Punk
is in 1977 het lawaaiige verzet tegen de gevestigde muzikale orde en
overschreeuwt zeker in het hippe Londen alles en iedereen. Voor een
band die het liefst fluisterend en laidback speelt – en aldus op
zijn eigen manier stelling neemt tegen de molochen van de rockmuziek
– lijkt er nauwelijks enige aandacht. Toch, als een demo van
'Sultans Of Swing' gedraaid wordt in Charlie Gilletts Honky
Tonk-radioprogramma, is Dire Straits binnen twee maanden getekend
door major Phonogram voor maar liefst zeven lp's. Maar er is weinig
opwinding, wat goed past bij de relaxte sound en de eenvoudige
bezetting: zanger/gitarist Mark Knopfler, ritmegitarist en jonger
broertje David, bassist John Illsley en drummer Pick Withers, de
laatste afkomstig uit de progrockband Spring. Mark Knopfler,
kantoorbediende, verslaggever en leraar, groeit op in Newcastle,
studeert in Leeds en zoekt zijn geluk in Londen – en vindt dat met
zijn eerste band, Dire Straits. In alle rust neemt het kwartet in
februari 1978 in de Basing Street Studios zijn debuut op met producer
Muff Winwood.
Dan,
als in de zomer van 1978 de gelijknamige debuutplaat uitkomt, is er,
hoe onmodieus ook, beslist sprake van een nieuw geluid. Toegegeven,
de pubrock van Brinsley Schwarz, de americana van The Band en de
relaxte backporch gitaarsound van J.J. Cale maken alle deel uit van
de rootsy countrypop van de Londenaren, maar de clevere samensmelting
van stijlen en invloeden leiden op het uitstekende debuut tot een
niet eerder gehoord geluid. De simpele maar uiterst doeltreffende
backbeat is het ideale fundament voor Knopflers pickin'
gitaarsound en lekker slome zang, die niettemin een prima vehikel is
voor sfeertekeningen van stadse taferelen en personages die met een
enkele penseelstreek worden neergezet. 'Down To The Waterline' en
'Sultans Of Swing' zijn enthousiasmerende rocksongs, en 'Water Of
Love' is een aanstekelijke zij het traditionele skifflesong. Maar
uitblinkend in sfeer en melancholie zijn bedachtzame rockliedjes als
het funky 'In The Gallery', 'Wild West End', 'Lions' en het stompende
'Six Blade Knife'. En zo is Dire
Straits, met
op de hoes een sfeervol en mysterieus schilderij van Chuck Loyola,
van een bewonderenswaardige onnadrukkelijkheid; wars van pretenties,
wars van kapsones. Maar in Engeland wordt het album lauw ontvangen,
dit in tegenstelling tot een razend enthousiaste ontvangst in
Amerika, Duitsland en ook Nederland – en dé zomerhit van
1978 is 'Sultans Of Swing'.
Miljoenen
exemplaren worden er verkocht van Dire
Straits, een
lot dat de plaat deelt met alle volgende Dire Straits-platen, wat de
band tot een van de grootste bands ter wereld maakt. Met als
onvermijdelijk gevolg een imago van zelfvoldane mannen, het zicht
ontnemend op dat frisse, speelse en ook magistrale debuut.
Down
To The Waterline / Water Of Love / Setting Me Up / Six Blade Knife /
Southbound Again / Sultans Of Swing / In The Gallery / Wild West End
/ Lions
Geen opmerkingen:
Een reactie posten