Terwijl The Jayhawks niet meer bestaan en Son Volt tot een tijdelijk halt gekomen is, is daar in 1999 opeens Peter Bruntnell die de ontstane ruimte opvult. Zijn derde cd, Normal For Bridgwater, ademt de sfeer van klassieke neo-countryrock en past dus feilloos tussen het werk van Jayhawks, Son Volt en ook Wilco en Whiskeytown. En dat is uitzonderlijk voor een Brit. Peter Bruntnell, afkomstig uit Zuid-Londen, maakt in 1995 zijn weinig succesvolle debuut met Cannibal, twee jaar later gevolgd door Camelot In Smithereens. Het is artistiek een stap vooruit, maar commercieel opnieuw een flop, waardoor Bruntnell zonder contract komt te zitten. Het brengt hem echter wel in contact met Jay Farrar en Son Volt, voor wie Bruntnell en zijn band in 1997 het voorprogramma van de Britse tour verzorgen. Aldus geïnspireerd door alt.country gaat het roer definitief om bij Bruntnell. Hij formeert een nieuwe band, bassist Peter Noone mag blijven, met daarin drummer Michael Clews en de jonge, talentvolle gitarist James Walbourne, opgepikt uit de zaal na een optreden. Country en twang doen hun intrede in de nieuwe songs die Peter Bruntnell schrijft, hetgeen wordt opgemerkt door Rykodisc-baas George Howard die Bruntnell aantrekt voor zijn net opgerichte americana-label Slow River. Howard haalt Bruntnell en zijn band naar Zippah Studios in Boston, Massachusetts en neemt daar zonder poespas en studiotrucs maar met Son Volt-leden Eric Heywood (pedal steel) en Dave Boquist (fiddle) de twaalf liedjes op van Normal For Bridgwater. Het zijn elegante, harmonische en diepgevoelde liedjes die een muzikale sfeer oproepen van landelijke, golvende weggetjes, neonverlichting en de uitgestrekte velden van het Amerikaanse Midwesten. Hoewel ‘Jurassic Parking Lot’ inderdaad handelt over het grootste neonbord van Noord Amerika, gaan de ijzersterke songs ‘N.F.B.’ (Normal For Bridgwater) over een stadje in Sussex, Engeland waar iedereen tamelijk gestoord is en ‘By The Time My Head Gets Back To Phoenix’ over gefortuneerde Britten die door invriezing van hun hoofd het eeuwige leven denken te bereiken. ‘Outlaw (May The Sun Always Shine)’ is een countryballad die vreemd genoeg gecomponeerd is met Randy Bachman van Bachman Turner Overdrive, ‘Cosmea’ is vanwege de jeremiërende fiddle een echte Appalachen-song en ‘Forgiven’ en ‘Lay Down The Curse’ zijn Uncle Tupelo-achtige rockers. De kern van Bruntnells compositorische vaardigheden, in combinatie met zijn onderkoelde, hese stemgeluid, is echter te vinden in schitterend weemoedige countryrockliedjes als ‘Handful Of Stars’, ‘Played Out’ en ‘Shot From A Spring’, liedjes die bovendien de fenomenale James Walbourne laten schitteren op gitaar, banjo en Hammond. Onder critici wordt Normal For Bridgwater uitstekend ontvangen – volgens de NME moeten Bruntnells platen op scholen onderwezen worden – maar uiteindelijk worden er in Amerika ongeveer 8.500 verkocht, in Engeland zo’n 3.000 en in Nederland een paar honderd. Dat is bepaald niet spectaculair voor een neo-countryrock meesterwerk van een groots talent; dat in 2005 nog eens bevestigd wordt door het uitzonderlijke fraaie Ghost In A Spitfire.
Handful Of Stars / You Won’t Find Me / N.F.B. / Forgiven / By The Time My Head Gets To Phoenix / Played Out / Cosmea / Lay Down This Curse / Shot From A Spring / Jurassic Parking Lot / How You Are / Outlaw (May The Sun Always Shine)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten