De
Faces hebben een ongekende reputatie van losbollen, feestbeesten en
zuipschuiten. Engelse lads
die houden van voetbal, zuipen en vrouwen. De Faces zijn nog meer dan
een fantastische rock-'n-rollband – gepokt en gemazeld door
coast-to-coast
stadionoptredens in Amerika – een club gezworen kameraden. In 1969
bij elkaar gekomen uit de resten van The Small Faces – Ronnie Lane
(bas, zang), Ian McLagan (orgel, piano), Kenney Jones (drums) – en
de zanger en de bassist/gitarist van de Jeff Beck Group – Rod
Stewart en Ron Wood – zijn de Faces de ware working
class-band,
die live laagdrempelig maar zeer opwindend vertier biedt. Ze komen
aangeschoten het podium op, met als blikvangers de hese scheur en de
majorette-capriolen met de microfoonstandaard van Stewart, de rauwe,
primitieve slidegitaar van de kettingrokende Wood en de soulvolle
boogie van drums, bas, Hammond en bonkende piano, en gaan er dronken
weer af. En ondertussen maken de Faces ook nog een aantal platen.
Maar ook Rod Stewart maakt platen; houdt er een solocarrière
op na bij een concurrerend label en ontwikkelt zich tot een superster
als hij in oktober 1971 in Engeland en Amerika op nummer 1 staat met
zowel een single ('Maggie May') als met een album (Every
Picture Tells A Story).
De sterrenstatus van Rod Stewart lijdt tot wrevel bij de andere
bandleden – in het bijzonder bij Ronnie Lane, de belangrijkste
songschrijver in de band nu Stewart ervan verdacht wordt zijn beste
nummers voor zijn soloplaten te bewaren en elk moment de band te
zullen verlaten. Maar dat doet hij niet en dus nemen de Faces tussen
september '72 en april '73 met producer Glyn Johns in de Olympic
Studios hun vierde album op: Ooh
La La.
Ooh La La bestaat
uit een substantieel aantal Lane-composities, die vooral rootsy en
ingehouden klinken: 'Flags And Banners', 'Just Another Honky' en het
prachtig weemoedige 'Glad And Sorry' – ruim twintig jaar later
prachtig gecovered door Golden Smog. Hier tegenover staan de losse,
rammelende boogierocksongs als 'Borstal Boys', 'My Fault' en de
spetterende single 'Cindy Incidentally', waarna het album wordt
afgesloten door de prachtige Lane-compositie 'Ooh La La', die
gezongen wordt door Ron Wood. Het sterke album – met een fraaie
gimmickhoes met bewegende delen en een cancan-danseres – wordt
gemengd ontvangen, waardoor Ronnie Lane de eerste is die
teleurgesteld de Faces verlaat. Vervolgens wordt Ron Wood door Mick
Jagger en Keith Richards losgeweekt van de band en dan verlaat Rod
Stewart ook de Faces om het wereldsucces van 'Sailing' te beleven.
Wat hebben de Faces in de zes jaar van hun bestaan en lol gehad en
een keet geschopt – en opwindende rock-'n-roll gemaakt.
Silicone
Grown / Cindy Incidentally / Flags And Banners / My Fault / Borstal
Boys / Fly In The Ointment / If I'm On The late Side / Glad And Sorry
/ Just Another Honky / Ooh La La
Geen opmerkingen:
Een reactie posten