donderdag 31 oktober 2013

Longbranch Pennywhistle | Longbranch Pennywhistle

The Troubadour, aan Santa Monica Boulevard in West Hollywood, is aan het eind van de jaren zestig dé ontmoetingsplaats voor singer-songwriters, folkrockers en countryliefhebbers. Zowel arrivés, would be-artiesten als nieuwkomers frequenteren de club, maar ook platenbazen op zoek naar talent. Twee van die nieuwkomers zijn een singer-songwriter uit Amarillo, Texas en een zanger-gitarist uit Detroit, Michigan, die elkaar begin ’69 in Los Angeles ontmoeten omdat de vriendin van de ene de zus is van de echtgenote van de ander. Ze sluiten direct vriendschap en betrekken met z’n tweeën een appartement in Echo Park. Hun voornaamste bezigheid is muziek maken en marihuana roken, en avond aan avond is het duo in The Troubadour te vinden om sterren als David Crosby en Gram Parsons te aanschouwen. Ze besluiten dan een zang-duo op te richten, een soort moderne Everly Brothers: John David Souther en Glenn Frey noemen zich Longbranch Pennywhistle. Van ademloze aanschouwers in The Troubadour transformeren Souther en Frey tot voorprogramma van bands als Poco en The Flying Burrito Brothers. Ze trekken dan de aandacht van labelbaas Jimmy Bowen, die op zijn label Amos de Texaan Kenny Rogers onder contract heeft en ook de Texaanse band Shiloh – met in de gelederen ene Don Henley. Bowen sluit een contract met Longbranch Pennywhistle en regelt een studio en een begeleidingsband voor het duo. In de TTG Studios nemen Souther en Frey live hun zelfgecomponeerde liedjes, daarbij ondersteund door de crème de la crème van de L.A.-muzikanten: Larry Knechtel (piano), Joe Osborn (bas), Buddy Emmons (pedal steel), James Burton (gitaar), Ry Cooder (gitaar,slide) en ‘Louisiana Man’ Doug kershaw (gitaar). De laatste is onmiskenbaar aanwezig op het countrysoulliedje ‘Jubilee Anne’, dat het gelijknamige album opent met: One, two, rippetah… De tien liedjes op Longbranch Pennywhistle zijn gelijkelijk verdeeld over de beide songschrijvers Frey en Souther. ‘Run Boy Run’, ‘Bring Back Funky Women’ – beide met fuzz-gitaar van Cooder – en ‘Never Have Enough’ vormen de rocksongs van de lp, terwijl Southers ‘Kite Woman’ en ‘Star Spangled Bus’ typische Westcoast countryrocksongs zijn. De afwisseling wordt gecompleteerd door de van gave harmoniezang voorziene ballad ‘Mister, Mister’, het klassiek klinkende ‘Kite Woman’ en de schitterende uitvoering van de James Taylor-compositie ‘Don’t Talk Now’. Longbranch Pennywhistle is bij verschijning in 1969 een van de eerste platen in het later gepopulariseerde mellow countryrock-genre, een eer die Glenn Frey en J.D. Souther zonder meer toekomt. Zelf gaf het duo er al halverwege 1970 de brui aan, al bleven ze vrienden voor het leven. Daarmee is de geschiedenis van Frey en ook Souther natuurlijk niet geheel geschreven; die neemt namelijk een revolutionaire wending als Glenn Frey ene Don Henley ontmoet.

Jubilee Anne / Run Boy Run / Rebecca / Lucky Love / Kite Woman / Bring Back Funky Women / Star-Spangled Bus / Mister, Mister / Don’t Talk Now / Never Have Enough


Geen opmerkingen:

Een reactie posten