dinsdag 18 juli 2023

Little Big Horn | Little Big Horn

Weer zo’n onbekend gebleven Britse band, van wie hun album niet in het thuisland werd uitbracht, maar – in dit geval – in Duitsland. Little Big Horn brak dan ook nergens door, en eerder was dat onder de naam Wild Silk ook al niet gelukt. Onder de vleugels van de Amerikaanse producer Shel Talmy – succesvol al met The Who en The Kinks – komen er, onsuccesvolle, singles uit in Amerika. Als de jaren zestig overgaan in de jaren zeventig verruilt Wild Slik niet alleen hun pop- en soulmuziek voor een meer Westcoast-georiënteerde sound, maar krijgen ook een verplichte naamswijziging opgelegd: Little Big Horn – een duidelijke verwijzing naar Amerika. 

De diverse opnamen in de studio, steevast vergezeld van valse managementbeloften, leidt in 1970 tot de eerste – controversiële – single, in Engeland uitgebracht op Polydor Records, in Amerika op Fantasy Records: ‘Another Man’s Song’, met de tekst His name was Jesus Christ / That probably rings a bell / He said: All good people will go to heaven / And the others will go to hell. Het is, o wonder, geen succes en het beloofde en reeds opgenomen album wordt op de lange baan geschoven. En dan doen frustraties en muzikale meningsverschillen Little Big Horn al eind 1970 uiteenvallen.

Dan brengt het Talmy-consortium de Little Big Horn-plaat onder bij het Duitse Bellaphon-label, dat in 1971 het album Little Big Horn uitbrengt – en wat de bandleden dus zo’n kleine veertig jaar niet hebben geweten.

De opener is een cover van The Lovin’ Spoonful, het lekker à la Moby Grapes ‘Hey Grandma’ rockende ‘Good Time Music’ en dan volgen er fraaie songs geïnspireerd door inderdaad Moby Grape, maar ook door The Byrds ,The Band en Britten als Badfinger en The Marmalade. Little Big Horn wisselt meer Amerikaanse countrified songs als ‘Getting It Together’, ‘I Wish I Had the Words’ en ‘Isn’t It Strange’ af met die van de Engelse variant: ‘Something Good’ en ‘Ain’t No Harm’, maar over het geheel gezien: altijd scherpe gitaren, een warme elektrische piano en geweldige samenzang. Het resultaat is een sterk begin-jaren-70-album dat keihard door de scheuren van de tijd is gevallen: wie kent nu Little Big Horn?


Little Big Horn. Bellaphon, 1971. ‘Good Time Music’ | ‘Getting It Together’ | ‘I Wish I Had the Words’ | ‘Anything That Turns You On’ | ‘Right Road’ | ‘Name of the Game’ | ‘Something Good’ | ‘Ain’t No Harm’ | ‘Isn’t It Strange’ | ‘Just Ain’t Fair’ | ‘Another Man’s Song’ 


Gepubliceerd in Platenblad nr. 276


woensdag 14 juni 2023

Uni Boys - Do It All Next Week

De Uni Boys ogen als lekker verveelde punky boys. Puberale jongetjes uit de lamlendige suburbs, die het bij hun gescheiden ouders niet kunnen vinden en misschien wel daarom een bandje beginnen: it’s a teenage wasteland. Onze jeugdige vrienden van de Uni Boys starten onder deze omstandigheden dus in Aliso Viejo, Californië hun band – en komen onder contract bij het Curation Records-label van Brent Rademaker, bekend van The Beachwood Sparks. 
De Uni Boys passen perfect op dit retro-poplabel, want hun muziek is dat van onvervalste seventies powerpop: The Cars, The Romantics, The Knack, 20/20. Maar ook: The New York Dolls, Milk ’N’ Cookies en de Ramones. En dus handelen de liedjes op hun debuutplaat Do It All Next Week over coolness, highschool-verliefdheden, pretty girls, ultieme verveling en drank en drugs. Ultieme teenage-bezigheden dus: de meisjes zijn vooral druk met de jongens (denken zij), zoals in de catchy opener ‘You Worry About Me’ De Uni Boys borduren daar op energieke en tegelijk naïeve wijze op voort in aanstekelijke liedjes als ‘On Your Lovin’ Mind’, ‘Long Time No See’, ‘One More Night’, het maar liefst met een soort van gitaarsolo versierde ‘Hypocrite’ en het stroperige maar fijne ‘Caroline Kills’. Een poging tot heavy rock – zoals de Ramones dat ook steevast probeerden – met ‘You in My Heart’ en ‘I Wanna Rock You’ slaagt op alle fronten: heerlijke bubblegum heavy powerpop. 

