In 1995 verlaten de vier jongens van Madrugada de leegte en het isolement van het uiterste noorden van Noorwegen en vestigen zich in Oslo. De bandleden verruilen de letterlijke brede horizon voor de mogelijkheid hun muzikale horizon te verbreden. Op kosten van hun studiefinanciering betrekken Silver Høyem (zang), Robert Burås (gitaar), Frode Jacobson (bas) en Jon Lauvland Pettersen (drums) een flat in Oslo en leven op een dieet van The Doors, Joy Division, Nick Cave and the Bad Seeds en vooral The Gun Club.
Een demo van de roadsong 'Strange Colour Blue' trekt in 1998 de aandacht van de Noorse vestiging van Virgin, die de band dan ook voor zes albums contracteert, waarna het viertal vanwege de mystieke uitstraling de bandnaam Madrugada – Spaans voor ochtendgloren – adopteert. In de analoge Athletic Sound-studio, bezuiden Oslo, nemen de vier in een periode van drie maanden hun intense gitaarsongs op, spaarzaam opgefleurd met pedal steel, Hammond en Fender Rhodes. Dan worden de opnamen in New York gemixt door topproducer John Agnello (Screaming Trees, Dinosaur Jr., Son Volt) en ligt Industrial Silence in september 1999 in de Noorse platenwinkels.
Industrial Silence wordt gekenmerkt door nachtelijke romantiek, broeierige tensie en een duistere atmosfeer; 'Vocal', 'Shine', 'Sirens' en 'Electric' getuigen daar bij uitstek van. Naast deze angstaanjagend traag kruipende songs offreert Industrial Silence krachtige roadsongs met een magnetiserende drive als 'Beautyproof', 'Salt' en 'Belladonna'. 'Strange Colour Blue' is niettemin met zijn gejaagdheid het spannende, schitterende scharnierpunt van Industrial Silence: Oh everybody's sleeping now / In industrial silence / And the rain it will keep hammering down overhead / There's a blue, blue, a strange colour blue. De hoofdrollen zijn onmiskenbaar voor Høyems imposante bariton en Burås' veelzijdige gitaarspel; zij maken van een sterk album een fantastisch album – wat Industrial Silence eenvoudigweg is. In Noorwegen stijgt Industrial Silence direct naar de nummer 1-positie in de verkooplijsten, wat voor Virgin een reden is Madrugada's debuut internationaal te releasen. Een eclatant succes, waarop Madrugada met het uitbrengen van sterke opvolgers succesvol voortborduurt.
In 2007 slaat het noodlot echter toe als gitarist Robert Burås dood in een hotelkamer wordt aangetroffen. Voor de rest van de band is het onmogelijk door te gaan: op 15 november 2008 speelt Madrugada in Oslo haar afscheidsconcert.
Vocal / Beautyproof / Shine / Higher / Sirens / Strange Colour Blue / This Old House / Electric / Salt / Belladonna / Norwegian Hammerworks Corp. / Quite Emotional / Terraplane
Geen opmerkingen:
Een reactie posten