Pretenties
heeft Theo de Jong niet, al vindt hij zichzelf wel de grootste
ouwehoer van Joure. De zanger/gitarist van The Serenes is een
sympathieke zonderling, die het van grote woorden noch grote gebaren
moet hebben. Aards, eigenzinnig en kwetsbaar; een muzikale poët
van de koude grond. Eind jaren tachtig voegt parttime
fabrieksarbeider De Jong zich bij zanger/gitarist Paul Dokter in The
Toylets. Gezamenlijk starten ze met drummer Joan Hooghiemstra en
bassist Ale Bosma The Serenes. Het componistenduo De Jong/Dokter
blijkt een eigen stijl gevonden te hebben waarin folk, rock en new
wave vermengd worden. Ver van de Randstad, vanaf het Friese
platteland, lanceren The Serenes in 1990 hun grandioze debuutplaat
Barefoot And Pregnant die in Nederland goed wordt ontvangen.
Maar de grootse verwachtingen en het toeren langs ’s lands
jeugdhonken, versterkt door het stevige blowen en drinken leveren
spanningen op binnen The Serenes. Eerst vertrekt bassist Bosma, dan
Paul Dokter en tot overmaat van ramp krijgt de onzekere De Jong een
writer’s block. Na anderhalf jaar komt De Jongs zelfvertrouwen
terug door nieuwe bassist Pyter Kuipers en de gunstige reacties op
zijn nieuwe composities, die vooral tijdens depressies tot stand
komen. Met het sluiten van een deal met major BMG/Ariola en het
aantrekken van gitaarrockproducer Lou Giordano komt De Jongs grote
doorbraak naar betere tijden. De Amerikaan schenkt de Fries zijn
volste vertrouwen. Bovendien blijkt dat Giordano een voorliefde voor
de natuur en voor vogels gemeen heeft met De Jong. Alvorens de nieuwe
Serenes-plaat in Studio Zeezicht in Spaarndam op te nemen, trekken de
twee naar Terschelling om door de natuur te zwalken en vogels te
observeren. Het resultaat van de activiteiten binnen en buiten de
studio is Back To Wonder, een verbluffend sterk
gitaarpopalbum. De Angelsaksische sfeer van het lichtvoetige Barefoot
And Pregnant is op Back To Wonder ingeruild voor een
Amerikaanse, zwaarder aangezette sound. Dit is herkenbaar aan de
logge bassound van Kuipers, maar vooral aan de grofkorrelige,
overstuurde gitaar van De Jong in magische en meeslepende rocksongs
als ‘Spirit (Let Me Walk With You)’, ‘Millbank Wood’ en
‘Wider Green’. Het stemmige en herfstige ‘Here’ is met zijn
strijkers een rustpunt en ook de folky akoestische gitaren en het
orgel van Rob van Zandvoort in ‘Love Under Will’ zorgen voor een
fraai verstild moment. Hoewel Back To Wonder nadrukkelijk de
landelijke, organische sfeer van het platteland ademt, klinken vooral
de gitaarrock van Hüsker Dü en de koele romantiek van Joy
Division door. Voortgejaagd door de krassende, roterende gitaarsound
van De Jong en voorzien van diens van weemoed druipende composities
zijn de Sturm und Drang van ‘Dreamscape’ en ‘Back To Wonder’
eenvoudigweg overrompelend. Een letterlijke verwijzing naar Joy
Division is terug te vinden in ‘Every Sunday’, een fraaie
popsingle die inderdaad een radiohit wordt. Aangestoken door het
Nederlandse succes van single en cd, wordt Theo de Jong overmoedig:
‘Ik wil wereldberoemd worden.’
Dat lukt hem niet met The Serenes en ook niet met Slide en Simmer. Op 6 juni 1998 neemt Theo de Jong op het Frozenland-festival afscheid van zijn publiek met de woorden: ‘Tot niet meer ziens’, hopelijk in het besef dat zijn Back To Wonder een puur meesterwerk is. Wat het inderdaad is.
Dat lukt hem niet met The Serenes en ook niet met Slide en Simmer. Op 6 juni 1998 neemt Theo de Jong op het Frozenland-festival afscheid van zijn publiek met de woorden: ‘Tot niet meer ziens’, hopelijk in het besef dat zijn Back To Wonder een puur meesterwerk is. Wat het inderdaad is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten