Joe
South was in zijn tijd een alleskunner. Op 12-jarige leeftijd had hij
al een wekelijks radioprogramma bij een lokaal muziekstation. Hij
speelde als sessiegitarist mee op platen van Aretha Franklin, Fats
Domino en Simon & Garfunkel en was bovendien te horen op Dylans
Blonde On
Blonde. Hij
produceerde en arrangeerde hits voor The Tams en schreef ook nog eens
de wereldhit ‘Down In The Boondocks’ voor Billy Joe Royal, en dat
alles voor hij zelf debuteerde in 1968.
Geboren
in 1940 in Atlanta, Georgia, was Joe South al op jonge leeftijd
verslingerd aan muziek. Hij was discjockey bij WGST, en zong en
speelde countryliedjes en soms zelfs een eigen compositie. South trad
daarbij op in de honky
tonks in en
om Atlanta en na zijn middelbare schooltijd ruilde hij in 1962
Atlanta in voor Nashville. Nadat de British Invasion in 1964 op gang
kwam en South deze invloed samenvoegde met zijn voorliefde voor soul
en countrypop, keerde hij terug naar Atlanta – Nashville had hem,
in tegenstelling tot vele anderen, weinig goeds gedaan. South had
echter wel in Nashville het kunstje leren beheersen: in Atlanta
richtte hij zijn eigen productiemaatschappij op en stelde zichzelf
ter beschikking als songschrijver, gitarist, arrangeur en producer.
In al deze hoedanigheden was Joe South dan ook verantwoordelijk voor
Billy Joe Royals wereldhits, ‘Down In The Boondocks’ en ‘Hush’.
Hij reisde heen en weer tussen de Muscle Shoals-studio’s en
Nashville en werd een veel gevraagd arrangeur en sessiegitarist. Hij
ontwikkelde een karakteristieke gitaarsound die leunde op het dan
hippe sitargeluid in combinatie met een Zuidelijk soulgevoel.
Als
gevolg van de sessies met Bob Dylan voor Blonde
On Blonde en
de opkomst van de flower-power wordt South zich bewust van het belang
van zelfexpressie en – minstens zo belangrijk – ontdekt hij
marihuana en acid.
De drive om radiohits te schrijven verdwijnt dientengevolge naar de
achtergrond en nieuwe ambities dringen zich op. Via een bevriende
lokale platenbons weet Joe South een solo-deal af te sluiten met het
machtige Capitol Records. Zelfverzekerd en vol elan vat South het
ambitieuze plan op een plaat te schrijven en op te nemen die de
vergelijking aankan met instituten als Pet
Sounds en
Sgt. Pepper.
Natuurlijk gaat dit South niet lukken, maar hij krijgt van Capitol
steun en een ruim budget om een poging te wagen. In de studio van
Postice Record Productions in Atlanta neemt South elf nummers op met
zijn begeleidingsband The Believers, bestaande uit broer Tommy South
(drums), zus Barbara South (toetsen) en vriend John Mulkey (bas).
Naast deze band wordt een strijkkwartet ingezet, waarvoor South
uiteraard de arrangementen schrijft.
Introspect
– de kijk
naar binnen – verschijnt in 1968 en is nauwelijks vergelijkbaar met
enig ander werk. De verzameling popsongs, want catchy popsongs
blijven het, hebben een traditionele Zuidelijke inslag, maar zijn
tegelijk experimenteel van aard. Het experiment zit hem in de sound,
die nog het best te omschrijven is als countrysoul, en die een
kaleidoscoop is van stijlen als rock-‘n-roll, gospel, rhythm &
blues en uiteraard country en soul. Het is een dan unieke en
progressieve mix, maar is bovendien stevig geworteld in de tradities
van het Zuiden. Niet alleen de vermenging van diverse stijlen – en
Souths arrangeertechnieken – zijn bijzonder; ook zijn
psychedelische gitaarsound, met gebruikmaking van tapevertraging, is
uniek en uit duizenden te herkennen. Het beste voorbeeld hiervan is
‘Games People Play’, een klassiek popnummer met een evenzeer
klassiek intro. ‘Games
People Play’ is bovendien een soort van protest tegen leugenachtig
gedrag: Games
people play / Every night and every day now / Never meaning what they
say.
Het introspectieve van de plaattitel komt terug in ‘Mirror Of Your
Mind’ waarin South met een diepe en donkere stem – als een ware
singer-songwriter – croont: Who’s
that fool looking back at you in the mirror of your mind.
South
keert zich in zichzelf en reflecteert zijn amoureuze leven in
juweeltjes van beeldspraak als we
are birds of a feather en
I never
promised you a rose garden.
De invloeden van het Diepe Zuiden komen terug in het bijbelse
‘Gabriel’, dat uitgesmeerd over ruim zeven minuten een
meesterlijke afsluiter is van Introspect.
In
eerste instantie weet Introspect
nauwelijks
aandacht te trekken, maar als een jaar later ‘Games People Play’
als single wordt uitgebracht, rijst Souths ster tot ongekende
hoogten: ‘Games People Play’ wordt in 1969 zeer terecht
uitgeroepen tot Song
of the Year.
De daaropvolgende jaren werkt South in de studio aan een oeuvre van
vier lp’s en dompelt zich onder in drugs. Uiteenlopende artiesten
als The Osmonds, Elvis Presley en Deep Purple scoren in de begin
jaren zeventig grote hits met nummers van South, met als grootste de
miljoenenhit van Lynn Anderson, ‘Rose Garden’. Joe Souths
drugsgebruik weerhoudt hem echter van een definitieve doorbraak en in
1971 stort hij volledig in. Hij verdwijnt naar de jungle van Hawaii
en zal in 1975 terugkeren naar de Atlanta om zijn laatste plaat op te
nemen, Midnight
Rainbows. En
dan, dan verdwijnt Joe South voorgoed van het podium.
Op
5 september 2012 overlijdt hij, 72 jaar oud.
All
My Hard Times / Rose Garden / Mirror Of Your Mind / Redneck / Don’t
Throw Your Love To The Wind / The Greatest Love / Games People Play /
These Are Not My People / Don’t Be Ashamed / Birds Of A Feather /
Gabriel