woensdag 3 april 2013

The Beasts Of Bourbon | The Axeman’s Jazz


Vuig, vuig, vuig. Rockabilly, gruizige rhythm and blues en emmers psychedelica. The Beasts Of Bourbon waren een zootje ongeregeld, een kwintet vagebonden afkomstig uit verschillende contreien van het Australische continent. Vijf muzikanten bijeengeraapt door Gregory ‘Tex’ Perkins en op een hete oktobermiddag in 1983 neergekwakt in de Paradise Studios te Sydney. Gestart als een grap door Tex Perkins – bandleider, doch zelf de minste bekende van het illustere gezelschap – maakte de band, bestaande uit drummer en Hoodoo Guru James Baker, gitarist Spencer Jones van The Johnnys en bassist Boris Sudjovic en gitarist Kim Salmon van Stooges-adepten The Scientists, bij wijze van grap het Australische pubcircuit onveilig. Hoewel de ambitie niet veel verder reikte dan loltrappen, zuipen en rock-‘n-roll spelen, kregen The Beasts Of Bourbon het terechte predikaat supergroep opgeplakt. En dat terwijl de bandleden zichzelf als één grote grap beschouwden, getuige de nogal ironische bandnaam: The Beasts Of Bourbon, een verbastering van The Rolling Stones’ ‘Beast Of Burden’. De vijf rockers in hart en nieren, aangevuurd door de putdiepe gromstem van Perkins, produceerden live een unieke ruige rommelpot van wat rock-‘n-roll en gore garagerock spannend en bedreigend maakt. De volgende stap lag dan ook in de uitdaging om die smerige live-sound in de studio te reproduceren en op vinyl vast te leggen. En dus verzamelde Tex Perkins zijn broeders in het kwaad om zich heen om met producer Tony Cohen een middagje te keten in de studio. Het werd een hete, zweterige en dorstige middag, met het verbluffende The Axeman’s Jazz als tastbaar resultaat.
De live-sound is op een perfecte wijze nagebootst: het galmende en echoënde klankbeeld lijkt tot stand te zijn gekomen in een vochtige grafkelder; de ritmesectie is overdadig ingesmeerd met motorolie en klinkt vooral greasy. En bovenop deze bonkende bastonen, elementair beukende drums en knallende bekkens klinken de schurende en hakkende slaggitaren van Kim Salmon en Spencer Jones die elkaar bovendien naar de kroon steken met psychedelische en opgerekte gitaarlicks. De cockrock van The Beasts Of Bourbon wordt dan nog vervolmaakt door de dwingende en zelfzekerde voordracht van gorgelaar Tex Perkins.
Perkins is niet overal de agressieve dwingeland; in Leon Payne’s ‘Psycho’ is hij eerder de naïeveling die zich er niet van bewust lijkt te zijn dat hij iedereen om zich heen uitmoordt: You think I’m psycho, don’t you mama? Zijn moeder is echter hetzelfde lot beschoren: O mama, why don’t you get up? En dan nemen de jengelende en gierende gitaren het nummer mee naar het eind. In ‘Evil Ruby’ kan Old Dan geen keuze maken tussen zijn liefje en een trein, waarop Evil Ruby Dans bloed laat vloeien. En ook hier raggen en rammelen de gitaren in een dans met de dood. The Beasts Of Bourbon is een ingemeen rockcombo; The Beasts Of Bourbon zijn bad news. Dood, verderf en rottende lijken –Take these coffins from my home, heet het in John Fogerty’s ‘Grave Yard Train’ – is het decor waarbinnen zich de smerige rock-‘n-roll van het gezelschap afspeelt. ‘Drop Out’, ‘Lonesome Bones’ en vooral ‘The Day Marty Robbins Died’ rammelen en bonken zoals het hoort. Try it more twangy, Spence, vraagt Tex Perkins aan Spencer Jones, waarop de drumkit van James ‘Bambam’ Baker spontaan rammelt als Spence de lage snaren aanslaat en ‘The Day Marty Robbins Died’ loos gaat, waarop gescheiden paarden en huilende varkens ten tonele gevoerd worden op de dag dat Marty Robbins stierf. Het furieuze slotstuk, ‘Ten Wheels For Jesus’, handelt over de evangeliseringsdrang van een vrachtwagenchauffeur. In een aan Johnny Cash verwante stijl – en voorzien van een woest galopperend ritme – knetteren de twangende gitaren, schreeuwt Perkins de longen uit zijn lijf en declameert dat hij toch echt Jezus nodig heeft, want A man cannot live on beer alone. Het is de grande finale van een vitaal, vuig en verschrikkelijk strak rock-‘n-roll-album.
The Beasts Of Bourbon hebben werkelijk iets groots gepresteerd met deze uiterst boeiende mengeling van ruige country, blues en garagerock. En dat voor een hobbyclubje dat alleen maar lol wil trappen. Dertig jaar rock-‘n-roll – Hank Williams, Johnny Cash, The Rolling Stones, The Birthday Party en The Cramps – gecomprimeerd op een zwarte schijf vinyl: The Axeman’s Jazz, ruim veertig minuten boete en schuld.

Psycho / Evil Ruby / Love & Death / Grave Yard Train / Good Times / Drop Out / Save Me A Place / Lonesome Bones / The Day Marty Robbins Died / Ten Wheels For Jesus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten