiddels heeft hij zijn scope verlegd van gedichten naar popteksten; schrijft deze voor Blue Öyster Cult-toetsenist Allan Lanier.
Per toeval klimt Carroll op het podium bij Patti Smith die optreedt in Californië, en de punkpoëet Jim Carroll – dan al bijna dertig – is geboren. Met de Californische band Amsterdam neemt Carroll en demo op die in handen komt van Earl McGrath, de baas van Rolling Stones Records. Met hem en Bob Clearmountain neemt The Jim Carroll Band zijn debuut-lp op; een rauwe punkrock-lp met loeiende, riffende gitaren en een – in de stijl van Lou Reed en Elliott Murphy – praatzingende Carroll. Logischerwijs worden Carrolls songs bevolkt door dropouts en verslaafden, en is de setting steevast die van de New Yorkse straten. ‘Crow’ – over Patti Smith – en ‘Catholic Boy’ zijn punky en voorzien van strakke gitaren, ‘Wicked Gravity’ is opgetuigd met een Ramones-riff, evenals ‘Three Sisters’ – met de gewraakte tekst She says “Abbra Cadabra”/ When she goes / Down / On / You. ‘Day And Night’ en ‘City Drops (Into The Night)’ – met Bobby Keys op saxofoon – zijn schitterende melodieuze rocksongs, maar onbetwist hoogtepunt van Catholic Boy is ‘People Who Died’, waarin Carroll de horror van een vroegtijdige dood onopgesmukt en droog debiteert: Mary took a dry dive from her motel room / Bobby hung himself from a cell in the Tombs / Judy jumped in front of a subway train / Eddie got slit in the jugular vein / And Eddie / I miss you more than all the others / This song is for you / My brother!
Met Catholic Boy completeert Jim Carroll het beeld van de allround-artiest in de straten van New York – dat van junkie, straatdichter en punkrocker. Ook Jim Carroll zelf voldoet hieraan: op 11 september 2009 overlijdt hij aan een hartaanval, zestig jaar oud.

Wicked Gravity / Three Sisters / Day And Night / Nothing Is True / People Who Died / City Drops (in The Night) / Crow / It’s Too Late / I Want The Angel / Catholic Boy

Geen opmerkingen:

Een reactie posten