Ook
in Zweden grijpt het garagerockvirus begin jaren tachtig om zich
heen. De Zweden hebben de muzikale ontwikkelingen in Amerika met een
scherp oog in de gaten gehouden. En als de garagerock en de algehele
herwaardering voor psychedelica en Westcoast-folkrock naar Europa
overwaait, raken groepen als The Nomads, The Wayward Souls en
Watermelon Men als eerste met het virus besmet. Zonder het overigens
van elkaar te weten. Zanger Erik Iles en de gitaristen Imre von
Polgár en Johan Lundberg richten in Uppsala in 1982 de
Watermelon Men op. Het mag nog geen naam hebben, want het trio oefent
niet echt op nummers, maar plugt de gitaren in en ramt er dan een
paar uur op los. Verrast door het bestaan van The Nomads – via de
single ‘Psycho’ – leggen de Watermelon Men zich ook toe op
garagerockers als ‘I Ain’t No Miracle Worker’ en ‘I’m A
Man’. Met de toevoeging van Hans Sacklén (bas) en Erik
Westin (drums) en een orgel aan de groepssound zijn de Watermelon Men
een meer dan volwaardige rockband geworden. Het handelsmerk van de
Watermelon Men zijn de rinkelende elektrische gitaren, zoemende
twaalfsnarige Rickenbackers en meerstemmige harmoniezang. De EP Four
Stories By The Watermelon Men uit 1985 is de voorbode van de
debuut-lp, die ook in Engeland wordt uitgebracht. Gek genoeg hebben
de Watermelon Men dan in hun hele bestaan niet meer dan acht keer
opgetreden. Dat doet niets af aan de kwaliteit van Past, Present
And Future, dat is volgeladen met melodieuze retrorockers, en
waarop de Rickenbacker de boventoon voert. Het jengelende spel van de
gitaristen Von Polgár en Lundberg stuwt garagepopsongs als
‘Seven Years’, ‘Pretty Days In The Summertime’ en ‘Tell
That Girl’ op tot grote hoogten. De cello en violen voorzien het
melancholieke ‘Hungarian Heart’ van een grootse grandeur, terwijl
‘Autumn Girl’ een scherpe observatie is van de bubblegumpop van
The Monkees en ‘You Should Be Mine’ een fraaie
Standells-pastiche. De ingezette lijn van knisperende gitaarpop –
met zoete herinneringen aan Love, The Byrds en vooral The Flamin’
Groovies – zet zich door in ‘Back In My Dreams’ en vindt zijn
hoogtepunt in ‘New Hope For The Lonely’, met dank aan Iles’
reutelende Farfisa-orgel. Past, Present And Future is een
uitstekende garagepop-plaat, maar behalve een zeer bescheiden succes
in Engeland blijven de Watermelon Men, ook na een tweede album,
onopgemerkt. Ze laten echter wel een prachtige erfenis met een
relativerende titel achter: Past, Present And Future.
Seven
Years / Pretty Days In The Summertime / Tell That Girl / Hungarian
Heart / New Hope For The Lonely / You Should Be Mine / Lonesome Time
/ Autumn Girl / Back In My Dreams / There She Goes / Nowhere Train /
Still I’m Dressed In Blue
Geen opmerkingen:
Een reactie posten