De
bandnaam en de albumhoes wekken zonder meer de suggestie dat Alamo
een Texaanse band is. Dat is echter niet het geval; Alamo is
afkomstig uit Memphis, Tennessee en heeft een nauwe band met Big
Star. Gitarist Larry Raspberry heeft halverwege de jaren zestig
hitjes met het rock-'n-rollbandje The Gentrys, maar zoekt, geheel in
overeenstemming met de tijdgeest, een nieuwe uitdaging in de heavy
rock. Hij vindt een bassist in Larry Davis, een organist in de
talentvolle Ken Woodley en een drummer in Richard Rosebrough.
Rosebrough is tevens technicus in de Ardent-studio's en raakt daar
bevriend met de muzikanten die eerst nog Icewater heten, maar na de
toetreding van Alex Chilton begin '72 Big Star. Alamo heeft zich dan
al van een platencontract verzekerd bij Atlantic en neemt met
huisproducer John Fry en Rosebrough als technicus in Ardent hun
debuutalbum op, gemakzuchtig getiteld Alamo. De
muziek op deze plaat is echter puur avontuurlijk, want zowel de drums
als de rollende hammond en de scheurende gitaarsolo's zijn hard
opgenomen, terwijl de sound van Alamo helder en organisch blijft. In
zo'n omgeving gedijen de songs voortreffelijk: 'Got To Find Another
Way' rockt en swingt à la Grand Funk Railroad; 'Questions
Raised' idem dito; en 'Happiness Is Free' is pastoraal en heavy
tegelijk op een Spooky Tooth-achtige manier. Het soulvolle en
sfeervolle 'Soft And Gentle' is het hoogtepunt van een fantastisch
rockalbum dat de Britse hardrock van Deep Purple en Uriah Heep –
vooral vanwege de geweldige orgelsound – verbindt met de
atmosferische powerpop van Big Star. Historisch gezien is Alamo
dan ook een
zeer interessante plaat, maar in 1971 gaat het album glorieus ten
onder met als gevolg dat de band zichzelf al snel opheft. Op het
snijvlak van bluesy hardrock en gloedvolle powerpop is Alamo
niettemin een ronduit prachtig
album.
Got
To Find Another Way / Soft And Gentle / The World We Seek / Question
Raised / Bensome Changes / All New People / Get The Feelin' /
Happiness Is Free
Geen opmerkingen:
Een reactie posten