Vloeiende
gitaarsolo's, lekker stonede melodieën en traag trekkende
ritmes, Da
Capo's zelfgetitelde debuutplaat staat er vol mee. Het is alsof de
LA-psychedelica van Love en de countryrock van Neil Youngs Crazy
Horse samenvloeien met de acidrock van Moby Grape en Quicksilver
Messenger Service. Da
Capo is
pure Westcoast, alleen komen de makers ervan niet uit Californië,
maar uit Zuid-Duitsland. Da Capo wordt in 1969 opgericht in Fürth
en vernoemt zich naar Love's tweede lp. Van meet af houden de
bandleden – Peter Stanek (zang, gitaar), Peter Treiber (zang,
gitaar), Peter Wiesner (zang, bas) en Alfred Urban (drum) – alles
in eigen hand; in een platendeal zijn ze nauwelijks geïnteresseerd.
In eigen beheer nemen ze in twee dagen zeven originele stukken op,
laten van de opnamen 500 lp's persen en brengen deze begin 1972 in
omloop op het eigen California-label. Hoewel de band hun debuutplaat
aan de straatstenen niet kwijt raakt, en de productie niet bijster
professioneel klinkt, is het album toch een sterke acidrock-schijf.
De mooie, harmonieuze composities zijn opgetuigd met luie ritmes,
fijne riffs en lyrisch gitaarwerk. De dubbele gitaar line-up, die
werkelijk knetterende solo's genereert, geeft een enorme boost aan
songs als 'Free', 'Future' en 'She's Leaving. Da
Capo sluit
af met een
lange, zinderende instrumentale acid-jam, wat als het slotakkoord van
de band beschouwd moet worden. Door het uitblijven van enige
erkenning houdt Da Capo begin '74 op te bestaan, al komt die
erkenning wel decennia later: een mint exemplaar van het album wordt
heden ten dage gewaardeerd op zo'n € 1.000.
Free /
Future / Find My Way Home / Young Man / Can Smile / She's Leaving / A
Day In The Rest In My Life
Geen opmerkingen:
Een reactie posten