zaterdag 31 augustus 2013

The Sneetches | Slow

In retrospect – de release van Slow is ruim 20 jaar geleden – is het eenvoudig vast te stellen dat The Sneetches de obscuriteit niet ontstegen zijn. The Sneetches, met hun repertoire van drie reguliere platen, zijn daarmee onbekend, onbemind en zeker obscuur. En dat is feitelijk nogal onbegrijpelijk; The Sneetches passen in een traditie waarin schoonheid werd gepoogd te vatten in tijdloze popmuziek. Het is een lange lijn van halverwege de jaren zestig naar waar The Sneetches zich aan het eind van de jaren tachtig bevonden: The Beatles, The Byrds, The Beau Brummels, The Zombies, The Lovin’ Spoonful, Big Star, The Rain Parade en vele anderen. The Sneetches gebruikten een recept van jaren zestig Anglo/Amerikaanse pop, verrijkten dat met de technische verworvenheden van de navolgende decennia en bereidden aldus een uiterst smaakvolle dis van klassieke rockmuziek op basis van schitterende vocale arrangementen, orkestrale finesse en een ultiem popgevoel.
Moderniteiten mogen niet van The Sneetches verwacht worden; de blik is strak naar achteren gericht, ook al was dat in de Amerikaanse underground-scene van de jaren tachtig – pré-grunge – cool en paradoxaal genoeg eh, modern. De alternatieve popmuziek beleefde een ware renaissance; psychedelische rock en flowerpower-pop bleken idiomen die werden herbezocht door talloze talentvolle bands. En vanzelfsprekend zijn The Sneetches één van die talentvolle – en obscure – bands.
The Sneetches zijn nog een trio, bestaande uit zanger Mike Levy, gitarist en songschrijver Matt Carges en drummer Daniel Swan, als hun eerste reguliere lp, Sometimes That’s All We Have, naast een Amerikaanse release uitgebracht wordt op het fameuze Creation label van Alan McGee. De fijnzinnige antenne van McGee blijkt weer eens feilloos te werken; met The Sneetches haalt McGee een band binnen die uitstekend in de Creation-stal past. Sometimes That’s All We Have is een fijnzinnige plaat boordevol psychedelische softpop die meer dan eens doet denken aan Simon & Garfunkel. Levy en Carges zijn zich dat ten volle bewust en hebben dan ook het heilige voornemen om de opvolger meer gewicht te geven en de diepte en duisternis op te zoeken. Eén van deze wensen wordt vervuld als de naar San Francisco geëmigreerde Brit en ex-Stingrays-bassist Alec Paleo tot The Sneetches toetreedt. In zijn bagage torst Paleo zijn garagerockverleden en zijn uitputtende Zombies platenverzameling met zich mee. Het blijkt de bite te zijn die The Sneetches nodig hebben; de sound wordt logger, spannender en psychedelischer. Deze extra dimensie nemen The Sneetches in de winter van ‘89/’90 mee de Soma Sync Studios in. Maar de nadruk komt te liggen op de serie uitmuntende composities van Levy en Carges die, van majesteitelijke arrangementen voorzien, de ware groei van The Sneetches laten zien. Het fundament van de Britse ritmesectie is strak en stevig en vormt een effectief contrast met de schitterende harmonievocalen van Mike Levy en Matt Carges, wier meerstemmige zang dan ook regelmatig voor kippenvel zorgt. In 'Heloise' wordt de stuwende begeleiding – opgesierd met repetitieve drumpatronen en swingende conga’s – verfraaid door zwierige gitaarmotieven en een rollende Hammond, maar is de hoofdrol toch weggelegd voor de vocalen van Levy en Carges die zinderen in de hete zon: Falling down / Falling down in the sun. Gedreven door een fascinatie voor de orkestrale en psychedelische pop van de sixties en telkens de vraag opwerpend welke klassieke referentie nu weer verstopt zit in de volgende voorbijkomende song, dwingen The Sneetches respect af met hun ultrafraaie retrorock. Het zwevende vermogen is groot in songs als 'Crystal Ball' en 'Broke Up In My Hands' – met zijn hemelse refrein broke up in my hands / a fragile flower – alwaar The Sneetches herinneren aan zowel The Zombies, The Association, The Lovin’ Spoonful als aan The Left Banke. De laatste laten The Sneetches letterlijk herleven door een fraaie en authentieke cover van 'She May Call You Up Tonight'. Maar de hoofdrol op Slow is toch wel weggelegd voor het razendknappe 'How Does It Feel'. Dit pièce de résistance van The Sneetches met zijn peilloze diepgang en onwaarschijnlijke fraaie chorale coda is letterlijk schoonheid gevat in 24-karaats popmuziek. Slow is daarmee een hoogtepunt in de neo-psychedelische popmuziek van de jaren tachtig, maar blijft eveneens vooralsnog onbekend, onbemind, obscuur én neo-klassiek. The Sneetches maken nog één plaat en daarna is de koek op. Songschrijver Matt Carges zei het al in 1990: ‘Over tien jaar liggen we in de uitverkoopbakken.’ Het is triest maar waar, ook al bewijst Slow het ongelijk van de wereld.

Things We’ll Never See / Over ‘Round Each Other / Heloise / Broke Up In My Hands / Crystal Ball / What’s In Your Mind / Voice In My Head / Wish You Would / Let Us Go / She May Call You Up Tonight


Geen opmerkingen:

Een reactie posten