maandag 21 oktober 2013

Talking Heads | Fear Of Music

In het hart van de meest creatieve fase van de Talking Heads ligt Fear Of Music. In diezelfde fase – van 1978 tot en met 1980 – staat de band onder hevige invloed van Brian Eno. Maar niet alleen onder invloed van hem: al vanaf de oprichting in New York in 1974 laat kunstacademie-student David Byrne zich vrijelijk inspireren door kunststromingen als dada en Fluxus; door architectuur, cybernetica en systeemtheorieën. Zanger/gitarist Byrne woont samen in een huis met Tina Weymouth en Chris Frantz en met z'n drieën richten ze Talking Heads op, dat een van de huisbands wordt van CBGB's. Ten tijde van het verschijnen van de debuut-lp 77 is gitarist/toetsenist Jerry Harrison (ex-Modern Lovers) toegetreden en voor het tweede album More Songs About Buildings And Food gaat de band een intensieve samenwerking aan met producer Brian Eno. Wat de band bijzonder maakt is de combinatie van een intellectuele, afstandelijke benadering en hoekige ritmes; een wankel evenwicht van gevoel en verstand. Maar het volgende album zal vooral, gevoed door grotestadsparanoia en een pessimistisch toekomstbeeld, nerveus, jachtig en duister worden. De repetities daarvoor beginnen in het zolderappartement van Weymouth en Frantz, nu een echtpaar. Met Brian Eno achter de knoppen en kabels uit het raam verbonden met een mobiele studio wordt het nieuwe album, Fear Of Music, ook daar opgenomen. De nieuwe sound is, in tegenstelling tot een steriel studiogeluid, hol, claustrofobisch en vervreemdend. Fear Of Music verbeeldt de multiculturele smeltkroes van New York, waarin intellectualisme en paranoia samengaan met koortsachtige ritmes en Afrikaanse muziekstijlen. Opener 'I Zimbra', met op gitaar Robert Fripp, is dan ook een curieuze versmelting van exotische ritmes en dadaïstische, onbegrijpelijke teksten. Fear Of Music, in een pikzwarte hoes met het patroon van een roestvrijstalen vloer, vervolgt met knap geconstrueerde popsongs, enerzijds swingend – 'Cities', 'Life During Wartime' – anderzijds fascinerend melodieus – 'Mind', 'Air' – en abstracte teksten handelend over lucht, hemel, stad, gebouwen en drugs. Het atmosferische, galmende bandgeluid wordt vooral bepaald door Eno's schurende elektronica en Byrne's ratelende, geschifte gitaarsound. In het voortreffelijke 'Heaven' – Heaven is a place where nothing ever happens – komen de Talking Heads het dichtst bij een ballad, waarna Talking Heads' derde album afgesloten wordt met het donker funkende 'Electric Guitar' en het angstaanjagende, psychedelische 'Drugs'. Fear Of Music is een monumentaal spookhuis dat in 1979 de Amerikaanse pendant is van de huiveringwekkende doem van Joy Division. Het is bovendien een kantelmoment in de ontwikkeling van David Byrne en Talking Heads, want vanaf 1980 zijn Afrikaanse ritmes de leidraad, getuige het opwindende en baanbrekende Remain In Light, evenals het experimentele My Life In The Bush Of Ghosts, de bezegeling van de uiterst creatieve samenwerking tussen David Byrne en Brian Eno.

I Zimbra / Mind / Paper / Cities / Life During Wartime / Memories Can't Wait / Air / Heaven / Animals / Electric Guitar / Drugs



Geen opmerkingen:

Een reactie posten