The Minute I Saw / Nothing's Wrong / Wait For You / This Land / Breaking Walls / In The Valley / Stealing / You Tell Me / Summer's Day / Irish Song / Night And Day
vrijdag 30 december 2011
Chief | Modern Rituals
The Minute I Saw / Nothing's Wrong / Wait For You / This Land / Breaking Walls / In The Valley / Stealing / You Tell Me / Summer's Day / Irish Song / Night And Day
donderdag 29 december 2011
Hot Knives | Hot Knives
Around The World / Sooner Or Later / I Hear The Wind Blow / Take Me Back / Secrets About Me / Hey Grandma / You Can Get Anything You Want / Lies / Lovin' You / Silver Threads & Golden Needles / Winter's Come / So Fast / Fool For Love / Turning Into
woensdag 28 december 2011
The Steppes | Drop Of The Creature
John en David Fallon zijn van Ierse afkomst, doch zijn zowel opgegroeid in Dublin als in de Verenigde Staten. Dit verklaart gelijk het karakter van de muziek die ze later zullen gaan maken; een mix van Westcoast en Keltische volksmuziek, met daarbij duidelijke invloeden: Beatles, Byrds, Hendrix en Led Zeppelin. In 1982 strijkt het duo neer in Los Angeles en neemt onder de naam The Blue Macs een aantal nummers op die zij uitbrengen op hun eigen Blue Mac label. In juni 1983 ontmoeten de Fallons gitarist Tim Gilman, met wie zij de kern vormen van de band. Onder de naam The Steppes Of Russia nemen ze nummers op voor de mini-lp The Steppes. Slechts songs als ‘Kathy Maguire’ en ‘No Names Yet For Henry’ maken duidelijk welke richting de nog zwalkende Steppes op willen: die van acidrock. Het heersende muziekklimaat in LA in ’84 is dat van de Paisley Underground. The Steppes vinden hier aansluiting en treden op met The Long Ryders en Green On Red. Als gevolg hiervan experimenteren de Fallons en Gilman met psychedelische drugs, en dit resulteert in experimenteren met muziek. Langzaamaan begint de mix van folkrock en acidrock gestalte te krijgen. Een demo trekt de aandacht van Greg Shaw, de headhoncho van het in garagerock en psychedelica gespecialiseerde Voxx-label. Shaw stuurt The Steppes, uitgebreid met drummer James Bailey, de Westbeach Studios in Hollywood in. Met Shaw en engineer Brett Gurewitz – van Bad Religion- en Epitaph-faam – nemen The Steppes de door de Fallon-broers gecomponeerde nummers op, waarbij de band zich vrijelijk laat inspireren door allerhande geestverruimde drugs (lees: LSD).
Drop Of The Creature verschijnt in 1986 en met deze plaat bereiken The Steppes hun hoogtepunt van naar de Amerikaanse Westcoast getransplanteerde Engelse psych-folk. De muziek is negentiende-eeuws romantisch, bijna ceremoniëel en bestrijkt het totale rockspectrum: meerstemmige zang, tempowisselingen, scheurend gitaarwerk en lyrische passages. De invloeden zijn gedifferentieerd; van Fairport Convention tot Quicksilver Messenger Service, van Caravan tot The Byrds, van de Engelse Kaleidoscope tot de Amerikaanse Kaleidoscope. Hier worden werelden verbonden, en meer nog: Herman Hesse en Oscar Wilde, dandy’s en bloemenkinderen. De hoes getuigt ervan, de muziek nog meer. De plaat bevat feitelijk louter hoogtepunten en dat begint al bij de heavy psychedelica van opener ‘A Play On Wordsworth’, waarin schitterrend gitaarwerk te horen is en waarin folk en acidrock samensmelten. ‘Somebody Waits’ is het volgende folky hoogtepunt, gevolgd door ‘Holding Up Well’, een nagenoeg perfect rocknummer met een fantastische opbouw. ‘Make Us Bleed’ is een opwindende rocker; en ‘Lazy Ol’ Son’ en ‘Bigger Than Life’ – met magnifiek rondzingende gitaar – zijn stuk voor stuk klassieke rocksongs. The Steppes zijn op Drop Of The Creature een compacte eenheid die tijd en ruimte ontstijgen: hun mix van folk en rock is van alle tijden; universeel. The Steppes creëren hun eigen muzikale wonderland met feedback en fuzz, vocale harmonieën en prachtige afwisselende songs – en maken en passant met Drop Of The Creature een plaat die in het heersende tijdsgewricht zijn gelijke nauwelijks kent.
De band zelf helpt echter niet mee aan het exploiteren van het eigen product: de Fallons wonen in Ierland en de rest van de band in Californië. Gedurende de Europese tournee die The Steppes eind 1988 ondernemen is deze scheiding nog niet voelbaar, maar dit wordt anders als Tim Gilman naar Berlijn verhuist, drummer Jim Bailey naar San Francisco en John Fallon naar LA., terwijl David Fallon zich in Ierland vestigt. Diverse labels zijn geïnteresseerd – zoals U2’s Mother-label en Island – maar een contract komt er niet van. The Steppes zijn simpelweg te onmodern en het ontbreekt hen aan perspromotie en goede distributie om dit te weerspreken. Gedesillusioneerd door teleurstellende verkopen en het ontbreken van enig vooruitzicht houden The Steppes dan op te bestaan, een oorspronkelijk meesterwerk overlatend aan de vergetelheid.
A Play On Wordsworth / Somebody Waits / Holding Up Well / Sky Is Falling / Make Us Bleed / Cut In Two / See You Around / Lazy Ol’ Sun / Bigger Than Life / Blade Forest Friday / More Than This
dinsdag 27 december 2011
Ryan Adams | Ashes & Fire
Dirty Rain / Ashes & Fire / Come Home / Rocks / Do I Wait / Chains Of Love / Invisible Riverside / Save Me / Kindness / Lucky Now / I Love You But I Don't Know What To Say
vrijdag 23 december 2011
Daryll-Ann | Weeps
Als in het voorjaar van 1995 Seaborne West, Daryll-Anns tweede, verschijnt, lijkt het de groep voor de wind te gaan; een Brits platencontract en voorprogramma van The Smashing Pumpkins op hun Engelse tournee. De band, dan bestaande uit Jelle Paulusma, Anne Soldaat, Jeroen Vos en Jeroen Kleijn, is enorm gegroeid sinds het debuut, is robuuster, geraffineerder geworden en ook de arrangementen van Paulusma en Soldaat verraden klasse en vernuft. Seaborne West wordt alom zeer goed ontvangen. Zoals zo vaak leiden goede kritieken echter niet tot hoge omzetten en dus wordt Daryll-Ann bij een bezuinigingsactie van Hut/Virgin bij het grof vuil gezet.
Daryll-Ann is dan terug bij af, maar weigert zichzelf op te heffen. Sterker nog; om de moraal te verhogen treedt Coen Paulusma, de tweelingbroer van Jelle, weer tot de band toe. Dit laatste blijkt een versterkend effect te hebben op de onderlinge samenhang tussen de bandleden, want hoewel vrienden, wrijvingloos zijn de verstandhoudingen binnen de band niet. Maar de revanchegevoelens overheersen en dus neemt de band in het korte tijdsbestek van elf dagen in de Concordia-studio in Weesp een serie nummers op onder leiding van Frans Hagenaars. Maar een platencontract heeft Daryll-Ann nog niet, dus zicht op de release van de opgenomen nummers hebben Paulusma en de zijnen niet. Aan het eind van 1995 heeft Darryl-Anns manager, Ferry Roosenboom, samen met producer Hagenaars een platenlabel opgericht: Electrolux. Het label tekent bands als Caesar, Slide (ex-The Serenes), Johan, Scram C Baby en 13 (ex-Fatal Flowers), maar Daryll-Ann is daar wonderlijk genoeg niet bij. Als Electrox onder druk van de gelijknamige stofzuigerfabrikant – ‘Nothing sucks like Electrolux!’ – in mei 1996 zijn naam verandert in Excelsior, blijken de eerste releases Caesars debuutplaat en Daryll-Anns Weeps te zijn.
Weeps – de titel zegt het al, ook al volhardt Jelle Paulusma dat het niets meer is dan een verbastering van Weesp – is het manifest van een band die is uitgehuild en die woede en verdriet opzij gezet heeft om artistieke wraak te nemen. Weeps is de ultieme wraak en Daryll-Anns grote bewijs van het eigen gelijk. Zestien nummers, 54 minuten en 35 seconden, diepgang, variatie en ruwe schoonheid; dat is Weeps. Maar meer nog; Weeps is een duizelingwekkende caleidoscoop, Weeps is vervreemdend, Weeps is zalig psychedelisch.
De openingsgitaarrif van ‘Tools R Us’ roept gelijk al Neil Youngs Crazy Horse in herinnering, hetgeen versterkt wordt door het nasale stemgeluid van Jelle Paulusma – hier is een band aan het werk die nadrukkelijk zijn invloeden etaleert. Wars van modieuze en opportunistische trekjes smeedt Daryll-Ann het typische melancholieke polder- en kustgevoel en de geraffineerde Westcoastsound aaneen. Folky elementen, Slauerhoff-idioom en de verbeelding van Ruysdael-luchten kenmerken de oer-Hollandse invloeden aan de ene kant, terwijl de logge gitaarsound en de fabuleuze samenzang refereren aan The Byrds, Moby Grape en Buffalo Springfield. Weeps is aldus een welhaast een perfecte hybride: een combinatie die meer is dan de som der delen. Daryll-Ann is nog verder gegroeid en gerijpt en is op Weeps een geoliede machine. De productie bezit een diep laag en een snerpend hoog, hetgeen fraai tot uitdrukking komt in spanningsvolle songs als ‘Springfever’ en ‘Ocean Drive’. In meesterlijke popliedjes als ‘Tremble Forte’, Mean Love’ en Summerdaze’ – met opnieuw een hoofdrol voor de harmonieën – zijn krakende geluiden en sfeervol gitaargerommel toegevoegd. Gitarist Anne Soldaat is zowel effectief als zeer inventief in zijn begeleiding alsook in de glasachtige solo’s. Jelle Paulusma toont zich een topvocalist; zijn zang is werkelijk fabelachtig. Het intieme ‘Elegy’ – het rustpunt van de plaat, waardoor de klasse van de overige nummers zich onnadrukkelijk aan de luisteraar opdringt – is een solonummer van Paulusma, opgenomen op een eenzame zolderkamer. Deze uitgesproken melancholie wordt nog eens benadrukt door het afsluitende ‘Dustyfied’, waarin de geest van Alexander Spence rondwaart. Weeps, per saldo, etaleert groei en wijsheid, logheid en diepgang. Weeps is een ruwe diamant en is ondanks het latere Happy Traum de sleutelplaat in de bandgeschiedenis, het scharnierpunt én de stroomversnelling in de muzikale ontwikkeling van de tandem Paulusma en Soldaat. Weeps biedt een verzameling sensationele rocknummers opgehangen aan compacte songstructuren, benadrukt door zangharmonieën die hun gelijke nauwelijks kennen. De samenzang van Jelle en Coen Paulusma en Anne Soldaat is op Weeps tot in de perfectie doorgevoerd. Het maakt het verschil tussen een topklasse album en een meesterwerk. Daarom is Weeps een mijlpaal in de vaderlandse rockgeschiedenis, onbetwistbaar.
Tools R Us / Always Share / A Proper Line / Mean Love / Sheeszalitch / Springfever / Scott And Lesley / Tremble Forte / Safe Beef / Elegy / April / Summerdaze / Rollecoaster / My Only World / Ocean Drive / Dustyfied
donderdag 22 december 2011
Robert Ellis | Photographs
Friends Like Those / Bamboo / Cemetery / Two Cans Of Paint / Westbound Train / Comin' Home / What's In It For Me? / I'll never Give Up On You / No Fun / Photographs
woensdag 21 december 2011
The Triffids | Born Sandy Devotional
Dit groeiende zelfvertrouwen – waardoor McComb en de zijnen op geen enkele wijze bereid zijn tot concessies – dwingt de band tot een grote sprong voorwaarts. Deze gewaagde sprong bestaat uit het aantrekken van pedal steel-speler “Evil” Graham Lee, het inhuren van producer Gil Norton en het adapteren van complexe orkestrale arrangementen. Het betekent een afscheid van de rudimentaire songstructuren en van de folky eenvoud die Treeless Plain en Raining Pleasure typeerden. Het resultaat hiervan, Born Sandy Devotional, is een werkstuk van pathos, overdadigheid en uitgesproken dreiging. De thematiek van het West-Australische landschap, met zijn desolate woestijn en de nabijheid van de oceaan, wordt er met een moker ingehamerd. David McCombs verhalende teksten ademen hitte, dood en verval. Zoals in de majestueuze opener The Seabirds, waarin een jongen de strijd aangaat met kille en meedogenloze zeemeeuwen: He called out to the seabirds “Take me now, I’m not longer afraid to die”. Het gewicht van de zon drukt zwaar op de lamentabele personages die McCombs epische teksten bevolken, van de zelfmoordenaar in Tarrilup Bridge en de kippenmoordenaar in Chickenkiller tot de verdwaalde ziel in Lonely Stretch. Van de bedrogen vrouw in Wide