zaterdag 3 maart 2012

Sloan | Smeared

Plotseling kan alles; Nirvana breekt alle records, Sonic Youth is opeens een ware noiserock-icoon. Het is 1991; the year that punk rock broke. Maar als Seattle het muzikale centrum van de wereld is, komt ook aan de andere kant van het continent een Canadese stad volop in de belangstelling: Halifax, Nova Scotia. Bands als Jale, Thrush Hermit en Eric’s Trip gelden als grote beloftes, maar nog hoger zijn de verwachtingen gestemd over Sloan. In 1991 gevormd aan de stedelijke universiteit is de bezetting van Sloan verbazingwekkend stabiel. Vijftien jaar na dato bestaat Sloan nog steeds uit Jay Ferguson (gitaar,zang), Chris Murphy (bas, zang), Patrick Pentland (gitaar, zang) en Andrew Scott (drums, zang, gitaar). Zonder platencontract, maar wel met een fikse dosis eigenwijsheid en 18-karaats songs in de bagage, neemt Sloan thuis bij vriend Terry Pulliam een serie liedjes op die opgenomen moesten worden. De bandleden hebben het idee dat het in een dag vastgelegde materiaal zo sterk is dat de twaalf liedjes tezamen wel eens een potentiële major-release zou kunnen zijn. Dat blijkt een rake gedachte als drie maanden later de talentenjagers van Geffen – koortsachtig op zoek naar nóg een Nirvana – overkomen uit Los Angeles en Sloan direct contracteren. De opgenomen songs – slechts geremixed in een Californische hi-techstudio – vormen inderdaad de basis voor Sloans major-debuut, Smeared. Sloan is hoorbaar geworteld in de gitaartraditie van de Velvet Underground, maar beslist aangespoord door de punkrock van Nirvana en Seattle. De luide gitaren van Ferguson en Pentland hebben inderdaad een grungy sound, maar er ligt een suikerlaag van dromerige harmonievocalen overheen – met een overduidelijke verwijzing naar de shoegazerspop van het Britse My Bloody Valentine. Gecombineerd leveren de gruizige, maar kristalheldere gitaren en de meerstemmige zang prachtige liedjes op als ‘Underwhelmed’, ‘Raspberry’ en ‘Sugartune’. Op ‘I Am The Cancer’ krijgt de zamenzang nog meer kracht door stem van Jale’s Jennifer Pierce. De met galm overladen psychedelische ballad ‘What’s There To Decide?’ is een passende afsluiter van Smeared, een verrassend noisepopalbum opgepept met stekelige gitaren en bestrooid met zoetstof. Sloan springt aldus mee op de golven van de dan heersende gitaartrend, maar een tweede Nirvana is Sloan – helaas voor Geffen – niet. Daar hoeft de band geen spijt van te hebben; vijftien jaar later maakt Sloan nog steeds verrassend goede albums, en ook nog eens in de oorspronkelijke bezetting.
Underwhelmed / Raspberry / I Am The Cancer / Median Strip / Take It In / 500 Up / Marcus Said / Sugartune / Left Of Centre / Lemonzinger / Two Seater / What’s There To Decide?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten