Ze
beginnen The Greenberry Woods in 1988 aan de universiteit van
Maryland, maar terug in Baltimore gaan Ira Katz (zang, gitaar), Matt
Huseman (zang, sologitaar), Brandt Huseman (zang, bas) en Miles Rosen
(drums) professioneel als ze een contract krijgen bij Seymour Steins
Sire Records. Hun leren jekkies refereren aan de Ramones, hun
labelgenoten zo'n achttien jaar daarvoor; hun muziek neigt naar
bubblegum-punk, maar herinnert evenzeer aan de meerstemmige zang van
The Beatles en The Byrds. The Greenberry Woods zijn kortom, pure
powerpop, zo bewijst in 1994 ook hun debuutplaat Rapple
Dapple. Geproduceerd
door Andy Paley, een Brian Wilson-acoliet, is Rapple
Dapple
een energieke, pittige plaat met heerlijke liedjes zoals '#37 (Feels
So Strange)', 'I'll Send A Message', 'Adieu' en de sterke single
'Trampoline'. De rinkelende gitaren en driestemmige zang maken van
zowel Rapple Dapple
als de opvolger Big Money Item
juweeltjes in het genre. Verder dan twee cd's komen The Greenberry
Woods helaas niet omdat ze in 1996 muteren in het warrige
Splitsville.
Trampoline
/ #37 (Feels So Strange) /
Sentimental Role / I'll Send A Message / Oh Christine / I Knew You
Would / Waiting For Dawn / That's What She Said / The Sympathy Song /
Adieu / Busted / More And More / Nowhere To Go / Hold On
Geen opmerkingen:
Een reactie posten