dinsdag 20 november 2012

Blue Orchids | The Greatest Hit (Money Mountain)


Hopeless people’, zegt Mark E. Smith van The Fall over zijn werknemers Martin Bramah en Una Barnes als hij ze in 1979 uit zijn band zet. Het echtpaar Bramah (zang, gitaar) en Barnes (toetsen) vormt subiet hun eigen versie van The Fall: Blue Orchids. Bramah en Barnes worden bijgestaan door Rick Goldstraw (gitaar), Steve Toyne (bas) en Joe Kin (drums) en beconcurreren hun voormalig broodheer in het clubcircuit van Manchester. De gebutste rammelpunk van The Fall en Smiths angstaanjagende gutturale klanken zijn echter met niets vergelijkbaar; dus ook niet met de industriële punksound van de Blue Orchids. Bovendien wordt de sound van Blue Orchids gekenmerkt door een sterk psychedelische inslag, wat in extremis tot uiting komt in het zwabberende en jengelende Farfisa-orgel van Una Barnes. Het geeft Blue Orchids in het door doem gedomineerde Manchester een aparte en afwijkende sound. Het duurt dan ook maar even voordat een platenlabel Blue Orchids oppikt. Rough Trade – het indie punklabel uit Londen – tekent de band, waarmee Blue Orchids labelgenoten worden van The Fall.
De eerste singles van Blue Orchids – ‘The Flood’ en ‘Work’ doen het goed in een selecte, maar beperkte kring. Duidelijk wordt dat Blue Orchids méér is dan postpunk: The Stooges, The Seeds en vooral The Velvet Underground lijken de aartsvaders van Bramah en Barnes. Nog voor de opnamen van de debuut-lp verschuift Rick Goldstraw naar bas en is Toby de nieuwe drummer. In deze bezetting begeleidt Blue Orchids chanteuse Nico – dan extreem zwaar verslaafd – op een uitputtende tournee door Engeland en ook door Nederland. Met deze ervaring – en de nodige drugs – begint Blue Orchids in het voorjaar van 1982 aan de opnamen van hun debuutplaat. Na slechts twee weken zijn de opnamen voltooid, waarna al in mei het nogal ironische getitelde The Greatest Hit (Money Mountain) verschijnt. Tien postpunknummers, gedomineerd door monotone zang, voortjagende gitaren en zeurend orgel, het spits afgebeten door de zongedroogde acid-rock van ‘Sun Connection’. Blue Orchids etaleert op The Greatest Hit een soort tweedehands romantiek, gebutst en beschadigd, geworteld in nocturne rock-‘n-roll. Donker en intens zijn gejaagde rockers als ‘Dumb Magician’ en ‘Hanging Man’, geestverruimend is het prachtige ‘A Year With No Head’ en intens melancholiek ‘Bad Education’ – met alweer het rondzingende orgeltje van Baines Met het schitterende en downbeat ‘Mad As The Mist And Snow’ sluit The Greatest Hit dan zeer indrukwekkend af.
Het bleef bij een plaat: Blue Orchids viel uiteen; het echtpaar Bramah/Barnes viel uiteen. Ze kunnen wel bogen op een van de meer bijzondere underground-albums van de Britse postpunk, wat ook gelijk iets zegt over de marginale betekenis ervan.

Sun Connection / Dumb Magician / Tighten My Belt / A Year With No Head / Hanging Man / Bad Education / Wait / No Looking Back / Low Profile / Mad As The Mist And Snow

Geen opmerkingen:

Een reactie posten