Afgestudeerd
in de Engelse letteren, kapitein en helikopterpiloot bij de
Amerikaanse luchtmacht, maakt Kris Kristofferson een U-bocht en landt
in 1965 in Nashville, Tennessee. Samen met vrouw en kind vestigt de
29-jarige Kristofferson zich in Music Row, neemt baantjes aan als
barkeeper, helikopterpiloot en conciërge, maar krijgt ook een
job als liedjesschrijver bij een muziekproductiemaatschappij. Na een
periode van armoede en honger, maar ook van kameraadschap en
drinkgelagen, wordt in 1968 een van Kristoffersons songs gekozen als
single voor een country-artiest. Het is de eerste in een lange rij
van Kristofferson-covers die uitgevoerd worden door uiteenlopende
zangers als Bobby Bare, Waylon Jennings en Ray Price. Ook is de
interesse gewekt van Johnny Cash, bij wie Kristofferson zichzelf
onder de aandacht brengt door met een helikopter op zijn gazon te
landen. Johnny Cash introduceert Kris Kristofferson in zijn
tv-programma en heeft een nummer 1 (country)hit met ‘Sunday Mornin’
Comin’ Down’. De hippie-troubadours – met naast Kristofferson
Mickey Newbury, Lee Clayton en Billy Joe Shaver – maken furore in
Nashville, waardoor ook Kris Kristofferson een platencontract
verwerft. Kristofferson neemt samen met Donnie Fritts, Steve Bruton,
Billy Swan en de strijkers van Bergen White vervolgens zelf de
liedjes op met wie anderen reeds een hit hadden. De verhalende
liedjes met intelligente invalshoeken en outlaws, zwervers en
verschoppelingen als onderwerp maken van Kris Kristofferson een
uitzonderlijke singer-songwriter, die een verbindende schakel is
tussen enerzijds Bob Dylan en Leonard Cohen en anderzijds
bijvoorbeeld Guy Clark en Steve Earle. Is ‘Blame It On The Stones’
nog een gedateerd hippie-achtig openingsliedje, ‘To Beat The Devil’
is het echte werk. Met een gruizige bariton praatzingt Kristoffersen
over de ontberingen van een beginnend singer-songwriter in Nashville.
Kristofferson is
voorts gevuld met overwegend klassieke countrysongs, zoals ‘Help Me
Make It Through The Night’, ‘For The Good Times’ en ‘Sunday
Mornin’ Comin’ Down’. De bekendste Kristofferson-compositie is
vanzelfsprekend ‘Me And Bobby McGee’, dat hier zo fraai
geïntroduceerd wordt: If it sounds
country, man, that’s what it is / It’s a country song. In
april 1970 brengt Monument Kristofferson uit, met redelijk
succes, maar als het label de rechten onderbrengt bij Columbia, wordt
het album een jaar later opnieuw uitgebracht. Onder de nieuwe titel
Me And Bobby McGee wordt de plaat goud en is Kristoffersons
naam definitief gevestigd. Kris Kristofferson heeft een lange en
respectabele muzikale carrière – en is bovendien succesvol
filmacteur – maar zal niet meer het niveau halen van zijn
fenomenale debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten