Feitelijk
was Jellyfish een anachronisme in zijn tijd. Waar de underground
muziekscene eind jaren tachtig verzadigd was van harde gitaarmuziek –
de voorlopers van grunge en Nirvana – was Jellyfish een verademing.
In die zin was Jellyfish een alternatief voor ‘alternatief’. De
muziek van Jellyfish was melodieus, rijk geschakeerd, smaakvol
gearrangeerd en schaamteloos retro. De harmonieuze poprock van
Jellyfish was bovendien in potentie supercommerciëel, maar de
cd’s – twee in getal – verkochten matig. Het grote publiek
geloofde niet in Jellyfish en dus veroverden ze niet de wereld en
verkochten ze geen miljoenen platen. Niettemin heeft de band, bijna
vijftien jaar na dato, in de kleine kring van popfanaten een grootse
reputatie: Jellyfish behoort tot de canon van de poprock en speelde
een sleutelrol bij het definiëren van het subgenre, de powerpop.
Andy
Sturmer en Roger Manning groeien op in de omgeving van San Francisco.
Na hun middelbare schooltijd vertrekt Manning naar Los Angeles om
muziek te studeren aan de universiteit. Sturmer vormt de new
wave-band Beatnik Beatch die onder contract komt bij Atlantic
Records. Als Roger Manning weer in contact komt met zijn schoolvriend
wordt ook hij Beatnik Beatch-lid. De band weet het niet tot
plaatopnamen te brengen, maar Sturmer en Manning blijven wel samen.
Ze schrijven veel nieuw materiaal en zijn vastbesloten een nieuwe
artistieke richting in te slaan. Het nieuwe materiaal valt in goede
aarde bij de A&R-man van Atlantic, maar ondanks de nieuwe
richting is er nog geen nieuwe band. Ter completering van het project
treedt de 20-jarige gitarist Jason Falkner toe. Roger Manning heeft
met Falkner een wederzijdse bewondering voor XTC gemeen, maar eerder
kwam het niet tot een samenwerking. Nu wel. In september 1989
beginnen onder de productionele leiding van Albhy Galuten en engineer
Jack Joseph Puig de studio-opnamen. Het drietal – leadzanger en
drummer Roger Manning, toetsenist Andy Sturmer en bassist en gitarist
Jason Falkner – wordt aangevuld met Redd Kross-bassist Steve
McDonald. In een tijdbestek van een half jaar worden de demo’s
uiteengerafeld en zeer minutieus weer opgebouwd, de mogelijkheden van
de Ocean Way Recording-studio volledig benuttend. Atlantic Records
besluit echter geen geld meer in het project – nog steeds naamloos
– te steken en schrapt het trio uit de administratie. Toch lukt het
producer Galuten en de advocaat van de band een geschikt label te
vinden, hetgeen niet zo’n probleem blijkt omdat opeens de
platenmaatschappijen menen The Next Big Thing ontdekt te
hebben. De band heeft dan nog geen noot live gespeeld, heeft
bovendien geen bassist en ook nog geen naam. Roger Mannings jongere
broer Chris krijgt van Jason Falkner een spoedcursus basspelen en
bekwaamt zich in het zingen van harmonieën door het eindeloos
oefenen van de a capella opening van Kansas’ ‘Carry On Wayward
Son’.
In de nazomer van 1990 ligt de cd in de winkel, gestoken in
een psychedelisch-ironische hoes, een sprookjeswereld verbeeldend
ontleend aan een Amerikaanse kinderserie. De cd heet Bellybutton,
en de groep luistert naar de betekenisloze naam Jellyfish. Maar waar
de groepsnaam kleurloos is, daar is verpakking en inhoud van
Bellybutton fantasierijk, sprookjesachtig en – wat de inhoud
betreft – welhaast geniaal. Jellyfish haalt de hele pophistorie
overhoop, maakt gebruik van vele elementen uit de geschiedenis van de
intelligente pop: FM-radiopop, de rock van Big Star, Badfinger en The
Raspberries. Maar uiteraard schijnt de invloed van The Beatles door
alles heen: de harmonieën en de superieure melodielijnen zijn
dan ook het handelsmerk van Sturmer, Manning en Falkner. De
elektrische piano van Roger Manning speelt een voorname rol, zoals in
de wervelende popnummers ‘Now She Knows She’s Wrong’ en het
naar Queens ‘You’re My Best Friend’ verwijzende ‘Calling
Sarah’. Er zijn – heerlijke – suikerzoete elementen die
Jellyfish tot bubblegum bestempelen, maar dit is in perfect evenwicht
met de intelligentie van de wervelende popsongs en de stevigheid van
Falkners gitaar, getuige diens scheurende solo in ‘She Still Loves
Him’. Bellybutton, met zijn trits meesterlijke
openingsliedjes ‘The Man I Used To Be’, ‘That Is Why’ en ‘The
King Is Half-Undressed’, is weliswaar theatraal maar nergens
bombastisch; is uitermate ironisch maar evenzeer intelligent.
Bellybutton, een sprookjeswereld van ontklede koningen, uit de
oorlog weerkerende matrozen, stille kerkmuizen en ongeboren vruchten
die menen dat de wereld aan hun voeten ligt, is een naïef
romantisch meesterwerk dat de gehele popmuziek bestrijkt en de nieuwe
standaard is voor superieure powerpop.
Even
ligt de wereld aan de voeten van Jellyfish; de band onderneemt een
poging tot samenwerking met Brian Wilson, maakt opnamen met Ringo
Starr, weet zich gecovered door Rod Stewart en vindt een bewonderaar
in Kim Basinger.
Het mag allemaal niet baten: een gefrustreerde Jason
Falkner verlaat de band, gevolgd door bassist Chris Manning. Het is
het einde van de klassieke Jellyfish-bezetting. Jason Falkner ontpopt
zich tot een geniale popartiest en Manning en Sturmer nemen nog een
plaat op – Spilt Milk – die overloopt van ambitie en dan
valt, in 1994, definitief het doek voor Jellyfish.
The
Man I Used To Be / That Is Why / The King Is Half-Undressed / I Wanna
Stay Home / She Still Loves Him / All I Want Is Everything / Now She
Knows She’s Wrong / Bedspring Kiss / Baby’s Coming Back / Calling
Sarah
Geen opmerkingen:
Een reactie posten