Los
Angeles, november 1981. Sid Griffin is de rechtlijnigheid van Shelly
Ganz zat om met The Unclaimed alleen maar pure garagepunk te spelen.
Hij stapt eruit omdat hij ook folkrock en country in zijn muziek wil
verwerken. Hij formeert The Long Ryders – naar Walter Hills
speelfilm maar wel met de Byrdsy ‘y’. Via een
advertentie in de The Recycler – ‘Two ex-Unclaimed members want
the Byrds, Standells and Seeds to ride again’ – vindt Griffin
Stephen McCarthy. Deze brengt, aldus Griffin, een Merle
Haggard-invloed in de band. De eerste releases zijn ‘Still Get By’
en ‘And She Rides’, die beide op een verzamelaar verschijnen. De
debuut-EP 10-5-60 – een referentie naar ‘CTA 102’ van
The Byrds – is legendarisch.
Tom
Stevens uit Elkhart, Indiana is de nieuwe bassist die met drummer
Greg Sowders een tandem vormt, waarna het kwartet de studio ingaat om
het volwaardige debuut op te nemen. Die studio is exact dezelfde als
waar The Flying Burrito Brothers in 1969 hun klassieker The Gilded
Palace Of Sin opnamen – en ook de producer is dezelfde: Henry
Lewy. De hoesfoto van Native Sons overigens, is een
regelrechte verwijzing naar de nooit verschenen tweede lp van Buffalo
Springfield, Stampede. Maar daar houdt Griffins hang naar de
Cosmic American Music niet op. De enige cover op Native
Sons is een country & western-lied van Mel Tillis, ‘(Sweet)
Mental Revenge’, dat Griffin alleen kent van een tape van een
concert van de Burrito’s. En bovenop dit alles wordt het
meesterlijke hoogtepunt van Native Sons, ‘Ivory Tower’
door niemand minder dan Gene Clark van achtergrondvocalen voorzien.
De plaat bevat verder rockers in de sfeer van The Flamin’ Groovies,
zoals ‘Still Get By’, maar ook met stevige twaalfsnarige
Rickenbackers opgetuigde rinkelende folkrockers zoals ‘I Had A
Dream’ en het bezwerende ‘Too Close To The Light’. Lap steel,
autoharp en banjo dragen bij aan het authentieke retro-karakter,
waardoor The Long Ryders met Native Sons vaandeldragers worden
van een nieuwe generatie rockbands die zich vrijelijk laten
beïnvloeden door voorbije tijden. De Paisley Underground wordt
de verzamelnaam van deze bands, onder wie The Dream Syndicate, Rain
Parade, Green On Red en The Bangles.
Hiervan
zijn The Long Ryders de eersten met een major-contract. Maar het
brengt ze niet ver; niet in de Verenigde Staten. State Of Our
Union is het debuut voor Island en het levert The Long Ryders wat
populariteit op in Europa. Maar financieel staat het er niet best
voor, ook niet als een tv-commercial voor Miller Beer op een
catastrofe uitloopt. In 1987 komt Two Fisted Tales uit,
volgens Sid Griffin de beste Long Ryders-plaat, maar kort daarop
verlaten Stevens en McCarthy de band, The Long Ryders ten grave
dragend. Sid Griffin keert nog terug met The Coal Porters, maakt in
1999 een fraaie cd met Western Electric en ontwikkelt zich tot gram
Parsons-expert; hij schrijft een biografie en maakt de DVD Fallen
Angel, die in 2006 verschijnt. Sid Griffin is nog steeds gevangene
van zijn fascinatie voor Cosmic American Music.
Final
Wild Son / Still Get By / Ivory
Tower / Run Dusty Run / (Sweet) Mental Revenge / Fair Game / Tell It
To The Judge On Sunday / Wreck Of The 809 / Too Close To the Light /
Never Got To Meet The Mom / I Had A Dream
Geen opmerkingen:
Een reactie posten