Vuig,
vuig, vuig. Rockabilly, gruizige rhythm and blues en emmers
psychedelica. The Beasts Of Bourbon waren een zootje ongeregeld, een
kwintet vagebonden afkomstig uit verschillende contreien van het
Australische continent. Vijf muzikanten bijeengeraapt door Gregory
‘Tex’ Perkins en op een hete oktobermiddag in 1983 neergekwakt in
de Paradise Studios te Sydney. Gestart als een grap door Tex Perkins
– bandleider, doch zelf de minste bekende van het illustere
gezelschap – maakte de band, bestaande uit drummer en Hoodoo Guru
James Baker, gitarist Spencer Jones van The Johnnys en bassist Boris
Sudjovic en gitarist Kim Salmon van Stooges-adepten The Scientists,
bij wijze van grap het Australische pubcircuit onveilig. Hoewel de
ambitie niet veel verder reikte dan loltrappen, zuipen en
rock-‘n-roll spelen, kregen The Beasts Of Bourbon het terechte
predikaat supergroep opgeplakt. En dat terwijl de bandleden zichzelf
als één grote grap beschouwden, getuige de nogal
ironische bandnaam: The Beasts Of Bourbon, een verbastering van The
Rolling Stones’ ‘Beast Of Burden’. De vijf rockers in hart en
nieren, aangevuurd door de putdiepe gromstem van Perkins,
produceerden live een unieke ruige rommelpot van wat rock-‘n-roll
en gore garagerock spannend en bedreigend maakt. De volgende stap lag
dan ook in de uitdaging om die smerige live-sound in de studio te
reproduceren en op vinyl vast te leggen. En dus verzamelde Tex
Perkins zijn broeders in het kwaad om zich heen om met producer Tony
Cohen een middagje te keten in de studio. Het werd een hete,
zweterige en dorstige middag, met het verbluffende The Axeman’s
Jazz als tastbaar resultaat.
De
live-sound is op een perfecte wijze nagebootst: het galmende en
echoënde klankbeeld lijkt tot stand te zijn gekomen in een
vochtige grafkelder; de ritmesectie is overdadig ingesmeerd met
motorolie en klinkt vooral greasy. En bovenop deze bonkende
bastonen, elementair beukende drums en knallende bekkens klinken de
schurende en hakkende slaggitaren van Kim Salmon en Spencer Jones die
elkaar bovendien naar de kroon steken met psychedelische en opgerekte
gitaarlicks. De cockrock van The Beasts Of Bourbon wordt dan
nog vervolmaakt door de dwingende en zelfzekerde voordracht van
gorgelaar Tex Perkins.
Perkins
is niet overal de agressieve dwingeland; in Leon Payne’s ‘Psycho’
is hij eerder de naïeveling die zich er niet van bewust lijkt te
zijn dat hij iedereen om zich heen uitmoordt: You think I’m
psycho, don’t you mama? Zijn moeder is echter hetzelfde lot
beschoren: O mama, why don’t you get up? En dan nemen de
jengelende en gierende gitaren het nummer mee naar het eind. In ‘Evil
Ruby’ kan Old Dan geen keuze maken tussen zijn liefje en een trein,
waarop Evil Ruby Dans bloed laat vloeien. En ook hier raggen en
rammelen de gitaren in een dans met de dood. The
Beasts Of Bourbon is een ingemeen rockcombo; The Beasts Of Bourbon
zijn bad news.
Dood, verderf en rottende lijken –Take these coffins from
my home, heet het in John Fogerty’s ‘Grave Yard Train’ –
is het decor waarbinnen zich de smerige rock-‘n-roll van het
gezelschap afspeelt. ‘Drop Out’, ‘Lonesome Bones’ en vooral
‘The Day Marty Robbins Died’ rammelen en bonken zoals het hoort.
Try it more twangy, Spence, vraagt Tex Perkins aan Spencer
Jones, waarop de drumkit van James ‘Bambam’ Baker spontaan
rammelt als Spence de lage snaren aanslaat en ‘The Day Marty
Robbins Died’ loos gaat, waarop gescheiden paarden en huilende
varkens ten tonele gevoerd worden op de dag dat Marty Robbins stierf.
Het furieuze slotstuk, ‘Ten Wheels For Jesus’, handelt over de
evangeliseringsdrang van een vrachtwagenchauffeur. In een aan Johnny
Cash verwante stijl – en voorzien van een woest galopperend ritme –
knetteren de twangende gitaren, schreeuwt Perkins de longen uit zijn
lijf en declameert dat hij toch echt Jezus nodig heeft, want A man
cannot live on beer alone. Het is de grande finale van een
vitaal, vuig en verschrikkelijk strak rock-‘n-roll-album.
The
Beasts Of Bourbon hebben werkelijk iets groots gepresteerd met deze
uiterst boeiende mengeling van ruige country, blues en garagerock. En
dat voor een hobbyclubje dat alleen maar lol wil trappen. Dertig jaar
rock-‘n-roll – Hank Williams, Johnny Cash, The Rolling Stones,
The Birthday Party en The Cramps – gecomprimeerd op een zwarte
schijf vinyl: The Axeman’s Jazz, ruim veertig minuten boete en
schuld.
Psycho
/ Evil Ruby / Love & Death / Grave Yard Train / Good Times / Drop
Out / Save Me A Place / Lonesome Bones / The Day Marty Robbins Died /
Ten Wheels For Jesus