Interessante,
veelbelovende groep die de jaren zeventig niet overleeft, want
gemangeld tussen de rock-arrivés van de jaren zeventig en de
punkgeneratie die ongeduldig in de coulissen wacht. City Boy behoorde
tot geen van beide kampen. In 1973 in Birmingham opgericht als een
folktrio, is City Boy door de toevoeging van een gitarist en drummer
een volledig toegeruste rockband, wiens arty poprock het midden houdt
tussen 10CC en Queen. Die wat intellectuele benadering verraadt zich
in complexe vocale harmonieën, gelaagde gitaarpartijen en
dominante toetsen; muziek van het hoofd, niet van het hart. City Boy
vindt ondanks fraaie platen – alle geproduceerd door de dan nog
onbekende Robert 'Mutt' Lange – weinig aansluiting bij het publiek.
Ook het fraaie Young
Men Gone West kan
in 1977 geen doorbraak bewerkstelligen, geweldige
laat-jaren-zeventig-genresongs als 'Young men Gone West', 'One After
Two' en 'The Runaround' ten spijt. De hunkering naar succes zal dan
ook niet bevredigd worden; als de punk eenmaal losbarst is de
melodieuze art-rock van City Boy opeens hopeloos ouderwets.
Bordello
Night / Dear Jean (I'm Nervous) / Honeymooners / She's Got Style /
Bad For Business / Young Men Gone West / I've Been Spun / One After
Two / The Runaround / The Man Who Ate His Car / Millionaire
Geen opmerkingen:
Een reactie posten