Met de Uni Boys is de jaren zeventig powerpop helemaal terug. Schitterende hoes overigens ook: verveelde pubers in spijkerjasjes, fel belicht. We spijkeren de hoes aan de muur.

Als je hield van singles als ‘My Sharona’, ‘Rock ’n’ Roll High School’, ‘My Best Friend’s Girl’, ‘What I Like About You’ of ‘Back of My Hand’, dan is Do It All Week zo’n beetje veertig jaar later het album waar je naar uitkeek. Do It All Week is dan jouw album.


Do It All Week. Curation Records, 2022. ‘You Worry About Me’ | ‘Downtown’ | ‘On Your Lovin’ Mind’ | ‘Long Time No See’ | ‘One More Night’ | ‘Take A Look Around’ | ‘Hypocrite’ | ‘Up To You’ | ‘Caroline Kills’ | ‘You in My Heart’ | ‘I Wanna Rock You’ | ‘Daily Dose’


zondag 11 juni 2023

Butch Walker | As... Glenn


Maar liefst twintig jaar na zijn debuutplaat raakt Butch Walker de jackpot midscheeps met het geweldige, knipogende, stevig naar de seventies hengelende As… Glenn. Bradley Glenn ‘Butch’ Walker komt oorspronkelijk uit Georgia en met Marvelous 3, geformeerd in Atlanta, timmert hij vanaf 1997 stevig aan de weg. Walker en zijn muzikale vrinden zijn dan allang neergestreken in Los Angeles, Californië en het is vanuit daar dat Butch Walker zijn solocarrière start. En die is gebaseerd op melodieuze maar tegelijkertijd stevige powerpop. Daarin brengt Walker nu verandering aan door toevoeging van een seventies retrosound: zwierig pianospel, ouderwetse gitaarsolo’s, achtergrondkoortjes en een hoog radio-gehalte. As… Glenn., Walkers tiende studio-album, is zijn beste. 
Walker neemt op As… Glenn een alter ego aan: Glenn, een cowboy in een glitterpak en oogmake-up die optreedt in een soort van nachtclub, de State Line Lounge. De plaat opent dan ook met geroezemoes: ‘The Band Takes the Stage’. Daarna volgt gelijk al een hoogtepunt: ‘Leather Weather (Mr. and Mrs. Understanding)’, waarbij Walkers band (Aaron Embry op piano, orgel en synthesizers; Whynot Jansveld op bas; en Mark Stepro op drums) versterking krijgt van de harmoniezang van The Watsons Twins en een gitaarsolo van Sadler Vaden. In het volgende nummer, ‘Roll Away (Like A Stone)’ is het wat dat betreft de beurt respectievelijk aan singer-songwriter Elizabeth Cook en Aaron Lee Tasjan met prachtig ouderwets gitaarwerk. Vervolgens rijgen de fraaie, rijk verzorgde liedjes zich aaneen: ‘Avalanche’, ‘State-Line Fireworks’ en ‘Slow Leak’. Dat gaat op kant 2 door met ‘Tell Me I’m Pretty (Bethamphetamine Pt 2)’, dat een openingsriff heeft gelijkend op The Who’s ‘Won’t Get Fooled Again’. Verder horen we invloeden terug van The Eagles, Andrew Gold, Todd Rundgren en Jackson Browne, de laatste expliciet in de fantastische Westcoast-ballad ‘Don’t Let It Weigh Heavy on Your Heart’ – compleet met een direct tot David Lindley (R.I.P. 2023) te herleiden gitaarsolo. Schitterend, evenzeer als de ballads ‘Holy Water Hangover’ en ‘Lean on To Me’. 

Glenn and friends hebben in die fictieve State-Line Lounge een soort van monumentje opgericht voor de seventies SoCal popmuziek. As… Glenn is zowel een eerbetoon daaraan als een ja, een monument voor zichzelf: Butch Walkers meesterwerk?


As… Glenn. Ruby Red Records, 2022. ’The Band Takes the Stage’ | ‘Leather Weather (Mr. and Mrs. Understanding)’ | ‘Roll Away (Like A Stone)’ | ‘Avalanche’ | ‘State-Line Fireworks’ | ‘Slow Leak’ | ‘Bar Fight’ | ‘Tell Me I’m Pretty (Bethamphetamine Pt 2)’ | ‘Holy Water hangover’ | ‘Don’t Let It Weigh Heavy on Your Heart’ | ‘The Negotiator’ | ‘The Band Plays An Encore’ | ‘Lean Into Me’


The Lemon Twigs (2023)

Met The Lemon Twigs betreden we onmiskenbaar het rijk van de jaren zeventig popmuziek. Dat van Elton John, The Bee Gees, Todd Rundgren en Hall & Oates. Of dat van de hemelse beatleske pop van Ronnie D’Addario. En dat is niet zo gek, want The Lemon Twigs zijn de broertjes Brian en Michael D’Addario, afkomstig van Long Island, New York, die dus nadrukkelijk in de voetsporen treden van hun vader. Popmuziek is de broers met de paplepel ingegoten en dat vindt zijn voorlopige hoogtepunt in Everything Harmony, in 2023 alweer de vierde plaat van de youngsters, die hun debuut op hun zeventiende, respectievelijk negentiende uitbrachten. En alles doen ze zelf: componeren, zingen, gitaar, toetsen, bas en drums. Met alles dat, is Everything Harmony dus rijkelijk gevuld. 
Begiftigd met fraaie falsetstemmen zingen de broertje de sterren van de hemel in liedjes als ‘In My Head’, ‘Corner of My Eye’, ‘Any Time of Day’ en ‘Ghost Run Free’. Nog fijner wordt het als zij daar even afstand van nemen en Byrdsy jingle-jangle-pop omarmen, wat aldus resulteert in het fenomenale ‘What You Were Doing’ – dat herinnert aan Teenage Fanclubs klassieker ‘The Concept’ – en het even sterke, maar iets melancholiekere ‘Every Day Is the Worst Day of My Life’. Dan zijn ‘What Happens To A Heart’ en ‘Born To Be Lonely’ opgetuigd met weemoedige strijkersarrangementen en ‘I Don’t Belong To Me’ en ‘Still It’s Not Enough’ opgetrokken uit schitterende meerstemmige zang. 

Samenvattend: anno 2023 is Everything Harmony een meer dan voortreffelijke retro-popplaat.


Everything Harmony. Captured Tracks, 2023. ‘When Winter Comes Along’ | ‘In My Head’ | ‘Corner of My Eye’ | ‘Any Time of Day’ | ‘’What You Were Doing’ | ‘’I Don’t Belong To Me’ | ‘Everyday Is the Worst Day of My Life’ | ‘What Happens To A Heart’ | ‘Still It’s Not Enough’ | ‘Born To Be Lonely’ | ‘Ghost Run Free’ | ‘Everything Harmony’ | ‘New To Me’


zaterdag 17 december 2022

Arctic Monkeys | The Car (2022)

Ergens stond het al in de sterren geschreven dat de Arctic Monkeys nog eens met zo’n magistrale plaat zouden komen. Immers, in 2008 al zette frontman Alex Turner tegenover de frenetieke indierock van de Arctic Monkeys zijn hobbyproject The Last Shadow Puppets en flirtte hij met de orkestrale pop van Scott Walker, de psychedelische folkrock van Love en de geestverruimende postpunk van Julian Cope en zijn Teardrop Explodes. Zo’n veertien jaar later hebben de Arctic Monkeys daar ook een veilige haven gevonden en deze zelfde muzikale legacy volop omarmd. Met als resultaat een klaar meesterwerk. 
The Car bestrijkt klassieke terreinen, van baroque-pop tot classic seventies rock, tot Amerikaanse countrysoul – zoals in het heerlijk zuigende ‘Jet Skis on the Moat’. Het zit hem echter niet alleen in deze variatie, want ook de songs an sich zijn uitermate zorgvuldig geconstrueerd en vooral: bijzonder rijk gearrangeerd en georkestreerd. De opener ‘There’d Better Be A Mirrorball’ is à la Scott Walker zwierig en jubelend, terwijl ‘Sculptures of Anything Goes’ vanwege diezelfde arrangementen onheilszwanger en dreigend klinkt. Schoonheid en pracht uitgedrukt in popmuziek. Wat overigens ook aan dit fenomenale The Car een absolute toevoeging is, zijn de gitaarsolo’s van Jamie Cook, die variëren van de kwakende wah-wah in ‘I Ain’t Quite Where I Think I Am’, de huilende Mick Ronson-gitaar in ‘Body Paint’, het om te janken zo mooie gitaarwerk in titelsong ‘The Car’ en de splijtende solo in ‘Big Ideas’. Arctic Monkeys sluiten met het door herfstige strijkers aangezette ‘Perfect Sense’ inderdaad een perfect album af. The Car is wat popmuziek vermag, en wat het dus tot het beste album van 2022 maakt – want schoonheid prevaleert boven alles.

The Car. Domino, 2022. ‘There’d Better Be A Mirrorball’ | ‘I Ain’t Quite Where I Think I Am’ | ‘Sculptures of Anything Goes’ | ‘Jet Skis on the Moat’ | ‘Body Paint’ | ‘The Car’ | ‘Big Ideas’ | ‘Hello You’ | ‘Mr Schwartz’ | ‘Perfect Sense’


Gepubliceerd in Heaven # 1 2023.

zondag 4 december 2022

The Spongetones | Beat Music

 The Spongetones is een van de onbekendste onbekende bands. The Spongetones hebben nauwelijks enig succes gekend buiten hun woonplaats Charlotte, North Carolina, al had dat anders kunnen lopen – maar dat deed het niet. Even leek het erop alsof ze daadwerkelijk aan het het succes roken, maar dan toch niet; hun debuut-lp had een doorbraak kunnen zijn, maar was dat niet. Welkom in de wereld van de besnorde, bebaarde en als kantoorklerken geklede anti-helden: The Spongetones.

Het kan niet anders dan dat ze beginnen als een Beatles- en Merseybeatcoverband. En daar zijn ze verdomd goed in. Vanaf 1979 spelen ze de cafés plat in hun woonplaats Charlotte. Als zanger-gitarist Jamie Hoover zich inkoopt in The Spongetones komt er ruimte voor eigen composities – al blijven die wel sterk leunen op de middenjarenzestigsound van de British Invasion, met daaraan toegevoegd een snufje punk, powerpop en new wave. 

De Sponge Four bestaan naast ‘Jumpy’ Hoover uit Pat ‘Pud’ Walters, Steve ‘Stiff’ Stoeckel en Rob ‘Rocko’ Thorne, spelen op Vox-versterkers, Rickenbacker-gitaren, Ludwig-drums, een Hohner-bas en een Casio-orgeltje – helemaal jaren zestig – maar dragen wel weer lullige polyester broeken, colbertjes en smalle stropdasjes – helemaal jaren zeventig. We zitten inmiddels wel in de jaren tachtig als de eerste single uitkomt op een lokaal labeltje, ‘You’re the One’; jengelende gitaren en Beatles-samenzang. Op het eveneens lokale label Ripete Records verschijnt de debuut-lp, eenvoudig maar duidelijk getiteld Beat Music. The Spongetones hebben dan wel enigszins het tij mee, want er is na het uitwoeden van de punk hernieuwde aandacht voor sixtiesmuziek en garagerock. Retrobands als The Chesterfield Kings, The Lyres en The Crawdaddys drukken hun neus aan het venster met opwindende rhythm-and-blues; The Spongetones doen dat met een even opwindende Merseybeat-retrosound. Van Beat Music verschijnt er dan ook een lovende recensie in de Rolling Stone. Maar het is te weinig, The Spongetones blijven steken in North Carolina. Voor altijd.

Beat Music is voor sixtieslieshebbers inderdaad een geweldige plaat. Twaalf krap aan drieminuten klokkende popliedjes berstensvol jangly Rickenbacker-gitaren, geweldige samenzang en puike melodieën; Beat Music is een feestje. Beat Music bestaat hoofdzakelijk uit volop meezingbare alternatieve hits, stilzitten, niet met het hoofd meeknikken en zwijgen is bijkans onmogelijk bij pareltjes als ‘Tell Me Too!’, ‘Cool Hearted Girl’, ’She Goes Out With Everybody’, ‘Every Night Is A Holiday’, ‘Don’t You Know?’, ’You’re the One’ en het al even geweldige ‘You Better Take It Easy’. De Sgt. Pepper-Beatles komen ook nog aan bod in de schitterende afsluiter ‘Eloquent Spokesman’. De band is op Beat Music gedreven en doodserieus, maar er sluimert altijd wel een heerlijke retro-knipoog; dit maakt The Spongetones bijzonder – maar nog steeds onbekend. Daar brengt ook de opvolger Torn Apart (1984) geen verandering in. En ook de volgende platen niet; The Spongetones blijven met een zekere regelmaat albums uitbrengen en treden nog steeds op. Ouden van dagen zijn het, met alle respect, inmiddels wel. 

In 2005 verschijnt de 4cd-box Children of Nuggets – met meer dan honderd songs een prachtige staalkaart van de jaren tachtig revival van de garagerock – met daarop maar liefst twee liedjes van The Spongetones. Voorwaar een eerbetoon.


Beat Music. Ripete Records, 1982. ‘Here I Go Again’ | ‘Tell Me Too!’ | ‘Cool Hearted Girl’ | ‘Take My Love’ | ‘A Part of Me Now’ | ‘She Goes Out With Everybody’ | ‘Every Night Is A Holiday’ | ‘Don’t You Know?’ | ‘Where Were You Last Night’ | ‘You’re the One’ | ‘You Better Take It Easy’ | ‘Eloquent Spokesman’


Eerder gepubliceerd in Platenblad # 259

 

