Het
begint met The Factory – de eerste band van Hollywood-kid Lowell
George – van wie de eerste demo’s geproduceerd zijn door Frank
Zappa. Dan brengt George een blauwe maandag door bij garagepunkers
The Standells, vervolgens bij Elliott Ingber en zijn Fraternity Of
Men en belandt dan bij The Mothers Of Invention. Door Zappa ingehuurd
als zanger, ontwikkelt Lowell George zich echter meer als
slidegitarist en als songschrijver. Tussen de bedrijven door neemt
hij samen met Ry Cooder, Russ Titelman en Sneaky Pete Kleinow een
aantal demo’s op, waaronder ‘Willin’’. Als Zappa na vier
maanden Lowell George ontslaat, neemt hij Mothers Of
Invention-bassist Roy Estrada mee en de zojuist door Zappa afgewezen
Texaanse pianist Bill Payne. George’s maatje uit The Factory,
drummer Richie Hayward, completeert eind ’69 de nieuwe band,
vernoemd naar Lowell George’s kleine voeten: Little Feat. Gedurende
de jaren zeventig zal Little Feat een grote reputatie verwerven die
zich kenmerkt door drugsuitspattingen, ongebreideld hedonisme, een
extreme waardering van de muziekpers voor hun mengeling van country,
soul, rock en New Orleans-funk – en de cartooneske hoezen van
kunstenaar Neon Park. Maar dit geldt niet voor het debuut Little
Feat, want opgetrokken uit zwabberende rootsrock en gestoken in
een hoes waarop de band op het strand van Venice Beach geportretteerd
staat voor een enorm filmdecor van een stadje in de sneeuw. Het
debuut neemt daarmee een aparte plaats in in het oeuvre van het
drankverslindende en cokesnuivende kwartet. Opgenomen onder leiding
van Warner Bros.-stafproducer Russ Titelman in de Western
Recorders-studio in L.A., blijkt Little Feat bij verschijnen
in november 1970 zowel een onvervalste Californische Band-variant als
een vreemde combinatie van The Rolling Stones en The Flying Burrito
Brothers. George’s teksten – geïnspireerd door zijn baantje
als pompbediende – handelen over het leven on the road, trucks en
truckstops, liefjes aan de bar en blowen en drinken. Platitudes
worden echter kunstig vermeden in prachtige liedjes als ‘Truck Stop
Girl’, ‘I’ve Been The One’ en ‘Brides Of Jesus’. Een van
de meest bijzondere truckersongs is zonder twijfel ‘Willin’, hier
in de oorspronkelijke demoversie met Ry Cooder: And if you give me
weeds, whites and wine / And then show me a sign / I’ll Be Willin’.
Naast de Howlin’ Wolf-medley ‘Forty Four Blues/How Many More
Years’ zijn er rauwe en magnifiek slepende rocksongs – met Lowell
George’s slidegitaar royaal op de voorgrond – in de vorm van
‘Snakes On Everything’, ‘Strawberry Flats’ en ‘Hamburger
Midnight’. De opzwepende rocksongs brengen samen met de
countryballads de debuutplaat meesterlijk in balans. De critici lopen
dan ook weg met de stonede en ruige rootsrock van Little Feat.
Het publiek blijft achter, getuige de Amerikaanse tournee langs lege
zalen. Het belet Lowell George, Bill Payne, Roy Estrada en Richie
Heyward overigens niet een even fantastische maar totaal afwijkende
opvolger te produceren, die het zicht op het baanbrekende debuut –
een diep verborgen schat – bijna ontneemt.
Snakes
On Everything / Strawberry Flats / Truck Stop Girl / Brides Of Jesus
/ Willin’ / Hamburger Midnight /
Forty Four Blues/How Many More Years / Crack In Your Door / I’ve
Been The One / Takin’ My Time / Crazy Captain Gunboat Willie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten