Als in 2000 Aimee Manns derde solo-album uitkomt heeft zij reeds grote hoogten bereikt en diepe dalen gekend. Succes was er in de jaren tachtig als frontvrouw van de nogal commerciĆ«le popgroep ‘Till Tuesday, maar Mann wil geen marionet zijn van de platenbazen. Het lijdt tot een confrontatie met Epic als deze weigert ‘Till Tuesdays Everything’s Different Now te promoten – en tot een scheuring in de band. Aimee Mann krabbelt weer op en met steun van multi-instrumentalist en arrangeur Jon Brion maakt ze in 1993 Whatever en weet ze een deal te bemachtigen bij Imago Records, dat een jaar later op de fles gaat, juist op het moment dat Manns I’m With Stupid op uitkomen staat. Een rechtzaak en een jaar later krijgt ze toestemming haar plaat uit te brengen, bij Geffen Records dit keer. Haar volgende label, Interscope Records, weigert vervolgens het nieuwe werk waar Mann hard op gezwoegd heeft uit te brengen, tenzij ze bereid is een aantal radiovriendelijke songs toe te voegen.
Mann weigert, waardoor het nieuwe werk – Bachelor No. 2 – op de plank blijft liggen. Uiteindelijk koopt Mann de rechten terug om er zelf over te kunnen beschikken. Een aantal liedjes komen dan via Jon Brion terecht bij filmregisseur Paul Thomas Anderson, die zo onder de indruk is dat hij een complete speelfilm baseert op Manns muziek en teksten. Die speelfilm – Magnolia – is een wereldwijd succes en levert Aimee Mann een Oscar-nominatie op voor haar ‘Save Me’. Op 2 mei 2000 brengt Mann Bachelor No. 2 uit in eigen beheer; dertien nummers, waarvan er drie ook te vinden zijn op de Magnolia-soundtrack. Aimee Manns neurotische en grillige persoonlijkheid – beschadigd en bedrogen – komt bij uitstek tot uiting in de sterk psychologiserende songs die de menselijke relaties tot onderwerp hebben. Met giftige pen beschrijft Mann een huwelijk als een oorlog in ‘Nothing Is Good Enough’, al is het evenzeer een afrekening met alle platenbazen die haar het leven zuur hebben gemaakt. Met een fileermes ontleedt Aimee Mann in sublieme songs als ‘Deathly’ en ‘Calling It Quits’ gedoemde relaties en hopeloze huwelijken, gelijk Edward Albee in zijn Who’s Afraid Of Virginia Woolf? De muzikale omlijsting bezit een gebutste grandeur door gebruik van chamberlin en celeste tegenover licht-geprogrammeerde drums, te horen in ‘Red Vines’ en het met Elvis Costello gecomponeerde ‘The Fall Of The World’s Own Optimist’. Manns muzikale invloeden – The Zombies, The Beatles, Elton John – komen sterk naar voren in barokke prachtsongs als ‘Satellite’ en ‘Driving Sideways’, die bovendien fantastisch worden uitgevoerd door gitarist Michael Lockwood, toetsenist Patrick Warren en gitarist Michael Penn, zelf singer-songwriter maar bovenal de echtgenoot van Aimee Mann. Het schijnt een gelukkig huwelijk te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten