The
Troubadour, aan Santa Monica Boulevard in West Hollywood, is aan het
eind van de jaren zestig dé ontmoetingsplaats voor
singer-songwriters, folkrockers en countryliefhebbers. Zowel arrivés,
would be-artiesten als nieuwkomers frequenteren de club, maar ook
platenbazen op zoek naar talent. Twee van die nieuwkomers zijn een
singer-songwriter uit Amarillo, Texas en een zanger-gitarist uit
Detroit, Michigan, die elkaar begin ’69 in Los Angeles ontmoeten
omdat de vriendin van de ene de zus is van de echtgenote van de
ander. Ze sluiten direct vriendschap en betrekken met z’n tweeën
een appartement in Echo Park. Hun voornaamste bezigheid is muziek
maken en marihuana roken, en avond aan avond is het duo in The
Troubadour te vinden om sterren als David Crosby en Gram Parsons te
aanschouwen. Ze besluiten dan een zang-duo op te richten, een soort
moderne Everly Brothers: John David Souther en Glenn Frey noemen zich
Longbranch Pennywhistle. Van ademloze aanschouwers in The Troubadour
transformeren Souther en Frey tot voorprogramma van bands als Poco en
The Flying Burrito Brothers. Ze trekken dan de aandacht van labelbaas
Jimmy Bowen, die op zijn label Amos de Texaan Kenny Rogers onder
contract heeft en ook de Texaanse band Shiloh – met in de gelederen
ene Don Henley. Bowen sluit een contract met Longbranch Pennywhistle
en regelt een studio en een begeleidingsband voor het duo. In de TTG
Studios nemen Souther en Frey live hun zelfgecomponeerde liedjes,
daarbij ondersteund door de crème de la crème van de
L.A.-muzikanten: Larry Knechtel (piano), Joe Osborn (bas), Buddy
Emmons (pedal steel), James Burton (gitaar), Ry Cooder (gitaar,slide)
en ‘Louisiana Man’ Doug kershaw (gitaar). De laatste is
onmiskenbaar aanwezig op het countrysoulliedje ‘Jubilee Anne’,
dat het gelijknamige album opent met: One, two, rippetah… De
tien liedjes op Longbranch Pennywhistle zijn gelijkelijk
verdeeld over de beide songschrijvers Frey en Souther. ‘Run Boy
Run’, ‘Bring Back Funky Women’ – beide met fuzz-gitaar van
Cooder – en ‘Never Have Enough’ vormen de rocksongs van de lp,
terwijl Southers ‘Kite Woman’ en ‘Star Spangled Bus’ typische
Westcoast countryrocksongs zijn. De afwisseling wordt gecompleteerd
door de van gave harmoniezang voorziene ballad ‘Mister, Mister’,
het klassiek klinkende ‘Kite Woman’ en de schitterende uitvoering
van de James Taylor-compositie ‘Don’t Talk Now’. Longbranch
Pennywhistle is bij verschijning in 1969 een van de eerste platen
in het later gepopulariseerde mellow countryrock-genre, een eer die
Glenn Frey en J.D. Souther zonder meer toekomt. Zelf gaf het duo er
al halverwege 1970 de brui aan, al bleven ze vrienden voor het leven.
Daarmee is de geschiedenis van Frey en ook Souther natuurlijk niet
geheel geschreven; die neemt namelijk een revolutionaire wending als
Glenn Frey ene Don Henley ontmoet.
Jubilee
Anne / Run Boy Run / Rebecca / Lucky Love / Kite Woman / Bring Back
Funky Women / Star-Spangled Bus / Mister, Mister / Don’t
Talk Now / Never Have Enough
Geen opmerkingen:
Een reactie posten