‘Hopeless
people’, zegt Mark E. Smith van The Fall over zijn werknemers
Martin Bramah en Una Barnes als hij ze in 1979 uit zijn band zet. Het
echtpaar Bramah (zang, gitaar) en Barnes (toetsen) vormt subiet hun
eigen versie van The Fall: Blue Orchids. Bramah en Barnes worden
bijgestaan door Rick Goldstraw (gitaar), Steve Toyne (bas) en Joe Kin
(drums) en beconcurreren hun voormalig broodheer in het clubcircuit
van Manchester. De gebutste rammelpunk van The Fall en Smiths
angstaanjagende gutturale klanken zijn echter met niets
vergelijkbaar; dus ook niet met de industriële punksound van de
Blue Orchids. Bovendien wordt de sound van Blue Orchids gekenmerkt
door een sterk psychedelische inslag, wat in extremis tot uiting komt
in het zwabberende en jengelende Farfisa-orgel van Una Barnes. Het
geeft Blue Orchids in het door doem gedomineerde Manchester een
aparte en afwijkende sound. Het duurt dan ook maar even voordat een
platenlabel Blue Orchids oppikt. Rough Trade – het indie punklabel
uit Londen – tekent de band, waarmee Blue Orchids labelgenoten
worden van The Fall.
De
eerste singles van Blue Orchids – ‘The Flood’ en ‘Work’
doen het goed in een selecte, maar beperkte kring. Duidelijk wordt
dat Blue Orchids méér is dan postpunk: The Stooges, The
Seeds en vooral The Velvet Underground lijken de aartsvaders van
Bramah en Barnes. Nog voor de opnamen van de debuut-lp verschuift
Rick Goldstraw naar bas en is Toby de nieuwe drummer. In deze
bezetting begeleidt Blue Orchids chanteuse Nico – dan extreem zwaar
verslaafd – op een uitputtende tournee door Engeland en ook door
Nederland. Met deze ervaring – en de nodige drugs – begint Blue
Orchids in het voorjaar van 1982 aan de opnamen van hun debuutplaat.
Na slechts twee weken zijn de opnamen voltooid, waarna al in mei het
nogal ironische getitelde The Greatest Hit (Money Mountain)
verschijnt. Tien postpunknummers, gedomineerd door monotone zang,
voortjagende gitaren en zeurend orgel, het spits afgebeten door de
zongedroogde acid-rock van ‘Sun Connection’. Blue Orchids
etaleert op The Greatest Hit een soort tweedehands romantiek,
gebutst en beschadigd, geworteld in nocturne rock-‘n-roll. Donker
en intens zijn gejaagde rockers als ‘Dumb Magician’ en ‘Hanging
Man’, geestverruimend is het prachtige ‘A Year With No Head’ en
intens melancholiek ‘Bad Education’ – met alweer het
rondzingende orgeltje van Baines Met het schitterende en downbeat
‘Mad As The Mist And Snow’ sluit The Greatest Hit dan zeer
indrukwekkend af.
Het
bleef bij een plaat: Blue Orchids viel uiteen; het echtpaar
Bramah/Barnes viel uiteen. Ze kunnen wel bogen op een van de meer
bijzondere underground-albums van de Britse postpunk, wat ook gelijk
iets zegt over de marginale betekenis ervan.
Sun
Connection / Dumb Magician / Tighten My Belt / A Year With No Head /
Hanging Man / Bad Education / Wait / No Looking Back / Low Profile /
Mad As The Mist And Snow
Geen opmerkingen:
Een reactie posten