Na vier platen met Uncle Tupelo en drie met Son Volt rukt Jay Farrar zich los van het bandconcept. Farrar wil zonder de dwingende aanwezigheid van bandleden nieuwe songs schrijven; wil songs schrijven die niet per se live hoeven te worden uitgevoerd. Farrar experimenteert met ongewone toonzettingen en construeert zodoende de skeletten voor zijn nieuwe songs. Producer John Agnello helpt Farrar bij het verder vormgeven van zijn composities. In de bloedhete zomer van 2000 nemen Farrar en Agnello hun intrek in een tot primitieve opnamestudio omgebouwd fabrieksgebouw in Millstadt, Illinois. De jonge vader Jay Farrar wil dicht bij huis blijven, want opgegroeid in het nabijgelegen Belleville, en slaat het aanbod van Agnello af in diens professionele studio aan de Oostkust op te nemen. Vanwege het lawaai in de fabriek zijn Farrar, Agnello, ex-Bottle Rockets-bassist Tom Ray en Superchunk-drummer Jon Wurster noodgedwongen de songs in de hete nachturen in te spelen. Het mist zijn invloed niet op de broeierige songs en de vervreemdende sfeer op Farrars solo-album, al is dit wellicht nog meer toe te schrijven aan de bemoeienis van multi-instrumentalist Steven Drozd, bekend van The Flaming Lips. Het zal nog een jaar duren voordat Jay Farrar zijn album weet onder te brengen bij een platenlabel, maar de voorbode ervan, een dwingende uitvoering van Alexander Spence’s ‘Weighed Down’ op de tribute-cd More Oar, is indrukwekkend. Sebastopol, vernoemd naar een stadje in Noord Californië, verschijnt op 25 september 2001 en blijkt een gecompliceerd album dat als niets anders dan als alt.country kan worden omschreven. Steven Drozd heeft met behulp van elektronica voor een spookachtig en atmosferisch decor gezorgd dat wonderwel past bij de country-benadering van Farrar. Dit laatste, weemoedig en poëtisch, komt fraai tot uitdrukking in ‘Outside The Door’, met slidespel van Kelly Joe Phelps, en in de klassiek klinkende roadsong ‘Barstow’, waarin de tweede stem voor rekening komt van Gilian Welch en David Rawlings bijdraagt op lapsteel. Het bonte gezelschap – met ook nog Centromatic-drummer Matt Pence, broer Dade Farrar op staande bas en Agnello op gitaar – biedt Jay Farrar de gelegenheid om op ontspannen wijze en met gebruikmaking van zijn unieke sonore stemgeluid een collectie klassesongs voor het voetlicht te brengen. Sebastopol is zeer afwisselend met popsongs als ‘Clear Day Thunder’ ‘Feed Kill Chain’ en ‘Vitamins’, en de rockers ‘Voodoo Candle’ en ‘Damn Shame’. Weergaloze ballads als ‘Dead Promises’ en ‘Damaged Son’ verkrijgen een extra dimensie door Drozds ijle synthesizer, al brengt het puur-traditionele en indringende ‘Drain’ de meeste ontroering teweeg. Sebastopol is het ware bewijs van de kwaliteiten van Jay Farrar, die zich revancheert ten opzichte van de zwakkere Son Volt-albums en zich weer de gelijke mag noemen van Jeff Tweedy, zijn voormalige Uncle Tupelo-kompaan. Zo bezien is het dromerige, doch urgente Sebastopol Jay Farrars zeer geslaagde meesterproef.
Feel Free / Clear Day Thunder / Voodoo Candle / Barstow / Damn Shame / Damaged Son / Prelude (Make It Alright) / Dead Promises / Feed Kill Chain / Make It Alright / Fortissimo Wah / Drain / Different Eyes / Outside The Door / Equilibrium / Direction / Vitamins
Geen opmerkingen:
Een reactie posten