Per
toeval klimt Carroll op het podium bij Patti Smith die optreedt in
Californië, en de punkpoëet Jim Carroll – dan al bijna
dertig – is geboren. Met de Californische band Amsterdam neemt
Carroll en demo op die in handen komt van Earl McGrath, de baas van
Rolling Stones Records. Met hem en Bob Clearmountain neemt The Jim
Carroll Band zijn debuut-lp op; een rauwe punkrock-lp met loeiende,
riffende gitaren en een – in de stijl van Lou Reed en Elliott
Murphy – praatzingende Carroll. Logischerwijs worden Carrolls songs
bevolkt door dropouts en verslaafden, en is de setting steevast die
van de New Yorkse straten. ‘Crow’ – over Patti Smith – en
‘Catholic Boy’ zijn punky en voorzien van strakke gitaren,
‘Wicked Gravity’ is opgetuigd met een Ramones-riff, evenals
‘Three Sisters’ – met de gewraakte tekst She
says “Abbra Cadabra”/ When she goes / Down / On / You. ‘Day
And Night’ en ‘City Drops (Into The Night)’ – met Bobby Keys
op saxofoon – zijn schitterende melodieuze rocksongs, maar
onbetwist hoogtepunt van Catholic
Boy is
‘People Who Died’, waarin Carroll de horror van een vroegtijdige
dood onopgesmukt en droog debiteert: Mary
took a dry dive from her motel room / Bobby hung himself from a cell
in the Tombs / Judy jumped in front of a subway train / Eddie got
slit in the jugular vein / And Eddie / I miss you more than all the
others / This song is for you / My brother!
Met
Catholic Boy
completeert
Jim Carroll het beeld van de allround-artiest in de straten van New
York – dat van junkie, straatdichter en punkrocker. Ook Jim Carroll
zelf voldoet hieraan: op 11 september 2009 overlijdt hij aan een
hartaanval, zestig jaar oud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten