Ex-punker
en platenwinkel-eigenaar Dan McLain richt in 1983 in San Diego,
Californië The Beat Farmers op. McLain, beter bekend als Country
Dick Montana, vindt eerst gitarist Jerry Raney, dan rockabilly-cats
Bernard 'Buddy Blue' Seigal (zang, gitaar) en Rolle Dexter (bas)
bereid de lokale clubs te teisteren met een wilde mix van cowpunk en
alcohol-aangedreven rootsrock. The Beat Farmers hebben het tij mee,
net als bevriende bands als Los Lobos en The Blasters, en weten hun
live-reputatie te kapitaliseren middels een contract met Rhino
Records. Voor slechts $ 4.000 nemen ze met saxofonist Steve Berlin
als producer hun dampende debuutplaat op. Tales
Of The West profiteert
niet alleen van de luxe van drie zanger-gitaristen – Country Dick
Montana, Buddy Blue en Jerry Raney – maar
ook van gastvocalisten als Sid Griffin, Peter Case en Rank &
File's Chip en Tony Kinman. Naast betekenisvolle covers van The
Velvet Underground ('There She Goes Again') en Bruce Springsteen
('Reason To Believe') schitteren prachtige, gedreven roots-'n-roll
songs als 'Bigger Stones', 'Never Goin' Back' en 'Selfish Heart'.
Tales Of The
West is
eenmalig en neemt een bijzondere plaats in in het verzamelde werk van
The Beat Farmers; platenlabel Curb maakt het The Beat Farmers op de
volgende platen namelijk bijzonder moeilijk. Als de Amerikaanse golf
van gitaarbands eind jaren tachtig afneemt, lijkt hiermee ook het
bestaansrecht aan The Beat Farmers ontnomen.
Bigger
Stones / There She Goes Again / Reason To Believe / Lost Weekend /
California Kid / Never Goin' Back / Goldmine / Showbiz / Lonesome
Hound / Where Do They Go / Selfish Heart / Happy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten