dinsdag 25 juni 2013

Little Feat | Little Feat

Het begint met The Factory – de eerste band van Hollywood-kid Lowell George – van wie de eerste demo’s geproduceerd zijn door Frank Zappa. Dan brengt George een blauwe maandag door bij garagepunkers The Standells, vervolgens bij Elliott Ingber en zijn Fraternity Of Men en belandt dan bij The Mothers Of Invention. Door Zappa ingehuurd als zanger, ontwikkelt Lowell George zich echter meer als slidegitarist en als songschrijver. Tussen de bedrijven door neemt hij samen met Ry Cooder, Russ Titelman en Sneaky Pete Kleinow een aantal demo’s op, waaronder ‘Willin’’. Als Zappa na vier maanden Lowell George ontslaat, neemt hij Mothers Of Invention-bassist Roy Estrada mee en de zojuist door Zappa afgewezen Texaanse pianist Bill Payne. George’s maatje uit The Factory, drummer Richie Hayward, completeert eind ’69 de nieuwe band, vernoemd naar Lowell George’s kleine voeten: Little Feat. Gedurende de jaren zeventig zal Little Feat een grote reputatie verwerven die zich kenmerkt door drugsuitspattingen, ongebreideld hedonisme, een extreme waardering van de muziekpers voor hun mengeling van country, soul, rock en New Orleans-funk – en de cartooneske hoezen van kunstenaar Neon Park. Maar dit geldt niet voor het debuut Little Feat, want opgetrokken uit zwabberende rootsrock en gestoken in een hoes waarop de band op het strand van Venice Beach geportretteerd staat voor een enorm filmdecor van een stadje in de sneeuw. Het debuut neemt daarmee een aparte plaats in in het oeuvre van het drankverslindende en cokesnuivende kwartet. Opgenomen onder leiding van Warner Bros.-stafproducer Russ Titelman in de Western Recorders-studio in L.A., blijkt Little Feat bij verschijnen in november 1970 zowel een onvervalste Californische Band-variant als een vreemde combinatie van The Rolling Stones en The Flying Burrito Brothers. George’s teksten – geïnspireerd door zijn baantje als pompbediende – handelen over het leven on the road, trucks en truckstops, liefjes aan de bar en blowen en drinken. Platitudes worden echter kunstig vermeden in prachtige liedjes als ‘Truck Stop Girl’, ‘I’ve Been The One’ en ‘Brides Of Jesus’. Een van de meest bijzondere truckersongs is zonder twijfel ‘Willin’, hier in de oorspronkelijke demoversie met Ry Cooder: And if you give me weeds, whites and wine / And then show me a sign / I’ll Be Willin’. Naast de Howlin’ Wolf-medley ‘Forty Four Blues/How Many More Years’ zijn er rauwe en magnifiek slepende rocksongs – met Lowell George’s slidegitaar royaal op de voorgrond – in de vorm van ‘Snakes On Everything’, ‘Strawberry Flats’ en ‘Hamburger Midnight’. De opzwepende rocksongs brengen samen met de countryballads de debuutplaat meesterlijk in balans. De critici lopen dan ook weg met de stonede en ruige rootsrock van Little Feat. Het publiek blijft achter, getuige de Amerikaanse tournee langs lege zalen. Het belet Lowell George, Bill Payne, Roy Estrada en Richie Heyward overigens niet een even fantastische maar totaal afwijkende opvolger te produceren, die het zicht op het baanbrekende debuut – een diep verborgen schat – bijna ontneemt.

Snakes On Everything / Strawberry Flats / Truck Stop Girl / Brides Of Jesus / Willin’ / Hamburger Midnight / Forty Four Blues/How Many More Years / Crack In Your Door / I’ve Been The One / Takin’ My Time / Crazy Captain Gunboat Willie


Geen opmerkingen:

Een reactie posten