En
zoals zo vaak ontkiemde het vanuit de punk. Eddie Hollis maakte deel
uit van de inner circle rondom Dr. Feelgood en was een punker
van het eerste uur. Vanuit zijn duizelingwekkende platencollectie
startte Hollis in 1975 een van de eerste Britse punkbands: Eddie And
The Hot Rods. Eddie neemt op zijn wilde toers door het land zijn
jongere broer Mark mee op sleeptouw en in de pubs waar The Hot Rods
spelen zet ook Mark de eerste schreden op het muzikale pad. Als Mark
Hollis dan in 1981 met bassist Paul Webb en drummer Lee Harris een
new wave-band oprichten, is Talk Talk een feit. In deze beginjaren
volgt Talk Talk het hippe en dan moderne Blitz-stramien; in
navolging van bands als Duran Duran, Orchestral Manoeuvres In The
Dark en Spandau Ballet wordt de sound volledig gedomineerd door
synthesizers en ingeblikte toetsen. EMI Records heeft grote
verwachtingen van de band rondom Mark Hollis en tekent een langdurig
contract met Talk Talk. De groep brengt dan naast een elpee een
aantal singles uit en heeft in 1981 ook in Nederland een hitje met
het met synthesizers volgesmeerde deuntje ‘Talk Talk’.
In de volgende jaren ontworstelt Talk Talk zich voorzichtig aan de eendimensionale synthipop door van de nood een deugd te maken en de synthetische klanktapijten op te blazen tot barokke proporties en daarbij en passant de piano een grote rol toe te dichten. Het levert Mark Hollis en de zijnen klassieke hits op met ‘Dum Dum Girl’, ‘It’s My Life’ en ‘Such A Shame’ – alle afkomstig van de succesvolle langspeler It’s My Life. Maar dan gaat het roer om: de bombastische keyboards worden radicaal overboord gezet ten faveure van de akoestische piano.
In de volgende jaren ontworstelt Talk Talk zich voorzichtig aan de eendimensionale synthipop door van de nood een deugd te maken en de synthetische klanktapijten op te blazen tot barokke proporties en daarbij en passant de piano een grote rol toe te dichten. Het levert Mark Hollis en de zijnen klassieke hits op met ‘Dum Dum Girl’, ‘It’s My Life’ en ‘Such A Shame’ – alle afkomstig van de succesvolle langspeler It’s My Life. Maar dan gaat het roer om: de bombastische keyboards worden radicaal overboord gezet ten faveure van de akoestische piano.
De
drijvende kracht achter deze transformatie is producer en toetsenist
Tim Friese-Green. Mede door zijn bemoeienis wordt Talk Talk
omgetoverd tot een symfonische band voor wie sfeer en verstilling
belangrijker is dan technisch machtsvertoon. The Colour Of Spring
(1986) is al een magnifiek meesterstuk van atmosfeer en nuance – en
levert Talk Talk zelfs nog een wereldhit op met ‘Life’s What You
Make It’ – maar het kwartet, Friese-Green is inmiddels fulltime
bandlid, zoekt de grenzen van het muzikaal impressionisme nog verder
op. Met Spirit Of Eden zet Talk Talk de eerste stappen op weg
naar een nieuwe symfonica.
Veertien
maanden wordt er in de studio gesleuteld aan Spirit Of Eden.
Een keur aan muzikanten draaft op, onder wie bassist Danny Thompson
(Nick Drake, John Martyn), gitarist Robbie McIntosh (The Pretenders)
en klassiek violist Nigel Kennedy. Daarnaast worden er houtblazers
als klarinet en oboe ingezet die voor een organische en pastorale
sfeer zorgen. Friese-Green is als instrumentalist bovendien
meesterlijk wanneer hij orgel en harmonium bespeelt. En dan is er nog
het verstilde pianospel en het uit duizenden herkenbare stemgeluid
van de initiator van dit alles, Mark Hollis.
De
zes composities die Spirit Of Eden vormen – in
gezamenlijkheid gecomponeerd door Hollis en Friese-Green – ontberen
elke klassieke popstructuur en stromen voort op ijle en organische
klanken die aan impressionisten als Erik Satie of Claude Debussy doen
denken. Startend vanuit wat vaag op een bluesschema lijkt, neemt
openingsnummer ‘The Rainbow’ algauw het filmische karakter aan
van Pink Floyds ‘Shine On You Crazy Diamond’, maar Talk Talk gaat
verder en graaft dieper in zijn symfonische verklanking van het
surrealisme van Salvador Dalí en Joan Miró. In een vorm
die tere schoonheid verklankt en tegelijk een elementaire kracht
verbeeldt, zweven de Talk Talk-muzikanten van de ene muzikale droom
naar de andere. Hollis’ minuscule teksten raken aan de eenvoud van
het bestaan, zoals in het majestueuze ‘Eden’: Everybody needs
someone to live by. Of dienen als vocaal bestanddeel van de
ambient-achtige en volmaakte afsluiter ‘Wealth’: Take my
freedom for giving me a sacred love.
Ondanks
de loodzware pretenties is Spirit Of Eden geheel vrij van
bombast en holle pathetiek. Het magisch-realistische meesterwerk van
Hollis en Friese-Green is een nieuw muzikaal concept en brengt de
popmuziek een fikse stap verder. Spirit Of Eden is dan ook
totaal onvergelijkbaar met elke vorm van popmuziek die tot dan toe
verscheen en is zoals gezegd baanbrekend op het gebied van de
vernieuwing van de symfonische popmuziek. Dit is wat Spirit Of
Eden duidelijk maakt: Mark Hollis is een muzikaal genie.
The
Rainbow / Eden / Desire / Inheritance / I Believe In You / Wealth
Geen opmerkingen:
Een reactie posten