Ernie
Graham was de zoveelste loser in het immer groeiende leger van
rock-‘n-rollmuzikanten die het niet hebben gemaakt. Maar ondanks
dat was Graham een zeer getalenteerd muzikant die gerespecteerd werd
door grootheden als Jimi Hendrix, Phil Lynott en Nick Lowe, en
belangrijker nog, hij maakte een schitterende soloplaat. Ernie
Graham uit 1971 heeft de tand des tijds in kwalitatieve zin zeker
doorstaan, maar is voor de rest uit het collectieve geheugen van de
pophistorie geschrapt. Net als zijn Ierse maker; verloren in de
vergetelheid.
Belfast
kende in de eerste helft van de jaren zestig van de 20e
eeuw totaal geen rock-‘n-rollscene. De doorbraak van Van Morrison
bracht hierin definitief verandering en dit was dan ook de reden dat
Ernie Graham van leerling-automonteur switchte naar ritmegitarist in
een popband. Tony And The Telstars speelden louter top-40-hits na en
hadden de blik volledig op Engeland gericht. Na een korte stop in
Engeland keerde Graham terug naar Ierland, naar Dublin, waar hij The
People opricht. Ernie Graham ontmoet hier ook Hendrix-roadie Dave
Robinson, die een grote rol zal spelen in Grahams leven. Door
Robinsons bemoeienis tekent The People – omgedoopt tot Eire
Apparant – bij het management van Jimi Hendrix, waardoor de band
het voorprogramma gaat verzorgen voor Hendrix’ Britse en
Amerikaanse tournee’s. Als gevolg waarvan Eire Apparant in 1968
onder productionele leiding van Hendrix himself in Amerika hun debuut
opnemen. Een jaar later verschijnt Sunrise, een bluesrockplaat
met psychedelische invloeden. Ondertussen is Dave Robinson
teruggekeerd naar London en worden Ernie Graham en de zijnen
uitgemolken door het management en op een zijspoor gerangeerd; het is
het einde van Eire Apparant.
Robinson,
daarentegen, weet zich binnen te werken bij de Londonse
productiemaatschappij Famepushers. Naast onduidelijke en dubieuze
praktijken runt Famespushers ook het management van Brinsley Schwarz,
een taak die Dave Robinson op zich neemt. Robinson introduceert de
naar Engeland uitgeweken Ernie Graham bij de club rondom Brinsley
Schwarz en Help Yourself, de laatste een jonge rockband met groot
potentiëel. Het van oorsprong Amerikaanse United Artists
contracteert niet alleen beide bands maar ook de solo-artiest Ernie
Graham. En zo neemt Graham in de Londonse Olympic Studios, met als
begeleidingsband de gecombineerde Brinsley Schwarz/Help
Yourself-club, in luttele weken gedurende de nachturen zijn soloplaat
op.
Ernie
Graham wordt gekenmerkt door een uiterst losse sfeer, waarvoor
aanzienlijke hoeveelheden dope en drank verantwoordelijk zijn. Mellow
– maar wel van het uiterst sfeervolle en doeltreffende soort – is
de toepasselijke typering voor de fraaie en soepele rockmuziek die
Graham en consorten voor het voetlicht brengen. Is ‘Sebastian’
nog een typerende folksong, die sterk refereert aan Bob Dylan, de
daaropvolgende songs zijn beduidend complexer, donkerder en
magischer. In trage en bedwelmende tempo’s brengt Graham niet
alleen zijn elektrische gitaar in stelling maar ook die van Ian Gomm,
Brinsley Schwarz, Malcolm Morley en Richard Treece. Met daaraan
toegevoegd het rollende en soulvolle toetsenspel van Bob Andrews en
de harmonievocalen van Gomm, Andrews en Nick Lowe. Rhythm and blues
en slepende op Amerikaanse leest geschoeide rock vormen de ankers
voor de groove die Graham met zijn muziekvrienden weet op te roepen.
De prachtig broeierige gitaarlicks van Treece en Morley spelen een
voorname rol op schitterende songs als ‘So Lonely’, ‘The Girl
That Turned The Lever’ en ‘For A Little While’, terwijl ‘Sea
Fever’ is opgebouwd rond in mineur getoonzette pianoakkoorden en
‘Don’t Want Me Around You’ gedomineerd wordt door het
Hammond-spel van Bob Andrews. Het dreigende en onheilspellende ‘Blues
For Snowy’ – een opzwepende blues – is echter het epicentrum
van Ernie Graham; traag deinend en aangejaagd door messcherpe
solo’s van de Help Yourself-gitaristen vormt deze intrigerende en
inktzwarte rocksong hét hoogtepunt van Grahams voorbeeldige
rockplaat. Ernie Graham is aldus qua sfeer en niveau op een
lijn te stellen met het legendarische debuut van Brinsley Schwarz en
roept op een ander niveau zelfs de herinnering op aan het werk van
C,S,N&Y of aan de countryrockperiode van acid-heads The
Grateful Dead.
Natuurlijk
verkocht de lp bij zijn release in 1971 schrikbarend slecht, en dus
liet Ernie Graham zich op bevel van Dave Robinson inlijven bij Help
Yourself. Na één overigens prachtige plaat stapte
Graham op en vormde hij het funkrock-collectief Clancy. Maar Clancy
had het tij niet mee, want de punkrevolutie stond voor de deur. Ernie
Graham – dan met onafscheidelijke whiskyfles – krijgt hier nog
iets van mee als hij voor Stiff Records – mede opgericht door Dave
Robinson – een single mag opnemen: de Phil Lynott-compositie ‘Romeo
And The Lonely Girl’. Het is Grahams laatste opname, want de
volgende tien jaar is hij werkzaam bij de Britse spoorwegen als
steward op de Orient Express. Op 27 april 2001 overlijdt Ernie Graham
aan een slopende ziekte, het gevolg van zijn nietsontziende
levensstijl. Zijn nalatenschap voor de rockhistorie is een bescheiden
klassieker.
Sebastian
/ So Lonely / Sea Fever / The Girl That Turned The Lever / For A
Little While / Blues To Snowy / Don’t Want Me Round You / Belfast
Geen opmerkingen:
Een reactie posten