dinsdag 29 november 2022

The Bevis Frond | Miasma

In de vroegzomer van 1987 las ik in mijn favoriete undergroundmagazine Bucketfull of Brains over Miasma van The Bevis Frond. De wie? The Bevis Frond, een one man band van een gitarist wiens identiteit – uit een soort bescherming van diens wankele persoonlijkheid, begreep ik – verborgen werd gehouden. Ik las dat de eerste 250 lp’s subiet waren uitverkocht, maar dat de maker er nog 750 op zijn eigen Woronzow Records bij zou laten persen en daarna niks meer. Bucketfull of Brains bood echter een aantal van deze exemplaren te koop aan. Ik stopte 5 pond en 75 pence (voor verzending) in een envelop en na zo’n vijf weken kon ik Miasma op de draaitafel leggen en volledig overvallen worden door een stortvloed van psychedelische gitaren, ronkende feedback en oorpijnigende distortion en een, ja, uitzonderlijk primitieve productie. Onvermijdelijk een cultalbum. 
Londenaar Nick Salomon richt in 1968 zijn eerste band op: The Bevis Frond Museum. De gitarist probeert van alles, maar niets komt van de grond. Ook niet als hij in 1971 solliciteert naar de vacante plek in Procol Harum na het vertrek van gitarist Robin Trower. Het duurt dan een eeuwigheid – punk komt en gaat –  voordat de dertiger Salomon zijn neus aan het venster kan drukken. Er zijn halfslachtige pogingen met The Von Trap Family en Room 13, maar een akelig motorongeluk gooit roet in het eten. Het positieve daaraan is dat Nick Salomon van het verzekeringsgeld instrumenten en opnameapparatuur kan kopen en in zijn eentje zijn in de loop der jaren opgebouwde songs kan opnemen – iets wat hij altijd al had willen doen, louter voor zijn eigen plezier. Het laatste restje verzekeringsgeld gebruikt Salomon om van die in 1986 opgenomen songs een lp te persen, in een oplage van 250 stuks. Bedoeld voor familie en vrienden, en dan wat er overblijft opbergen op zolder. Maar het loopt anders. 
Er blijkt plots een hongerende vraag naar Miasma, die obscure psychedelische plaat. Want waar komt dit vandaan? Miasma is ook nog eens verpakt in een bizarre hoes, getekend door Cyke Bancroft (eens saxofonist in The Von Trap Family) en onmiskenbaar geënt op Bachdenkels Lemmings (1973). En dan de inhoud: psychedelische extravaganza, zonder noemenswaardige productie op de band gekwakt. Maar wel met de impact van een meteorietinslag. ‘She’s in Love with Time’ is gelijk al een sublieme opener met zijn schel rinkelende gitaren en de ‘Eight Miles High’-ragasolo. Het is de opmaat voor een stevige portie acidrock, dwingend overheerst door blaartrekkende gitaarsolo’s, zoals in ‘Splendid Isolation’, ‘Maybe’, ‘Ride the Train of Thought’ en ‘Confusion Days’. In het instrumentale ‘Wild Afternoon’ goochelt Saloman à la ‘Eruption’ van Van Halen met feedback en distortion, is het totaal overstuurde ‘The Newgate Wind’ gezegend met het mooiste gekuch in een rocksong sinds ‘Electric Chair’ van Brother Fox and The Tar Baby uit 1969 en bevindt zich tussen Salomons overdonderende gitaargeweld ook zomaar ‘The Earl of Walthamstowe’, dat met zijn 41 seconden een fijn folky gitaarintermezzootje is dat Tubular Bells van Mike Oldfield in blijde herinnering roept.
Met Miasma begint in 1987 de zegetocht van Nick Salomon en zijn Bevis Frond, het album zelf zal later vele re-issues kennen en The Bevis Frond zal uiterst productief blijken: zo’n beetje jaarlijks voegt Nick Salomon een psychedelische loot aan de stam toe van zijn inmiddels imposante oeuvre. Het zijn telkens albums van misschien wel de grootste underground gitaarheld van de jaren negentig en verder, al is dat wellicht een goed bewaard geheim. Niet verder vertellen.

Miasma. Woronzow Records, 1986. ‘Garden Gate’ | ‘She’s in Love with Time’ | ‘Wild Mind’ | ‘Wild Afternoon’ | ‘Splendid Isolation’ | ‘The Earl of Walthamstowe’ | ‘The Newgate Wind’ | ‘Release Yourself’ | ‘Maybe’ | ‘Ride the Train of Thought’ | ‘Confusion Days’

Eerder gepubliceerd in Platenblad # 248