zondag 7 april 2013

Canned Heat | Canned Heat


Meer nog dan bluesmuzikanten zijn Bob ‘The Bear’ Hite, Al ‘Blind Owl’ Wilson en Henry ‘Sun’ Vestine bluesstudenten en -archeologen. Met zijn drieën gaan ze zich in 1965 op de praktijk richten en gaan authentieke, elektrische jugbandmuziek en countryblues spelen. Ze noemen zich Canned Heat, naar de bijnaam van een vloeibare drug in een blikje: Sterno, afgebeeld op de hoes van het debuut. De bluesmuziekverzamelaars uit Los Angeles herinterpreteren de vooroorlogse countryblues van Howlin’ Wolf, Muddy Waters, John Lee Hooker, Willy Dixon en Elmore James. Vandaar dat op het debuut Canned Heat uit 1967 voornamelijk covers te horen zijn. Canned Heat voegt er wel een vitale boogie-sound aan toe, wat de bluesstandards een hippere uitstraling geeft. Maar Canned Heat, met zijn hoogtepunt ‘Catfish Blues’, is wel de band in zijn meest ruwe en primitieve vorm, met de grommende rasp van Hite, het slide- en fantastische mondharmonicaspel van Wilson en de zinderende, elektriserende gitaarsolo’s van Vestine. De combinatie van elektrische countryblues en vette boogie maken van Canned Heat een band die eind jaren zestig uniek in zijn soort is.

Rollin’ And Tumblin’ / Bullfrog Blues / Evil Is Going On / Goin’ Down Slow / Catfish Blues / Dust My Broom / Help Me / Big Road Blues / The Story Of My Life / The Road Song / Rich Woman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten