Uit de as
van de psychedelische baroquepopband The 49th Parallel – Calgary's
populairste band – rijst in 1970 Painter. Gitarist Danny Lowe
verzamelt nieuwe muzikanten om zich heen en schakelt over op
melodieuze pop vermengd met kristalheldere hardrock. Er is gelijk
interesse; London Records laat de Canadezen hun eerste single opnemen
in San Francisco. Pas na verhuizing naar Seattle, een contract bij
het fameuze folk-label Elektra en de toevoeging van een extra
gitarist komt de schwung er definitief in. Het door de jaren
opgebouwde repertoire wordt eindelijk opgenomen en in september '73
verschijnt het fantasieloos – evenals de bandnaam – getitelde
Painter op
Elektra. Fantasieloos is de muziek zeker niet. De band koppelt op
Painter
meerstemmige
zang en catchy refreinen aan een dubbele gitaar line-up. Painter
begeeft zich daarmee in het territorium van The Guess Who, James Gang
en The Doobie Brothers, maar lijkt ook een blauwdruk voor zowel de
southern rock van The Outlaws als de AOR van Boston. Zeer memorabele
rockliedjes als 'West Coast Woman', 'Song For Sunshine', 'Space
Truck' en 'Kites And Gliders' maken van Painter
een
ijzersterke plaat, die de Canadezen afsluiten met het opwindende,
uitgesponnen 'Going Down The Road'. Goeie liedjes, machtige zang en
geweldig gitaarwerk; Painter
is
een mooie Canadese rockklassieker. De band zal daar allerminst van
profiteren want Elektra laat Painter per direct vallen, maar verrijst
dan wel weer opnieuw uit de as, nu als Hammersmith.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten