In
het hart van de meest creatieve fase van de Talking Heads ligt Fear
Of Music.
In diezelfde fase – van 1978 tot en met 1980 – staat de band
onder hevige invloed van Brian Eno. Maar niet alleen onder invloed
van hem: al vanaf de oprichting in New York in 1974 laat
kunstacademie-student David Byrne zich vrijelijk inspireren door
kunststromingen als dada en Fluxus; door architectuur, cybernetica en
systeemtheorieën. Zanger/gitarist Byrne woont samen in een huis
met Tina Weymouth en Chris Frantz en met z'n drieën richten ze
Talking Heads op, dat een van de huisbands wordt van CBGB's. Ten
tijde van het verschijnen van de debuut-lp 77
is
gitarist/toetsenist Jerry Harrison (ex-Modern Lovers) toegetreden en
voor het tweede album More
Songs About Buildings And Food gaat
de band een intensieve samenwerking aan met producer Brian Eno. Wat
de band bijzonder maakt is de combinatie van een intellectuele,
afstandelijke benadering en hoekige ritmes; een wankel evenwicht van
gevoel en verstand. Maar het volgende album zal vooral, gevoed door
grotestadsparanoia en een pessimistisch toekomstbeeld, nerveus,
jachtig en duister worden. De repetities daarvoor beginnen in het
zolderappartement van Weymouth en Frantz, nu een echtpaar. Met Brian
Eno achter de knoppen en kabels uit het raam verbonden met een
mobiele studio wordt het nieuwe album, Fear
Of Music,
ook daar opgenomen. De nieuwe sound is, in tegenstelling tot een
steriel studiogeluid, hol, claustrofobisch en vervreemdend. Fear
Of Music verbeeldt
de multiculturele smeltkroes van New York, waarin intellectualisme en
paranoia samengaan met koortsachtige ritmes en Afrikaanse
muziekstijlen. Opener 'I Zimbra', met op gitaar Robert Fripp, is dan
ook een curieuze versmelting van exotische ritmes en dadaïstische,
onbegrijpelijke teksten. Fear
Of Music,
in een pikzwarte hoes met het patroon van een roestvrijstalen vloer,
vervolgt met knap geconstrueerde popsongs, enerzijds swingend –
'Cities', 'Life During Wartime' – anderzijds fascinerend melodieus
– 'Mind', 'Air' – en abstracte teksten handelend over lucht,
hemel, stad, gebouwen en drugs. Het atmosferische, galmende
bandgeluid wordt vooral bepaald door Eno's schurende elektronica en
Byrne's ratelende, geschifte gitaarsound. In het voortreffelijke
'Heaven' –
Heaven is a place where nothing ever happens – komen
de Talking Heads het dichtst bij een ballad, waarna Talking Heads'
derde album afgesloten wordt met het donker funkende 'Electric
Guitar' en het angstaanjagende, psychedelische 'Drugs'. Fear
Of Music is
een monumentaal spookhuis dat in 1979 de Amerikaanse pendant is van
de huiveringwekkende doem van Joy Division. Het is bovendien een
kantelmoment in de ontwikkeling van David Byrne en Talking Heads,
want vanaf 1980 zijn Afrikaanse ritmes de leidraad, getuige het
opwindende en baanbrekende Remain
In Light,
evenals het experimentele
My Life In The Bush Of Ghosts, de
bezegeling van de uiterst creatieve samenwerking tussen David Byrne
en Brian Eno.
I
Zimbra / Mind / Paper / Cities / Life During Wartime / Memories Can't
Wait / Air / Heaven / Animals / Electric Guitar / Drugs
Geen opmerkingen:
Een reactie posten