‘Op
een dag liepen Kirk en ik op straat en toen we een kiepauto zagen
zeiden we beiden Hé, dat is een goeie naam voor een band!’
‘Kiepauto’ betekent ‘Dumptruck’ en aan het woord is Seth
Tiven, het meesterbrein van Dumptruck, een Amerikaanse band die in
het voetspoor van R.E.M. in de jaren tachtig van de vorige eeuw een
bescheiden succes was in het collegecircuit. In 1983 werd Dumptruck
in New Haven, Connecticut opgericht door Seth Tiven en Kirk Swan, die
elkaar afwisselen als zanger, gitarist en bassist en gezamenlijk
Dumptrucks composities schrijven. Met behulp van verschillende
drummers – waaronder Mark Mulcahy, die later als singer-songwriter
enige bekendheid geniet – neemt Dumptruck zijn eerste elpee voor
het alternatieve Big Time-label. D Is For Dumptruck is een
zeer matig art-rockalbum, een vage schaduw van Television, inclusief
de dubbele gitaarline-up. De opvolger Positively is echter
heel erg veel beter; Dumptruck is rijper en volwassener geworden door
de vele live-optredens in de kleine clubs aan de oostkust en in het
midwesten en heeft inmiddels een vaste ritmesectie. Bovendien past de
productie van fameus producer Don Dixon (R.E.M.) heel goed bij het
ritmische, doch melancholieke groepsgeluid. Positively is ruim
gevuld met tintelende popsongs, waarbij de ingetogen en smaakvolle
voordracht overheerst en de muzikale pretentie ondergeschikt gemaakt
is aan de subtiele en gloedvolle melodieën. Dumptruck onderneemt
vervolgens tournees naar de westkust, naar Canada en zelfs naar
Engeland. Tijdens de intensieve live-shows wordt het publiek naast de
eigen nummers getrakteerd op covers van ‘I Wanna Be Your Dog’ van
The Stooges, ‘You Ain’t Going Nowhere’ van Bob Dylan en Neil
Youngs ‘Down By The River’. De groep groeit en groeit en lijkt in
op het toppunt van zijn kunnen. Het lijkt een geschikt moment, nu ook
Dumptrucks budget is verruimd, om het ijzer te smeden als het heet
is.
Tijdens
hun Britse tournee is de band in contact gekomen met de Welshe
producer Hugh Jones – bekend van postpunk-acts als Echo & The
Bunnymen, The Sound en Modern English. Jones huurt de Rockfield
Studios in Wales voor de maand mei (1987) af en is in afwachting van
SethTiven, Kirk Swan en Dumptrucks drummer en bassist om aan hun
nieuwe plaat te werken. Maar als Dumptruck arriveert in Wales blijkt
Swan de band verlaten te hebben en is de kern van Dumptruck
gehalveerd en ontdaan van een sleutelfiguur. De opnamen lijken tot
mislukken gedoemd, maar niets is minder waar. Niet alleen heeft Seth
Tiven een serie schitterende composities mee naar Wales genomen, maar
eveneens een zanger-gitarist in de persoon van Kevin Salem.
Als
For The Country in september 1987 verschijnt, blijkt hoe
geïnspireerd Dumptruck in de Rockfield Studios was. Tiven heeft
zich niet van zijn doel af laten leiden door het vertrek van Swan;
For The Country is een plaat volgestouwd met melancholieke
pop, afgezet tegen een decor van moderne countryrock en contemporaine
college-rock. Tinkelende en rondcirkelende gitaren en meerstemmige
zang, gecombineerd met fraaie melodiewendingen zijn Dumptrucks meest
in het oog/oor springende kenmerken en deze leveren op For The
Country heel veel sprankelende pop op. Dumptruck heeft met For
The Country een klein meesterwerkje afgeleverd, dat in ieder
geval tot de beste cd’s van het jaar 1987 mag worden gerekend. Al
in de opener ‘Island’ blijkt het compositorische en muzikale
vernuft van Seth Tiven; ‘Island’ is een kristallijnen popsong die
naar een climax gebracht wordt door zijn lyrische gitaarspel. Verder
zijn er talloze fabuleuze poprocknummers over de plaat verspreid die
in lichte mineur zijn getoonzet en die daarmee aansluiten bij de
tamelijk zwartgallige teksten van Tiven. ’50 Miles’ – 50
miles from nowhere / Help will not arrive – is bitter en
weemoedig maar toch opgetuigd met stevige rockgitaren; in ‘Friends’
vraagt de zanger zich af waar vrienden goed voor zijn; en het
deprimerende maar indrukwekkende ‘Dead Weight’ biedt een kijkje
in Tivens donkere en onzekere ziel. ‘Wire’ is daarentegen een
aanstekelijk rocknummer, waarin Dumptruck zijn versie van
southern-rock doet en waarop een voorname rol ingeruimd wordt voor
B.J. Cole’s pedal steel. Ook het Hammond-spel van sessiemuzikant
Tommy Eyre (o.a. Joe Cocker, John Martyn) speelt een opvallende rol
en geeft de Dumptruck-sound een warme en organische extra dimensie.
‘Barking Up The Wrong Tree ‘ is diep melancholiek en uiterst
fraai, maar legt het af tegen het sleutelnummer van de plaat: het
titelnummer ‘For The Country’, een traag en onheilspellend nummer
van bijna epische proporties, met als terugkerend thema de hopeloze
eenzaamheid die Tiven doeltreffend verwoordt: Drifting on an ocean
/ Till you die. ‘For The Country’ tilt For
The Country simpelweg naar een hoger
niveau.
De
verkooppresultaten van For The Country zijn bemoedigend en als
gevolg daarvan zijn er grote labels geïnteresseerd in Dumptruck.
De band staat echter nog onder contract bij Big Time – waardoor het
door de major aangeboden miljoen dollars Big Time ten goede komt –,
maar dan blijkt dat er in het contract met Big Time een cruciale
clausule ontbreekt waardoor Dumptruck contractvrij is. Als Tiven
tekent bij de major ziet hij zich geconfronteerd met een
miljoenenclaim van Big Time. Het betekent het einde van het
veelbelovende Dumptruck; jaren en jaren wordt er in de rechtbank
gevochten om wie de rechten op Dumptruck heeft. Pas zeven jaar later
verschijnt er een nieuwe plaat van Dumptruck, dan een trio, geleid
door een gedesillusioneerde en uitgehuilde Seth Tiven.
Island
/ 50 Miles / Friends / Carefree / Brush Me Back / Hung Out On A Line
/ Going Nowhere / For The Country / Dead Weight / Wire / Barking Up
The Wrong Tree