Open Road tot de dolende die niets anders is dan verloren bezit in Stolen Property. David McComb overtreft zichzelf in het neerzetten van personages van vlees en bloed die overgeleverd zijn aan de willekeur van de woeste natuur en noodgedwongen de rol aannemen van aangeschoten wild, want down there harm was done / because the flesh was weak (Life Of Crime). McComb ramt de boodschap er steenhard in met zijn donkere stem, hetgeen volledig in overeenstemming is met de dwingende tekstuele boodschap en het galmende en barokke klanklandschap. Het tweetal door toetseniste Jill Birt gezongen nummers zijn een welkom tegenwicht tegen de onontkoombaarheid van David McCombs maniakale voordracht. De logge uitvoeringen van de tien composities drijven volledig op de zwaar aangezette orkestrale partijen, de aanzwellende toetsenpartijen en de dominante pedal steel, die luidkeels huilt en amechtig jankt. Het is het ideale fundament voor de boodschap die expat David McComb wil overbrengen. De fysieke afstand blijkt een voorwaarde te zijn om met compassie te kunnen vertellen over het thuisland; distantie maakt bewust. Het uiteindelijke saldo is zowel een desolaat meesterwerk dat als geen ander kunstwerk het West-Australische landschap typeert, als een muzikaal rijk en weelderig hoogtepunt in de Australische muziekcultuur. Born Sandy Devotional is enigmatisch en uniek, en is de hoogste piek in het oeuvre van The Triffids.
Als verplichting aan Hot Records maken The Triffids dan nog het intieme In The Pines, opgenomen in een schaapsscheerdershut. Vervolgens tekent de band bij Island Records en bouwt voort op het succes van Born Sandy Devotional. Het wordt een knieval voor de commercie, ondanks het feit dat opvolger Calenture interessant en artistiek verantwoord is. De stilistische hutspot van 1989’s The Black Swan is de zwanenzang van The Triffids, als Island de band laat vallen en deze uiteengaat. Dan begint David McCombs worsteling met een solocarrière, die zich ondanks het sterke Love Of Will uit 1994 in de marge van de popmuziek afspeelt. Deze worsteling zet zich voort in McCombs gezondheid; in 1996 ondergaat hij een hartransplantatie. Hij overleeft, maar niet voor lang. Op 30 januari 1999 raakt David McComb betrokken bij een ernstig auto-ongeluk. Als gevolg van zijn zwakke hart overlijdt hij drie dagen later op 37-jarige leeftijd. David McCombs zwervende ziel kan nu gaan waar hij wil: It’s a wide open road / And now you can go any place that you ever wanted to go.
The Seabirds / Estuary Bed / Chickenkiller / Tarrilup Bridge / Lonely Stretch / Wide Open Road / Life Of Crime / Personal Things / Stolen Property / Tender Is The Night (The Long Fidelity)
maandag 19 december 2011
AA Bondy | Believers
The Heart Is Willing / Down In The Fire (Lost Sea) / Skull & Bones / 123 Dupuy Street / Surfer King / Hiway/Fevers / DRMZ / The Twist / RTE.28/Believers / Scenes From A Circus
Magazine | Secondhand Daylight
Feed The Enemy / Rhythm Of Cruelty / Cut-Out Shapes / Talk To The Body / I Wanted Your Heart / The Thin Air / Back To Nature / Believe That I Understand / Permafrost
zondag 18 december 2011
Jonathan Wilson | Gentle Spirit
Gentle Spirit / Can We Really Party Today? / Desert Raven / Canyon In The Rain / Natural Rhapsody / Ballad Of The Pines / The Way I Feel / Don't Give Your Heart To A Rambler / Woe Is Me / Waters Down / Rolling Universe / Magic Everywhere / Valley Of The Silver Moon
Paul Kantner, Grace Slick & David Freiberg | Baron Von Tollbooth & The Chrome Nun
Ballad Of The Chrome Nun / Fat / Flowers Of The Night / Walkin / Your Mind Has Left Your Body / Across The Board / Harp Tree Lament / White Boy (Transcaucasian Airmachine Blues) / Fishman / Sketches Of China
Een muzikale zoektocht...
Rockodyssee is een muzikale zoektocht door de spelonken van rock, pop, folk en country. Een blog gewijd aan obscure parels, retroklassiekers, mainstreamtoppers en contemporain-ouderwetse muziek. Kriskras door de jaren en decennia heen; van de midjaren zestig tot anno nu. Kortom, een rockodyssee met vele ontmoetingen met bekende en minder bekende namen.
Abonneren op:
Posts (Atom)